dagboek van mijn laatste jaar
dagboek van mijn laatste jaar
2010/11
Opnieuw de toga: antiek, curiosum, of slechts brocante ? De blog van 10 september (klik hier) deed eerst wat wenkbrauwen rijzen, maar ik ondervond toch ook veel begrip. Blijkbaar zijn een aantal collega’s bereid er over na te denken, al twijfelen anderen. Qui n’a jamais changé d’avis, n’a jamais réfléchi...
Wat me opviel was een verrassend gebrek aan uniformiteit (ja, van een ‘uniform’ verwacht je dat toch ;-) in de praktijk.
Eerste regel zou je denken: de toga wordt gedragen in de openbare zittingszaal. Maar afhankelijk van de configuratie van het gerechtsgebouw wordt daar vaak niet eens fysiek in gezeteld: eerder in een soort raadkamer, maar met ‘open deuren’. Dat heeft qua communicatie overigens ook z’n voordelen. En daar heeft de vrederechter niet altijd een toga aan... Het bevestigt eigenlijk de rechtspraak die ik citeerde in de vorige blog: “so what ?”.
Tweede regel mag je testen: zitting achter gesloten deuren voor procedures. Persoonlijk zou ik verwachten dat de vrederechter in toga zetelt. Dààr blijkt een bijna hilarisch verschil:
waar de zitting voor procedures inzake art. 223 BW doorgaat op een ‘afzonderlijke’ zittingsdag, zetelt de vrederechter zonder toga;
waar die zitting doorgaat op een ochtend of namiddag met andere zaken, zetelt de vrederechter wél in toga, want anders moet hij/zij die om de paar minuten aan/uit trekken
Het resultaat is hier opmerkelijk. Blijkbaar worden de zaken ex art. 223 B.W. (echtelijke en partner-problemen) in “stedelijke” vredegerechten op een aparte dag opgeroepen, afgescheiden van andere inleidingen of pleidooien. In “landelijke” vredegerechten, loopt de agenda op dezelfde ochtend of namiddag voor alle zaken door elkaar.
Maar... in de vestiging van een rechtbank van eerste aanleg, “verschijnen” (miraculeuze term van het Gerechtelijk Wetboek hé !) advocaten in toga, en in “landelijke” vredegerechten niet...
Roeselare mag dan met minder dan één pachtzaak per jaar geen écht “landelijk” kanton genoemd worden, er is (nog ;-) altijd geen zetel van een rechtbank van eerste aanleg.
Bijgevolg zetel ik voor art. 223 BW in toga, met advocaten ‘in burger’, terwijl dat in vestigingen van een rechtbank van eerste aanleg net andersom is: advocaten in toga en vrederechter ‘en civil”. Zoals in het gokken op de Franse tièrcé: ‘on peut gagner dans l’ordre, et... dans le désordre...
Derde regel die aansluit bij het traditioneel verhaal voor de toga: bij minnelijke schikkingen wordt het dragen van toga vermeden. Goed idee eigenlijk. Ook al weer niet. Ik ben helemaal niet alleen in het timen van mijn minnelijke schikkingen op een zittingsdag met pleidooien (praktisch voor de agenda van advocaten...) en hou ten andere mijn minnelijke schikkingen (behalve familiezaken) opzettelijk in openbare zitting wegens het ‘pedagogisch effect’. Meer uitleg daarover op de website van het vredegerecht Roeselare (klik hier voor de pagina).
Maar in (vooral stedelijke) kantons waar de minnelijke schikkingen (klik hier) op een afzonderlijke ochtend of namiddag geagendeerd worden, gaat dit wat de vrederechter betreft, dus ‘in burger’ door.
Evenwel, om de verwarring compléét te maken: dan komen advocaten in toga aandraven in vredegerechten met zetels van rechtbanken van eerste aanleg, edoch... “slechts” ‘in burger’ in Roeselare....
Volgt u nog ???
Trek in die decennia - lange tradities maar eens een lijn, een ‘Code Vestimentaire’ waard. Zoals de meeste wetten: meer uitzonderingen dan regels.
Blijkbaar gaat het dus allemaal enkel nog om louter praktische reflexen, en niéts met het uitdragen van neutraliteit of onafhankelijkheid (historisch ten andere volledig onjuist, zie de vorige blog van 10 september daarover).
Dan heb ik het nog niet over onderzoeksrechters in hun kabinet, jeugdrechters, of... een voorzitter bij een procedure op eenzijdig verzoekschrift, enz..
Als uitsmijter: op de plechtigste gelegenheid van al, het “Parlement” van de vrede- en politierechters, de Algemene Vergadering, voorgeschreven door het Gerechtelijk Wetboek (340 e.v. Ger.W.), is bij de vrederechters en de rechters in de politierechtbank nog nooit iémand in toga verschenen - in tegenstelling tot in vervlogen tijden in andere Rechtbanken en Hoven geschiedde, ja “geschiedde”...
Misschien is dat op deze vergadering van vrijdag 24 september aanstaande om 15 uur in Gent anders: laten de Ware Verdedigers Van De Toga rechtstaan ?
Wat u vast niet gemist hebt - Ce que vous n’avez certainement pas râté - You didn’t miss this one did you ?
21 09 2010 Le conseil de l’Europe demande de respecter les droits des immigrants (Le Monde)
A quote a day, keeps the doctor away ;-)
“Dès que tu mets un pieds dan ladite Cour, tu ne sais pas pourquoi, mais tu es soudain stressé. Le décorum, mon vieux, le décorum et sa galerie d’ornements, jusque dans les robes rouges ou noires, bien étudiées pour le spectacle, ornées de peau de lapin”
Roland Agret, ‘La Justice me fait peur’, cité dans E. Pierrat, Antimanuel du droit.
le code vestimentaire ?
21 september 2010
Trek in die decennia - lange tradities maar eens een lijn, een ‘Code Vestimentaire’ waard. Zoals de meeste wetten: meer uitzonderingen dan regels.