dagboek van mijn laatste jaar
dagboek van mijn laatste jaar
2010/11
Nee, het gaat dus niet over de Belgische geschiedenis van 1830 - 1831, noch wat ons sinds de laatste verkiezingen overkomt met “lopende zaken”. De ‘Voorlopige Bewindvoering’ (zie hier de FAQ link op de website van het vredegerecht) is allicht de énige wetgeving waarvoor ik bijna letterlijk publiciteit maak. Ze is (relatief) eenvoudig, dus gebruiksvriendelijk, efficiënt, en onmisbaar in onze samenleving waar voor iedereen het noodlot van een ongeval kan toeslaan, of waar we steeds ouder wordend, onszelf dreigen te overleven.
Het is ook de procedure bij uitstek waar vrederechter en griffier, in oog staan met verdriet. Niet in onze eigen zittingszaal, maar thuis bij de patiënt, in een ziekenhuis, of kamer van een rusthuis. Waar we zelf eens moeten doorslikken, en op de tanden bijten. Waar we onszelf gelukkig prijzen. Waar we vrezen dat dit onszelf ooit overkomt.
Eigenlijk een geruststelling dus, zoals ik ook aanvoelde toen wijlen mijn moeder in dàt kader, destijds haar steeds frelere, maar toch zeer besliste en weloverwogen wil dicteerde aan mijn collega - vrederechter.
En ‘Moe’ maakte tot eigen hilariteit in haar ziekenhuiskamer dezelfde vergissing als ik zo vaak hoorde: de vrederechter omwille van het “decor” reflexmatig aanspreken met “dokter” of “meneer pastoor”..., in haar geval “mijnheer de notaris”. Maar ze schoot in een lach, en herpakte zich.
Soms is die vergissing niet eens aan de orde, zoals bij coma-patiënten, Verkeersongevallen, valpartijen, medische aandoeningen, of wat een mens zich zelf soms aandoet... Dan sta je oog in oog met een ontredderde familie, want dan was dit géén slepend proces als bij dementie, maar iets dat hen overviel.
Vandaag is het de verjaardag ven een ontmoeting in dié kritieke sfeer. Een cerebraal accident. Het bezoek aan de urgentiekamer vol flitsende apparatuur is een kort, maar naar ik altijd hoop, toch ook respectvol moment. Precies door het dramatisch kader, en de moeilijke prognose, heeft het altijd iets van een ceremonie. Soms is er hoop, en soms zelfs genezing tegen alle pronostiek in, zoals ik twee keer recent meemaakte. Ik probeer me ondertussen de loodzware last de familie in te beelden, maar moet tegelijk afstand nemen. Ook dàn moet ik ‘oordelen’: I have a job to do. Gelukkig wordt er zelden echt ruzie gemaakt aan zo’n ziekbed, maar conflicten zijn vaak niet ver weg, al spreken we ze dan wel verder elders, in de raadkamer van het vredegerecht uit. Of we proberen toch... Collega Benoit schreef ooit een hoofdstuk onder de titel: “Famille, enfer ou paradis ?”.
Omdat wie met de familiale opdracht van een Voorlopig Bewindvoerder geconfronteerd werd, dit allemaal veel scherper aanvoelt dan de professionele repeat-player die ik ben, geef ik voor de eerste keer, deze blog voor één dag aan iemand uit: de voorlopige bewindvoerder, die ik Clara zal noemen, en ondertussen zélf herstelt van een ernstig medisch incident.
Ik herinner me een krachtige dame, van wie ik dacht: “hier moet ik even extra tijd nemen, want “ ‘no’, won’t be an answer”. Haar zus in coma, en het nieuwe huis van ‘zus’ in een werf. This would be a though job: bouwmeester, accountant, bankier en familiaal bemiddelaar terzelfdertijd, bovenop een eigen job en huisgezin. Het werd een intens overleg, met zoals altijd, meer vragen dan antwoorden, en ze kon me overtuigen, om haar de kans te geven.
Een krachtige getuigenis die je hierna in alle details van de realiteit leest in een inleiding en mijn obligate 3Questions, maar vooral wat we later mochten ontvangen, als een zeldzaam geschenk aan het vredegerecht, en hierna volgt als link: het logboek van Clara .
Clara aan het woord:
“Over het België van 1830 zal ik het hier niet hebben.
Op 11 mei vroeg de vrederechter of ik wel zeker wist dat ik bewindvoerder van mijn zus wou worden. De omstandigheden waren moeilijk en de zaken redelijk omslachtig. Hij raadde het mij af. Maar met mijn gebruikelijke koppigheid dacht ik aan de inmiddels gevleugelde woorden van Frieda Van Wijck : “A woman well prepared is two womans weird!” Hij had gelijk: ik zou het ook iedereen afraden. Niet dat het een zo rap mogelijk te vergeten periode in mijn leven is. Integendeel, ik heb één en ander geleerd.
Maar om als niet-juridisch persoon bewindvoering te veroveren moet je een papieren oorlog uitvechten. Als het slagveld voor elke veldslag dan nog eens 50 km van je kamp verwijderd is en als je dat naast je gezin en een fulltime job moet organiseren, en daarbij nog wat quality time wil hebben met de beschermde persoon kom je in tijdnood. Door dat tijdgebrek heb ik in mijn auto veel nagedacht en gepland, gegeten, getelefoneerd en te rap gereden, met alle bijhorende boetes.
Ik heb ondervonden dat je in dit laatste geval onmiddellijk geïdentificeerd en gelokaliseerd wordt, maar als je een weg zoekt om hulp te kunnen bieden, moet je met alle mogelijke middelen telkens opnieuw bewijzen wie je bent en waar je woont. Het is correct dat het systeem veiligheden inbouwt om een beschermd persoon dan ook daadwerkelijk te beschermen, maar dat systeem is veel te log en totaal onvriendelijk voor de gebruiker. Enkel het vredegerecht bracht vrede.
Met meer tijd en minder eigen controle om toch enige objectiviteit te bewaren zou dit logboek veel omvangrijker, emotioneler en kleurrijker geworden zijn. Het kon een bloemlezing worden van frustraties en verdriet, maar ook van gedrevenheid om een opgenomen taak tot een goed einde te brengen. Nu ja, een goed einde? Toen ik hieraan begon, wist ik dat deze fase zou eindigen met het verlies van mijn zus …
JustWatch:
Jouw ontmoeting met ‘justitie’ was - zoals vaak - onvoorzien. Hoe keek je voorheen tegenover dat soort “apparatuur” aan, voor zoveel als je je die vraag al stelde. Vond je “justitie” iets dat enkel voor “anderen” enig nut vertoonde, dus iets “vreemds”, of hebben je ervaringen iets bevestigd van wat je vroeger essentieel belangrijk vond ?
Clara:
Mijn hele leven had ik erg weinig te maken met justitie, zeker in de pejoratieve betekenis van het woord en de instantie. Dit adjectief gebruik ik even opzettelijk, want dat zit er nog zo vaak in bij de mensen. “Hij is met justitie in aanraking geweest” houdt niets goeds in. Mijn perceptie van justitie was dat zoiets moet bestaan omdat er toch ergens iemand de touwtjes van de regels in de samenleving in handen moet houden, maar tegelijk kwam het me hopeloos ouderwets voor omdat Napoleon mij daarbij steeds voor ogen is gebleven. Dit is misschien een ietwat naïeve visie van een totale leek die toch hoopt om daarin rechtvaardigheid te vinden als er haar eens iets totaal onrechtvaardig overkomt.
Aan het vredegerecht heb ik al uit mijn vroegste leesjaren een bepaalde herinnering door een verhaal waarin een wijze ‘juge’ oordeel moest spreken in een boerenruzie over kippen ergens in een plattelandsdorp. Ook weer doordat ik nooit het vredegerecht nodig had, was een vrederechter voor mij enkel geëvolueerd tot een bekwaam man die eerder uit common sense en gebonden door het wetboek probeert te verzoenen of vonnissen velt, daar waar de mensen door gebrek aan communicatie en goede wil er zelf niet (willen) uitraken. Door de ervaring van het laatste jaar ben ik het ‘vrede’gerecht beter gaan begrijpen en het besef van de brede werking ervan gaan uitbreiden.
Zoals ik vroeger al vermeldde, bracht het mij echt vrede tijdens een moeilijke periode. De totaal onbekende en ook triestige situatie waarin ik me opeens bevond, hield tegelijk a difficulty and an opportunity in .Ik moest die zo goed mogelijk aanpakken, maar ik had houvast en hulp nodig. Dat was het essentiële.
De vrederechter en de griffier met wie ik kennismaakte zijn mensen die me meteen raakten. Ik werd aangesproken in mijn waarde, geen betuttelende of te belerende toon. Daardoor was ik meteen gerustgesteld dat er duidelijke communicatie mogelijk was.. Weten dat er mensen zijn die begrijpen dat jij iets niet begrijpt, aan wie je ongegeneerd je vragen kan stellen en een antwoord krijgen waarmee je verder kan, hielpen me onmiddellijk op weg. De telefonische of mailcontacten met de medewerkers waren hartelijk en to the point. Al vanaf de tweede keer dat ik iemand nodig had, kende men mijn verhaal. Nooit werd ik opnieuw en opnieuw doorverbonden om telkens hetzelfde te moeten vertellen. Druk 1 voor … of tik eerst je dossiernummer in vooraleer ... is daar vervangen door een aangename stem die je via de website ook meteen een gezicht kan geven. Het is me niet overkomen dat alle medewerkers in gesprek waren en dat het gedwongen programma ’Ken je klassiekers’ mij ergerde.
Dus als ik nu, na mijn uitweiding, de vraag opnieuw lees, kan ik met alle gerustheid antwoorden dat dit luik van justitie zeker ingevuld heeft wat het in essentie zou moeten zijn : een ondersteuning voor mensen die het nodig hebben.
JustWatch:
Justitie, dat is uiteraard enkel het werk van mensen als jij en ik. Jouw ontmoeting ging recht in de familiale sfeer, in een voor jou uiterst moeilijke periode. Laat de structuur van de wetgeving waar je plots geconfronteerd mee bent, een aangepast antwoord, of zelfs een vorm van ‘begeleiding’ toe in dergelijk traject, of bleef het te afstandelijk, en was het maar beter zo ? Heb je suggesties voor formules tot extra persoonlijke ‘bijsturing’ die de vrederechter een meer actieve rol zouden toebedelen - eventueel ten koste van jouw beleidsvrijheid ?
Clara:
Het treft me dat er in de vraag staat ‘het werk van mensen als jij en ik‘. Dat is inderdaad zoals ik het ook graag zie, maar ik vrees dat we daarmee Utopia binnentreden. Als ik even de bedrevenheid van politici mag aanwenden en een vraag met een vraag weerleggen : wie zijn mensen als jij en ik? Een vrederechter met hart en ziel, medewerkers met empathie, een bezorgde zus?
Dit klinkt misschien boud en wie wil, kan er de connotatie ‘verwaand’ aan verbinden, maar er was tegelijk een flinke portie branie en een besef van onmacht en onkunde nodig voor wat kwam. Jullie structuur van wetgeving en jullie persoonlijke invulling daarvan hebben mij uitstekend begeleid. Jullie documenten zijn transparant en de instructies waren goed omkaderd. ‘Afstandelijk’ of ‘te persoonlijk’ zijn niet in me opgekomen. Op die manier hebben ‘jij en ik’ inderdaad met justitie het traject zinvol afgelegd. Wij gaven mijn zus waar zij recht op had : verdere zorg om hetgeen waar zij altijd voor gewerkt heeft en de bescherming ervan.
Maar er kwamen nog meer mensen en instanties voor in het plaatje. Helaas heb ik niet voor iedereen en alles zoveel waardering en enkel positieve superlatieven. ’De wetgeving’ heeft mij door overbodige kilometers en totaal verspilde tijd tot meerdere verzuchtingen en gefrustreerde uitlatingen gedreven. Dat lees je ook verscheidene keren in mijn dagboek. Toch ben ik er nu nog steeds niet uit of het inderdaad de wetgeving zelf was of de ambtenaren en bedienden die er zich door onkunde achter verscholen, die mij zo vaak dicht bij Kafka of in een dictatoriale bureaucratie brachten … Een gepast antwoord, begeleiding? Zelden. Afstandelijk? Dat konden velen garanderen! Was het beter zo? Neen! Ik verwachtte niet dat iemand voor me ging buigen of me over het hoofd aaien, maar dat ik soms behandeld werd als een moeilijk mens met duistere bijbedoelingen was voorbij het goede fatsoen. Ook zij zijn mensen als jij en ik, maar weinigen gaven mij een gevoel van ‘recht’ voor zus en mij.
Wat mij het meest ergerde was dat mensen die competent zouden moeten zijn officiële documenten zoals een vonnis van de vrederechter, een volmacht van mijn broers, zelfs de identiteit op mijn identiteitskaart in twijfel trokken. Onvergeeflijk tactloos was dat mijn zus en haar toestand als ‘quantité négligable’ werd beschouwd. Zowel de geest als de letter van de wet leken ‘Chinees’.
Had dit anders gekund? Met stenen gooien doe ik niet, bedenkingen maken wel. Dikwijls heb ik me afgevraagd of ik de eerste persoon was die voorlopig bewindvoerder was voor een zus in die situatie? Dat zal niet, maar toch leek ik een obscuur domein te betreden toen ik met mijn vraag tot handelen banken of andere instituten binnenstapte.
Is er een communicatiekloof tussen justitie en die instellingen? Dan moet die overbrugd worden. Is de wetgeving in verband hiermee zo onaanwendbaar? Misschien is ze zo omslachtig en dubbel dat men door het bos de bomen niet meer ziet? Dan moet er gesnoeid worden en is er werk aan de winkel om vereenvoudiging aan te brengen.
Overal waar ik kwam, heb ik de site van het vredegerecht Roeselare (Noot: niet mee on line sinds december 2011 - zie nu de FAQ van de blog) aanbevolen. Of iemand die bezocht heeft? Een duidelijke brochure met de regels die ik kon raadplegen en moest volgen zou die bedienden veel klaarheid brengen. Misschien bestaat die, maar ik zag ze toch nergens binnen handbereik liggen. Een bijscholing met de deskundige uitleg van een vrederechter zou heel nuttig en zelfs tijdbesparend blijken. Is dit haalbaar? Dat weet ik natuurlijk niet.
Mijn beleidsvrijheid, positief of negatief, heeft me gestuurd in wat ik wou. Wat ik kon,was onlosmakelijk verbonden met de verzuchtingen die ik hierboven uitte. Ik was bewindvoerder. ‘Bewind’ heeft zeker zijn betekenis, maar die is ondergeschikt aan het feit dat je dit doet voor een ‘beschermd’ persoon. Dat blijft het belangrijkste.
JustWatch:
Je zus is heengegaan. Ondertussen werd je zelf heel plots geconfronteerd met een kritiek gezondheidsprobleem, waarvan je nog herstelt. Na wat je voor je zus volbracht, moet dit wel heel zwaar overkomen. De moeilijkste vraag, die ik nauwelijks durf te stellen, maar jouw eigen ervaring verbindt met een moeilijke toekomst die niemand van ons voor zichzelf kan uitsluiten: hoe zou je zelf wensen, dat jouw ‘voorlopig bewindvoerder’ die opdracht aanpakt. Waarmee je meteen ook aangeeft, waar dié vrederechter ook maar beter moet kunnen leven ;-)
Clara:
Dit is een heel confronterende vraag, maar het is goed dat je ze stelde. Hoewel ik niet vaak om woorden verlegen zit, had ik dit antwoord toch niet gauw klaar.
Vorig jaar praatte ik met mijn volwassen kinderen over de situatie van hun tante en de bij wijlen papieren oorlog die ik voor haar voerde. Onvermijdelijk kom je wel eens bij de hypothese ‘Als het mij ooit overkomt, dan moeten jullie …’ In de veronderstelling dat één van mijn kinderen misschien mijn voorlopig bewindvoerder zal worden omvat mijn wens meer hoop dan richtlijn.
Eerst en vooral wil ik hopen dat ze bij een vredegerecht (indien dat de procedure blijft) terechtkomen waar correcte en hartelijke ondersteuning te vinden is. Daar moeten ze vertrouwen en waardering geven en krijgen.
Als voorbereiding op zo’n trieste toekomst, die inderdaad niemand voor zichzelf kan uitsluiten, heb ik hen het laatste jaar heel wat meer betrokken in de zakelijke en financiële situatie en handelswijze van het gezin en de familie. Ook op de verantwoordelijkheid die moet gedragen worden tegenover andere familieleden of derden heb ik hen al gewezen. Je inleven in het leven van een persoon met wie je niet meer kan communiceren is aartsmoeilijk, het mag dan nog je zus of je ouder zijn.
Een van de belangrijkste factoren is ook dat mijn bewindvoerder tijd neemt voor die opdracht. Hij moet voorbereid zijn en weten wat kan en mag zonder daardoor ooit betweterig over te komen. Verder raad ik hem aan wel doortastender dan ik te werk te gaan. De volgende generatie is toch al assertiever gekweekt is dan de mijne.
Te vaak heb ik mijn degelijke en brave opvoeding laten primeren -mede door het feit dat al deze verwikkelingen gebeurden in mijn eerder conservatief geboortedorp dat ik al lang verlaten had- op wat ik had willen aanwenden om (toch efficiënter) mijn doel te bereiken.
Zou die manier dan botsen met een vrederechter? Als dat een persoon is die kan luisteren naar een goedbedoelde argumentering en die daarbij samenhangend kan interpreteren met een bewind dat, naar ik hoop, verloopt zoals het ‘een goed huisvader’ betaamt, zal hij/zij daar ongetwijfeld mee kunnen leven.
Misschien hoort tegen dan ‘als een goede huismoeder’ ook al bij de juridische termen! Dit laatste om zelfs in moeilijke en erg serieuze omstandigheden toch nooit je knipoog te verliezen ;-))
Wat u vast niet gemist hebt - Ce que vous n’avez certainement pas râté - You didn’t miss this one did you ?
A quote a day, keeps the doctor away ;-)
Yesterday is history,
Tomorrow a mystery,
Today’s a gift
That’s why it’s called ‘present’.
Origin unknown
Photo of the day:
Straatnaam, net achter het Belgisch Parlement. Ook een beetje de tijd die we beleven ;-)
Poem of the day
Het huis voor 6
wordt huis voor 5,
wordt huis voor 4,
wordt huis voor 3,
wordt huis voor 2.
De ruimte blijft,
het leven krimpt
maar wordt rust en herinnering.
Phara de Aguirre – Mooiste Woorden Boek II
YouTube
Israel IZ - Somewhere over the rainbow
voorlopig bewind: het logboek
11 mei 2011
“Ik kan met alle gerustheid antwoorden dat dit luik van justitie zeker ingevuld heeft wat het in essentie zou moeten zijn : een ondersteuning voor mensen die het nodig hebben”.