dagboek van mijn laatste jaar
dagboek van mijn laatste jaar
2010/11
Vrederechters zijn altijd wel een beetje “tegendraads” geweest: dit is zelfs de consument-vriendelijke traditie waarop we fier zijn (of waren). De materie van de parkeerretributies lijkt in de afgelopen jaren een geschiedenis van steeds vernieuwde inspiratie. Her en der bleken collega’s bezwaren te hebben, en daaraan werd meer dan eens enkel verholpen via reparatiewetgeving: zo vér naast zaten ze er dus niet altijd ?
“Cassatie” is overigens niet het ultieme argument om teruggefloten te worden: enkel “wanneer, na cassatie, tegen de tweede beslissing dezelfde middelen worden aangevoerd als tegen de eerste, wordt de zaak gebracht voor de verenigde kamers van het Hof van Cassatie (...) Wordt de tweede beslissing vernietigd op dezelfde gronden als bij de eerste cassatie, dan voegt de feitenrechter zich naar de beslissing van het Hof van Cassatie betreffende het door dat Hof beslechte rechtspunt” (art 1119 & 1120 Gerechtelijk Wetboek).
Dit is een elementaire regel van ons rechtsbestel, en eigenlijk het énige geval waarin een “precedent” bindend is. Daarin verschillen we van de Angelsaksische wereld, sorry Judge John Deed ;-)
Bijgevolg baart de (door mij nog niet ontvangen ;-) “oproep” vanwege de “Federatie van parkeerbeheerders” aan de vrederechters om “eenduidige vonnissen te vellen” verwondering. Misschien krijgen we dat soort “oproepen” binnenkort van eigenaarssyndicaten, consumentenverenigingen, drukkingsgroepen allerhande ?
Je vraagt je overigens inderdaad af of alle parkeerwachters evengoed opgeleid zijn: anders zouden ze zélf niet fout parkeren (zie hier mijn blog van 8 10 2010 ‘Quis custodiet ipsos custodes ?’ ) .
De essentie is echter de juridische gewetensvrijheid van de vrederechter, en dus zijn/haar onafhankelijkheid. Het is het parkeerbedrijf dat die vrijheid - ook eigenlijk de essentie van onze rechtstaat - soms ontwijkt door aan “judge shopping” te doen - net als veel grote firma’s en nutsleveranciers.
Als de rechtzekerheid hét argument zou zijn (waarmee ook de consument - (fout-)parkeerder gediend zou zijn) is er wel één evidente oplossing van het gezond verstand: stuur heel de parkeermaterie opnieuw wég van de familiale vrederechter waar die een “vreemde eend in de bijt” bleek, en hoogstens in kleine kantons een welkom statistisch aanvullertje om het personeelsbestand te rechtvaardigen.
Wetgever, deze materie is verkeerd geparkeerd. Laat de vredegerechten niet dichtslibben met een virtuele privé-politionele opdracht. Herstel een homogeen takenpakket, zoals bedoeld bij de oprichting van de professionele politierechtbanken in 1995. Eén lijntje bij art. 601bis Ger.W volstaat.Laat de vrederechter zich concentreren op zijn familiale core-business, die zo belangrijk is voor ons maatschappelijk weefsel, en geef hem/haar er zo nodig de kortgedingen bij echtscheiding bij. Stuur die industriële verkeersbevoegdheid over de openbare ruimten dus terug naar “afzender”: de politierechtbanken, die ook de nauw verwante penale materie in dat verband verder beheersen.
Daar beschikt ook de burgerlijke kamer over alle know-how om dit “gedepenaliseerde” varkentje te wassen, en ook over het personeel, want het wordt hard zoeken om één politierechtbank te vinden waar het personeel afgebouwd werd omwille van een beleid van niet-vervolging van penale parkeerboeten, of de ondertussen massale depenalisatie van heel het parkeergebeuren. Omgekeerd kijkt mijn griffie anno 2011 met dezelfde man/vrouwkracht tegen 1700 nieuwe invorderingen voor parkeerretributies aan... 40 % zaken er zomaar bij... (zie hier de link van het vredegerecht Roeselare FAQ over parkeerretributies) wat niet haalbaar is.
Daarenboven gaat dergelijke ‘terug naar af’ - regeling ook al één stap in de richting van wat de parkeerbedrijven wensen: een schaalvergroting van het jurisdictioneel beleid, dat dan gevoerd wordt over een heel arrondissement heen, en niet enkel over één kanton, dus al één éérste stap naar eenmaking, daarenboven ook dank zij het collegiaal overleg van meerdere rechters in hun éne politierechtbank. Bij die gelegenheid mag ook de territoriale bevoegdheid (enkel de rechter van het arrondissement waar de niet-betaling aanleiding vond) dwingend geregeld worden, al zal het judge-shopping bij een arrondissementele omschrijving al veel van zijn aantrekkelijkheid verloren hebben.
Daarenboven moet dit niet leiden tot een minder “klant-vriendelijke” lokale inplanting van de invordering: politierechtbanken kunnen met wat overleg zich perfect organiseren om in die materie enkele malen per jaar massale “thema-zittingen” per gemeente aldààr (in de zittingszalen van de vredegerechten) te organiseren, net zoals het meestal nu gebeurt in de vredegerechten.
Ondertussen verraadt ook déze problematiek eens te meer de verschillende - of tegenstrijdige - belangen tussen vrederechters en rechters in de politierechtbank: de eersten voor hun individuele verantwoordelijkheid in hun kanton, de anderen collega’s in een “korps”, geleid door de daarin oudstbenoemde. Dit illlustreert nog maar eens het aberrante van een ‘Algemene Vergadering’ (de Januskop van art. 340 Ger.W.) voor beide, volstrekt verschillende types rechtbanken met een wisselende voorzitterskepie, en zig-zag-koers: nu eens klinkt de klok van de vrederechter, dan eens de aanpak van de politierechter (zie over dit dysfunctioneel geworden compromis mijn blog van 24 09 2010 hier: ‘Het onding en de schelm’ ).
In welke richting dreigt daardoor ondertussen een gelijkstelling tussen vrederechters (binnenkort rechters in het vredegerecht ?) en rechters in de politierechtbank te evolueren ? De vraag te stellen is ze te beantwoorden...
Wat u vast niet gemist hebt - Ce que vous n’avez certainement pas râté - You didn’t miss this one did you ?
17 01 2011 “Parkeerboetes onwettig ?” (VTM nieuws)
18 01 2011 “Boetes uitgeschreven door parkeerbedrijven niet geldig” (HLN)
18 01 2011 “Parkeerbeleid in België onwettig” (HLN)
18 01 2011 “Schouppe: Huidig parkeerbeleid zorgde nooit voor problemen” (HLN)
A quote a day, keeps the doctor away ;-)
“Het grootste onheil dat een magistraat kan overkomen is dat hij die vreselijke bureaucratenziekte oploopt die conformisme heet. Het is een geestesziekte, niet zo heel anders dan pleinvrees: de angst voor de eigen onafhankelijkheid, een soort obsessie, die niet wacht op aanbevelingen van anderen, maar ze al voor is, die niet buigt voor de pressie van meerderen maar zich inbeeldt en er al op voorhand voor zwicht”
Piero Calamandrei (1889 - 1956) , Lof van de Rechter, geschreven door een advocaat (Elogio dei guidici - 1935)
Photo of the day:
Guess... ;-)
Poem of the day:
“Nao sei se deitando dados
Se chega a qualquer conclusao
Mas tambem nao sei
Se vivendo como o comum dos homens
Se atinge qualquer coisa”.
(Ik weet niet of door teerlingen te werpen
Men tot enige conclusie komt.
Maar ik weet ook niet
Of door net als iedereen te leven
Men tot wat dan ook komt)
(Alvaro de Campos (Fernando Passoa), De metafysische ingenieur en andere gedichten 1923 - 1935 (vertaald door August Willemsen) - Uitg. De Arbeiderspers 2002
wetgever, verkeerd geparkeerd
18 januari 2011
Stuur die industriële verkeersbevoegdheid over de openbare ruimten dus terug naar “afzender”...