dagboek van mijn laatste jaar
dagboek van mijn laatste jaar
2010/11
De jaarlijkse publicatie van de statistieken van FOD Justitie eind augustus leidde bij de de vrederechters tot wat bazuingeschal. De Standaard van 26.08.2010 (klik hier en zie de link in de pagina ‘Pers’) blokletterde: “het gaat vooruit bij de vrederechter: bijna dubbel aantal zaken als 10 jaar geleden. Onbetaalde facturen en parkeerboetes dikken de berg dossiers aan”. Een beetje een sfeer van stoer hoera-geroep in de zin van “wie doet beter ?”.
De journalist in kwestie noteerde zorgvuldig mijn voorbehoud over het verschil in kwaliteit en kwantiteit in procedures. Eén enkel ingewikkeld dossier, of een “principebetwisting” betekent soms dagen extra-werk voor de vrederechter. Een “monsterzitting” van bvb parkeerretributies geeft vooral een hoop bijkomend werk aan de griffie. Misschien in dat geval niet zeer inspirerend lopende-band-werk, maar toch wel een hele uitdaging voor de kleine KMO die een vredegerecht is, en zelfs niet eens doenbaar zonder extra - personeel als de werklast al zonder die nieuwe pakketten onbetaalde overuren opeiste. Er zit niet overal “rek” op wat menselijk mogelijk is. Eigenlijk moet ik in Roeselare het klassieke bordje uithangen “het onmogelijke wordt hier direct gedaan, voor mirakels even geduld” ;-)
Naar aanleiding van dat “goede nieuws” van eind augustus vroeg ik me af hoe het gesteld zou zijn met die àndere vrederechtelijke opdracht, eigenlijk onze ‘core business”, namelijk niét de procedures, maar de ‘verzoeningen’ of ‘minnelijke schikkingen’ (of: hoe wij procedures vermijden....)
En daar is het ALARM, maar in de andere richting: gemiddeld 30 % minder oproepingen in minnelijke schikking in één jaar tijd van 2008 tot 2009.
Ten bewijze.......
De gepubliceerde cijfers van Justitie voor 2008 en 2009 vind je naast elkaar, met het verschil per kanton en per arrondissement hier (wat ik de A-reeks zal noemen).
Op dié publicatie afgaande lees je “maar” een daling met 20%. Maar mijn professor Statistiek van al zolang geleden grapte dat cijfers vaak zoiets zijn als badpakken: “ze verhullen soms het mooiste”. Moraal van zijn verhaal: met een échte statistiek, sta je in je blootje, niets meer te verbergen, no place to hide. De naakte waarheid.
In de tweede versie van die cijferreeks (klik hier voor wat ik de B-reeks zal noemen) vind je immers een “gecorrigeerde” versie die twee scheeftrekkingen neutraliseert.
(1) Vooreerst zijn er de “atypische” vredegerechten, waar het beleid van de vrederechter, gesteund door de griffie, zwaar inzet op minnelijke schikkingen (proces-economie, dialoogcultuur, armoedebestrijding...). Dit blijken pijnlijk zeldzame uitzonderingen. In mijn selectie heb ik als “atypisch” de vredegerechten weggelaten waar méér dan 3 maal het aantal minnelijke schikkingen behandeld wordt ten opzichte van het gemiddelde.
Dit gemiddelde per zetel van een vredegerecht (slechts een zeer beperkt aantal vrederechters bedient 2 zetels) betreft in 2008 (slechts) 494 minnelijke schikkingen. Bijgevolg leg ik voor mijn berekening van de “atypische” vredegerechten de grens op (494 x 3=) 1482. Dié vrij eenzame 9 vredegerechten met méér dan 1482 minnelijke schikkingen, haal ik uit de cijfers, want ze zijn duidelijk niet representatief.
Alleen al het feit dat het slechts over 9 op de 229 vredegerechten (zetels) gaat, illustreert dat op zich. Als je een groot cijfer haalt, zijn de wisselingen daarenboven ook navenant groot: doordat in Roeselare de speling van de zittingskalender in 2009 voor één thema-zitting minder zorgde, betekende dat ten opzichte van 2008 (5093-4519=) 574 minnelijke schikkingen minder. Het zou duidelijk onjuist zijn dat verschil van die 574 ‘in min’ mee te rekenen, want dat is een groter jaar-verschil dan het totaal cijfer voor een volledig jaar van het gemiddelde vredegerecht (494 minnelijke schikkingen in totààl per jaar als je de atypische meerekent, en slechts 367 totaal per jaar als je de atypische uitgezuiverd hebt).
(2) Daarenboven hadden In 2008 hadden 20 vredegerechten een cijfer 0 (nul) ingediend, om welke (mogelijk technische) reden dan ook: uiteraard neem ik aan dat ze wél verzoeningen behandelden.
Het cijfer voor 2009 betekent dan echter een totaal kunstmatige “verhoging”: hoogstens kan een realistische vergelijking dan maar in de toekomst gemaakt worden tussen 2009 en 2010. Die vredegerechten verschaften voor de vergelijking 2008 - 2009 duidelijk géén nuttige info.
In de berekening van de aldus dubbel “gezuiverde”, en dus representatieve B-reeks (je vindt die opnieuw hier) komen bijgevolg “maar” nog (229 - 9 - 20=) 220 vredegerechten (zetels) meer voor.
Om een zo realistisch mogelijk beeld te krijgen, werk ik dus enkel met de zgn B-reeks.
Die cijfers leiden vervolgens toch tot een aantal ontnuchterende vaststellingen:
(a)het “gewogen” gemiddelde per zetel van een vredegerecht (gemakshalve gelijkgesteld “per kanton”, want er zijn ook zgn “dubbelkantons” met een toegevoegde vrederechter) slonk over die 2 laatste jaren 2008 - 2009 van 371 behandelde minnelijke schikkingen naar 264 = met 29 %, bijna een derde...
(b)er was nérgens een stijging, op het arrondissement Eupen na (+ 4,7 %)
(c) de extreemste dalingen betroffen Oostende (- 47 %), Veurne (- 43 %) Antwerpen (-47 %), Brussel (-51 %) Verviers (- 49 %), dus telkens bijna halveringen van het aantal behandelde minnelijke schikkingen.
Dit zijn de naakte cijfers. Ze liegen er niet om. 2010 is (bijna “was”) het Europees jaar van de armoedebestrijding. De minnelijke schikking is de gerechtelijke techniek bij uitstek om efficiënt, maar toch kostenbesparend in te vorderen: je maakt het daardoor als vrederechter “niet erger dan het al is”. Art. 731 Ger.W. inzake de minnelijke schikking is het àlleréérste artikel van het Gerechtelijk Wetboek onder de titel ‘Behandeling en berechting van de vordering’. Mooi symbool van de prioriteit: geef je mensen een faire kans.
Hopelijk maken de vrederechters in 2010 een betere beurt, want als het zo verder afkalft, worden de minnelijke schikkingen een bedreigde gerechtelijke diersoort. De vrederechter kwijnt dan weg in de legende. Dan raken we verschraald tot kleine kille justitiefabriekjes, blind voor de miserie die achter de input en output schuilt. Dan kunnen we evengoed versmelten in de Grote Justitiefabriek, want het ‘verschil’ in de benadering maken we blijkbaar steeds minder waar.
Freddy Evers zwaaide verleden jaar ten afscheid met zijn bundel ‘Kiezen tussen recht en rechtvaardigheid’, waarin het respect voor de burger als “consument van justitie” (J. Stevens), maar ook de “zorgzame rechter” (K. Raes), en wat “het recht was, en moet zijn” (H. Vuye) centraal stonden. Die dag had ik toch wel héél gemengde gevoelens.
Vandaag heb ik die gemengde gevoelens ook, want ik heb eindelijk - eindelijk - mijn sinds 1 september beloofde ontslagbrief voor 31 augustus 2011 op mijn MacBook getypt. Niet toevallig vandaag. Nu nog printen en ondertekenen.
Wat u vast niet gemist hebt - Ce que vous n’avez certainement pas râté - You didn’t miss this one did you ?
09 11 2010 “Le Secours Catholique dresse un rapport de la France dans la crise” (Le Monde)
13 11 2010 “6000 asielzoekers op straat met Kerst” (De Morgen)
A quote a day, keeps the doctor away ;-)
“Het valt te betreuren dat de vredegerechten niet echt in de kantons zetelen waarover hun rechtsmacht zich uitstrekt, maar al te veel geconcentreerd zijn rond de rechtbanken van eerste aanleg”
Prof. Koen Raes, ‘Rechtspreken vanuit een zorgzaamheidsperspectief’, bijdrage in het afscheidsbundel van Freddy Evers ‘Kiezen tussen recht en rechtvaardigheid’.
donkere wolken boven de vrederechters
13 november 2010
Hopelijk maken de vrederechters in 2010 een betere beurt, want als het zo verder afkalft, worden de minnelijke schikkingen een bedreigde gerechtelijke diersoort. De vrederechter kwijnt dan weg in de legende.