Questioning Justice
Questioning Justice
2015/16
Wat is er aan de hand met de Hoge Raad voor de Justitie ?
(met updates tot 28 06 2011: samenstelling HRJ onderaan)
Maandag legde een Belgische parlementaire delegatie in Parijs een krans neer voor de Bataclan, plaats van een drama dat justitie niet voorkwam. Misschien kon dit drama ook niet voorkomen worden. Toch speelt net ook justitie een sleutelrol in de beveiliging van de burger, en met de burger ook in het rechthouden van de rechtstaat.
De Senaat mag straks voor het gebouw van de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) een krans neerleggen ter herdenking van de onbekende politieke benoeming binnen de HRJ. En een tweede krans voor alle benoemingen die daar zullen volgen vanwege de HRJ.
De clandestiniteit waarin de helft van de 44 leden van de Vijfde Grondwettelijk Macht door de Senaat aangewezen worden is een schande voor onze rechtstaat. Meer dan ooit is een grondig herdenken en hertekenen van de HRJ aan de orde.
Een terugblik van 2000 en 2012 tot vrijdag laatst.
2000
Met het Dutroux-drama werd de politiek de wacht aangezegd voor haar verantwoordelijkheid in het falen van politie en justitie. Onpartijdige en kwaliteitsvolle benoemingen in de magistratuur zouden voortaan gewaarborgd worden door de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ).
De eerste daad van de eerste voorzitter daarvan was de bestelling van een Finse vergadertafel van €100.000 en haar laatste daad was het aanvaarden van de titel van barones. Karin Gérard, de Brusselse magistrate in kwestie kwam recent in andere omstandigheden ten val (link naar het artikel van Marie-Cecile Royen in Le Vif hier). Die zijn nog het voorwerp van een gerechtelijk onderzoek waarin Brusselse kwatongen Jack Daniels als verdachte aanwijzen.
Haar toenmalige mede-voorzitster Edith Van den Broeck was ondertussen uitgeweken naar het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding. Daar werd ze voor haar leiding van de opleiding ook al roemloos gebuisd maar pas recent vervangen.
2012
De HRJ- samenstelling 2012 – 2016 was wel helemaal een ‘mandatus horribilis’, want tal van onregelmatigheden brachten haar legitimiteit onophoudelijk in het gedrang. ‘Vertrouwen, het sleutelwoord verdwijnt’ kopte mijn opinie al in De Juristenkrant van 26 09 2012. Die volgde na mijn vraag ‘De Hoge Raad van het Vertrouwen ?’ (opinie VRTDeRedactie.be van 08 07 2012).
Zelfs de magistraten (die 22 van de 44 leden rechtstreeks uit eigen rangen verkiezen) slaagden niet in een ordentelijk verkiezingsverloop. In eender welk dorp van een goede 2.000 zielen zou dat tot een herkiezing aanleiding gegeven hebben, maar niet als het over de Vijfde Grondwettelijke Macht gaat. In antwoord op een stekelige vraag van Jean-Marie Dedecker las toenmalig minister Turtelboom in het Parlement een verklaring van de HRJ zelf voor waaruit bleek dat geen enkele wet toelaat de regelmatigheid van die verkiezingen na te zien en ook de HRJ zelf niet eens het wettelijk verloop van haar eigen verkiezingen kan onderzoeken (lees daarover mijn opinie op Knack van 17 09 2013). De HRJ blijkt dus een juridische ramp.
Hoe de Senaat in 2012 kronkelde om Michèle Loquifer (echtgenote van ex PS-minister, PS-voorzitter en EU-commissaris Busquin) als niet-magistrate te catapulteren naar het voorzitterschap van de HRJ (en voorzitter van de Franstalige benoemingscommissie !) is nog een veel sterker verhaal. Tot een halve maand na de afsluiting van de kandidaturen was ze nog magistraat, want voorzitter van de Nijvelse rechtbank van eerste aanleg. Raar dat eminente juristen-senatoren dat toen niet opmerkten, zoals Danny Pieters (N-VA), Rik Torfs (CD&V) en Francis Delpérée (CDH) om er maar enkelen te noemen (lees daarover mijn opinie op Knack van 07 10 2013).
Het kwam nooit echt goed. In mei 2013 werd Michèle Loquifer in het kader van een strafonderzoek als HRJ-voorzitter geschorst en na haar verrassende vrijspraak in januari 2015 nam ze – naar verluidt onder niet geringe druk – ontslag. Ze deed dus nog geen gerechtelijk jaar uit, maar kreeg er wel 3 jaar lang een topwedde voor.
Echter voldeed heel de aanwijzing door de Senaat van de Franstalige niet-magistraten niet aan de voorwaarden van de wet: zo was het verplichte quorum van de voordrachten was niet gerespecteerd. Er moesten minimum 5 HRJ-leden (niet-magistraten) door de Senaat aangewezen worden uit de kandidaten die voorgedragen waren vanuit de universitaire wereld en de advocatuur (art 259 bis 1 §3 Gerechtelijk Wetboek) maar de Senaat selecteerde er maar 3 van. Dat is geen louter rekensommetje, maar betekenisvol.Toen de instelling van de HRJ einde de 90-er jaren besproken werd, gold die minimum regel van 5 verkozenen uit de door de advocatuur en de universiteiten voorgedragen kandidaten precies als een grendel tegen een vrijpostige politisering van de HRJ. Toenmalig senator Bart Laeremans (Vlaams Belang) vond die minimumregel zelfs te laks omdat ook binnen die voorwaarden de traditionele partijen hun kandidaten in de HRJ benoemd zouden krijgen (Kamerrapport DAC 1677/8 - 97/98, 37).
Toen uw #justitiewatcher wegens die reeks van ernstige onwettelijkheden opriep tot collectief ontslag van de HRJ, gaf plaatsvervangend HRJ-voorzitter Blandmailland op het ASM-colloquium (Association Syndicale des Magistrats) van 17 oktober 2013 verbatim toe dat dit “collectief ontslag ernstig overwogen was” (link verslag Justwatch hier). Alleen woog ‘la raison d’état’ zwaarder: de vele benoemingen die toen voor het Nieuw Gerechtelijk Landschap dringend aan de orde waren. Het was ook deze HRJ die Luc Hennart als legendarisch manager van de Franstalige Brusselse rechtbank van eerste aanleg voor benoeming voordroeg: met de groeten van zowel de Franstalige als de Nederlandstalige Benoemingscommissie binnen de HRJ nota bene.
Na de rocamboleske periode 2012 – 2016 zou je denken dat de politiek haar les zou geleerd hebben en voorzichtiger zou omspringen met de HRJ als waarborg voor een meer onafhankelijke en performante Derde Grondwettelijke Macht.
Je zou ook verwacht hebben dat – naar bv. Amerikaans model – de aanstelling van die spilfiguren voor de justitie van de toekomst voorbereid zou worden met publiek gemaakte kandidaturen, openbare hearings en een grondig debat over hun positie en programma (zie punt 7 van mijn 10 punten voor Justitie - opinie over inzet van de verkiezingen van 25 05 2014 op Knack.be). Zo onderzoekt de HRJ nu nog met de ene hand de magistraten die zij met de andere hand benoemde. Een onafhankelijk Comité J. is hiervoor een beter alternatief.
Nee, niets daarvan.
17 juni 2016
Dat de Senaat op vrijdag 17 juni jl. 11 Nederlandstalige en 11 Franstalige leden niet-magistraten voor de HRJ moest aanwijzen stond nochtans al lang vast. Het punt prijkte dan ook stipt op de agenda van het Bureau en de plenaire vergadering van die dag.
Maar horresco referens: meer dan ooit te voren was de identiteit van de kandidaten die zich aangeboden hadden zo goed als militair geheim. Op Twitter (zie hierna) vond Senaatsvoorzitter Defraigne er niet beter op dan te antwoorden dat de Grondwet die informatie niet voorzag. Alsof de Grondwet of de toepasselijke artikelen van het Gerechtelijk Wetboek die evidente transparantie verbieden.
Wie was kandidaat ? Welke kandidatuur beantwoordde aan de wettelijke voorwaarden ? Wie was opgeroepen om zijn/haar kandidatuur toe te lichten, waar, wanneer ? Mediastilte, althans on the record.
De volledige lijst van de kandidaten vindt u ondertussen op dit document van de Senaat (ink hier naar DOC 6-272/1) .
Zelfs het houden van hoorzittingen wordt telkens steevast in vraag gesteld, wat verklaart dat de kandidaten ook nu slechts ter elfer ure opgeroepen werden. Dat gebeurde achter gesloten deuren en zonder enig schriftelijk verslag.
Wanneer vervolgens binnen de meerderheid een politiek akkoord tot stand kwam over de ‘modellijst’ bleek vrijdagmiddag 17 juni tot overmaat van ramp dat die ‘modellijst’ - zoals al in 2012 - onwettig was: de verdeelsleutel van (het gewijzigde) art. 259bis1 §3 Ger.W. bleken opnieuw (!) niet nageleefd, zodat het Bureau daarover opnieuw moest onderhandelen.
Off the record bleek ook groot ongenoegen over de machtshonger van de grootste speler (N-VA) voor de aanwijzing van de Nederlandstalige leden, en dat in de beste particratische traditie die de PS in het verleden voor de Franstalige leden hanteerde.
De wiskundige formule D’Hondt werd met meer mathematische verbeeldingskracht dan ooit ingezet voor een HRJ-versie van het ‘cordon sanitaire’ waarbij de oppositie zo goed als verdween en zelfs coalitiepartners tot figurantenrollen gedegradeerd zouden worden.
Dat een juridische ervaringsdeskundige als Pol Van den Driessche – tussen nieuwe Brugse verkiezingsbeloften voor de Ronde van Vlaanderen doorfietsend – daarvoor instaat, kan niet echt geruststellen. Met Jan Becaus in de Senaat heeft de witte rook voor de HRJ-kardinaalen alvast nog nooit zo lang op zich laten wachten.
Geklungel.
Zelfs al bij de formele oproep in het Belgisch Staatsblad voor de kandidaturen slaagde de Senaat er al in de wettelijke voorwaarden verkeerd te vermelden. De publicatie van 31 december 2015 hield – o ramp - geen rekening met de wetswijziging van 23 november 2015.
Het erratum van 8 januari 2016 verhielp daar aan, maar ondertussen liep de periode van 3 maand voor de kandidaturen al. Zo erg is dat niet, want bij uitstek van HRJ-kandidaten mag je verwachten dat ze de wet kennen - zelfs beter dan de Senaat zelf.
Ontluisterend.
Merkwaardig genoeg releveert die vergetelheid pijnlijk wat politici in die wetswijzing zelf niet gewild hebben. Deels om ontluisterende herhalingen van de Loquifer-saga te vermijden werd voor ex-magistraten een ontluizingsperiode van 5 jaar ingevoerd vooraleer zij als niet-magistraten hun kandidatuur zouden kunnen stellen voor de HRJ. Terecht.
Maar voor politici blijft het nog altijd mogelijk van de ene dag op de andere het politiek mandaat te wisselen voor het witte habijt van de HRJ. Zoals in 2012 gebeurde met ex-minister van Justitie Tony Van Parys, het wit konijn van de HRJ van 2012.
Die vergetelheid bij de wetswijziging van 2015 kan geen toeval zijn - al doet iedereen die we daarover aanspreken daar héél verwonderd over. Tja.
Juridische bedenking.
De 22 ‘niet-magistraten’ vertegenwoordigen de samenleving buiten de magistratuur om. ‘Justitie is te belangrijk om aan juristen alleen over te laten’ stelde professor Hendrik Vuye voor zijn overstap naar de politiek nog terecht in De Juristenkrant van 30 09 2009. De witte poes die de professor toen in Blofeld-stijl op de foto aaide stond alvast niet symbool voor de magistratuur. Toch worden binnen de 22 zogenaamde niet-magistraten ook nog magistraten binnengesmokkeld.
Een eerste voorbeeld daarvan zijn de advocaten die ook plaatsvervangend rechter zijn. Die zijn weliswaar niet stemgerechtigd om de 22 leden-magistraten te verkiezen, want dat kiesrecht en die verkiesbaarheidstelling is voorbehouden aan beroepsmagistraten.
Toch zijn die advocaten juridisch gezien ‘magistraat’. Zo genieten ze het ‘voorrecht van rechtsmacht’ bij eventueel strafonderzoek en vervolging. Dat ze geen ‘beroepsmagistraat’ zijn, belet niet dat ze ‘magistraat’ zijn. Immers kan niemand terzelfdertijd ‘magistraat’ zijn en ook ‘niet-magistraat’.
Dat strikt juridisch argument werd in het verleden nooit voldoende bevonden, wat de aanwezigheid van veel plaatsvervangende magistraten in de helft ‘niet-magistraten’ van de HRJ verklaart. Het toenmalig Arbitragehof oordeelde immers dat de oorspronkelijk voorziene “onverenigbaarheid van de hoedanigheid van lid van de HRJ let die van plaatsvervangend rechter niet (...) volstaat om te verantwoorden dat de door de Senaat benoemde persoon die bovendien plaatsvervangend rechter zou zijn, verplicht wordt ontslag te nemen uit die functie om in de HRJ zitting te kunnen nemen. Laatstgenoemde zal dus de medewerking worden ontzegd van personen die, naast hun ervaring als advocaat, ook ervaring hebben die ze uit de occasionele uitoefening van hun gerechtelijke functies putten” (arrest 3/2001 van 25 01 2001 sub B.12 - link hier).
Evenwel is ook de ethiek van de HRJ zelf, en de legitimiteit die zij door haar vertegenwoordiging geacht wordt uit te stralen. Zo stelt zich ook de vraag naar de professionele intimiteit tussen advocaten die plaatsvervangend magistraat zijn (in vredegerechten, als politierechter, in rechtbanken van eerste aanleg en koophandel, en zelfs in de hoven van beroep) en hun collega’s-beroepsmagistraten. Meestal is die benoeming van advocaten niet het gevolg van een spontane kandidatuur maar van een door de magistratuur zelf uitgelokte sollicitatie. Een aantal plaatsvervangende magistraten ‘rijdt dan ook voor’ de ploeg van de beroepsmagistraten. Vaak zijn zij in de media de tolk van wat meer terughoudende beroepsmagistraten niet kunnen of willen zeggen. Lobbywerk binnen justitie bestaat. Misschien is het zelfs wel wat binnen justitie het best werkt.
De visie van plaatsvervangende magistraten is overigens zeer waardevol, maar het is hachelijk die te beschouwen als een vertegenwoordiging van de samenleving, het middenveld, of zelfs maar louter van de advocatuur zelf.
De aanwezigheid van plaatsvervangende magistraten onder de aanwijzingen die de Senaat uitvoert, trekt dan ook de verhoudingen binnen de HRJ scheef.
Dit geldt des te meer voor de rechters en raadsheren in sociale zaken, en de rechters in handelszaken.
Volgens de Circulaire COLL 3/2012 van 18 04 2014 genieten zij weliswaar géén voorrecht van rechtsmacht. Evenwel betreffen zij geen ‘plaatsvervangende’ maar effectieve magistraten van de zetel.
Hun aanwijzing door de Senaat als beweerdelijk ‘niet-magistraat’ is dan ook niet verdedigbaar.
Zo blijkt professor Laurent Waelkens (KU Leuven) ook rechter in handelszaken in de rechtbank van koophandel (afdeling Kortrijk) - zie link naar diens CV hier.
Gelijkaardige vragen gelden binnen de Nederlandstalige groep kandidaten voor de merkwaardige kandidatuur van David Baele, een attaché bij de FOD Justitie, die gedetacheerd is bij de HRJ. Het is al de tweede keer in de geschiedenis van de HRJ dat een eigen personeelslid uit de ‘inner circle’ kandideert: voor het mandaat 2008-2012 was niemand minder dan Jean-Marie Siscot, administrateur bij de HRJ kandidaat.
Bedenkingen rijzen ook in de reeks ‘le mélange des genres’ voor kandidaten met belangrijke potentieel strijdige verantwoordelijkheden zoals Frank Franceus, sinds 2013 directeur van de Dienst enquêtes van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (in zijn vorig leven adjunct-kabinetchef van minister Bourgeois). Die volhouder probeerde het al eens voor het mandaat 2004-2008 en 2008-2012. Frank Meersschaut, tot slot, is een griffier bij het Grondwettelijk Hof.
Een buitenbeentje is alvast staatsraad Pierre Lefranc, want bekend als ex-voorzitter van de progressieve denktank ‘Magistratuur & Maatschappij’, in die hoedanigheid opvolger van ere-vrederechter Freddy Evers. M&M, nu geleid door Jos Decoker, ondertekende destijds een oproep tegen de Afkoopwet (link hier), hield een studiedag over de positie van de onderzoekrechter (link hier) en publiceert memoranda vanuit een maatschappijkritische visie. De Juristenkrant publiceerde een opgemerkt interview met Pierre Lefranc en prof. Van Orshoven over de justitiehervorming (JK 250 van 31 05 2012). Dàt kan je pas échte adelbrieven voor de HRJ noemen.
Die vrijdag, in de senaatswinkel.
De koers is nu ingezet voor de gele konijnen. Ook met de HRJ-verkiezing heeft N-VA het ‘establishment’ van de oude benoemingscultuur innig omarmd.
Vrijdag zou – zoals in 2012 - gestemd worden aan de hand van een zgn. ‘modellijst’ die door het Bureau van de Senaat zou voorgelegd worden – een merkwaardig diploma van onmondigheid voor de individuele senator, onder de sloef van de partijtucht.
Om 14 uur kondigde senaatsvoorzitter Defraigne een schorsing aan “voor een half uur”. Dat duurde uiteindelijk twee en een half uur van vruchteloze onderhandelingen binnen het Bureau van de Senaat. Naar verluidt was de ‘modellijst’ van 2016 (zoals in 2012) opnieuw niet wettelijk samengesteld door de politici. Om 16uur35 liet de senaatsvoorzitter weten dat “er geen akkoord is met betrekking tot de Nederlandstalige lijst en dat we dus de stemming moeten uitstellen” (tot maandag 27 juni as.). Dit is een historisch, ongezien incident: eigenlijk een bekentenis.
In principe heeft de meerderheid wel de oppositie nodig voor deze stemming. Er moet immers met 2/3 meerderheid gestemd worden, terwijl in de Senaat 26 op de 60 senatoren tot de oppositie behoren en slechts (NL 25 + F 9=) 34 tot de meerderheid. Dat is de tol van deze Zweedse ‘kamikazeregering’ (link naar verdeling hier).
Anderzijds kan er met het minimumaantal kandidaten (3) uit de universitaire wereld niet geschoven worden, want er zijn er maar drie. De Senaat lijkt op dat punt wel voor een ‘fait accompli’ te staan.
In het slechtste geval kan de hele procedure overgedaan worden, na een nieuwe oproep en meer kandidaten die aan de kernvoorwaarden van de wet beantwoorden.
Er woedt dus een hoge politieke koorts over de HRJ.
Het HRJ-mandaat 2016 – 2020 zal immers twee belangrijke verkiezingsperiodes overbruggen en komt in een bijzonder beslissend tijdvak voor justitie. Niet alleen zijn er de fundamentele en vaak interessante hervormingen die minister Koen Geens bovenop de vele Pot-Pourri’s op tafel zal leggen. Er is ook een agenda die dagelijks kan wisselen in die Commissie Justitie Bis: de terro-commissie die met de waan en de angst van de dag steeds machtiger wordt.
Magistraten blijken ook steeds mondiger en trekken openlijk partij in het debat. Frisse geluiden en nuchter mea culpa blijven wel nog relatief zeldzaam in verhouding tot krampachtig corporatisme. Conservatieve agenda’s binnenshuis sporen echter soms ook goed met autoritaire programma’s in het politieke veld. Bij de hervormingen zijn persoonlijke belangetjes gemoeid maar blijven vooreerst fundamentele Mensenrechten de inzet.
Bij de verkiezing van de magistraten- leden van de HRJ waren opmerkelijke verschuivingen te noteren. Aan Franstalige kant werd een arrogante garde aan de kant geschoven. Bij de Nederlandstaligen daagt een interessante jonge generatie op.
Kan de politiek eindelijk de ramen opengooien en de hokjes van de clans en de stamcafés verlaten. Dit is geen tijd voor nieuwe apparatchniks. Justitie verdient een betere #helfie dan gekleurde tuinkabouters die een middenvinger omhoog houden naar de depolitisering van justitie.
Enkele opvallende N-VA - gestuurde advocaat - kandidatenbij de nieuwe kandidaturen (die niét voorgedragen werden door de Orde van Vlaamse Balies):
-advocaat Chris Tijsebaert, persoonlijke advocate van Pol Van Den Driessche
die €625.000 schadevergoeding vorderde tegen Humo-journalist Jan
Antonissen omwille van diens ‘DSK in Vlaanderen artikel’ (link HLN hier).
De eis werd afgewezen (‘De waakhond mag nog blaffen’ opinie #justitiewatcher
in De Morgen 23 05 2013 link hier) maar het illustreert o.a. iets over
persvrijheid: herinner u hoe Yves Desmet aangepakt werd in de procedure
aangespannen door (de echtgenote van) procureur-generaal Yves Liégeois.
-advocaat Herman Van Driessche, N-VA gemeenteraadslid in Zele en
echtgenoot van N-VA deelstaatsenator (!) en Vlaams volksvertegenwoordiger
Miranda Van Eetvelde (link hier) op Twitter @mveetvelde . Merkwaardig: dit is
ook de perfecte remake van hoe PS-kopstuk Busquin zijn echtgenote, Michèle
Loquifer in 2012 naar de HRJ loodste;
-advocaat Wim Van der Donckt, oud-praeses KVHV en bestuurslid N-VA
Bonheiden-Rijmenam (link hier), op Twitter: @wimvanderdonckt (UPDATE:
ondertussen door stoelendans opvolging federaal Parlementslid N-VA)
-advocaat Nick Peeters, voorzitter N-VA Schoten (link hier), op Twitter
@NpPeeters (UPDATE: door stoelendans opvolging nu effectief lid van de HRJ)
Buiten de categorie ‘advocaten’, is er daarenboven de nieuwe poging tot verkiezing van Frank Franceus (zie hoger), de vroegere adjunct-kabinetchef van toenmalig Vlaams minister van Bestuurszaken Geert Bourgeois, en nu diensthoofd enquêtes bij het Comité I.
Misschien is de boeiendste vraag wel naar de agenda van de hierboven ook al vermelde professor Laurent Waelkens, broer van de Kortrijkse ex- schepen van Financiën voor N-VA. Wat de KU Leuven bedoelt met de voordracht van een professor Romeins recht voor een moderne HRJ is maar een vraag als de man niet zou uitblinken door o.m. diep respect voor de gelijkheid van man en vrouw. Een Fernand Huts in de overtreffende trap (link hier) zou binnen de HRJ wel eens gevolgen kunnen hebben in het benoemingsbeleid voor een ondertussen steeds meer vervrouwelijkte justitie.
Maar als de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie tot Opus DeI behoort, waarom niet de volgende voorzitter van de HRJ ?
UPDATE (*) : in dat verband stuurde professor Waelkens een rechtzetting, die u in fine samengevat vindt.
Bij de aanwijzing van de HRJ op 17 juni 2004 liet de toenmalige senator Stefaan De Clerck (toen nog niet opnieuw minister van Justitie) noteren: "naar mijn aanvoelen, is de selectie uiteindelijk meer gebaseerd op een soort van politieke verkaveling dan op een afweging van wat de best mogelijke samenstelling van die raad zou kunnen zijn. Hoewel ik vertrouwen heb in de mensen die onderhandeld hebben, wil ik toch nog het belang van de Hoge Raad benadrukken en de wens uitspreken dat hij in zijn werking de politieke verkaveling zal overstijgen om zo Justitie in de goede richting te helpen hervormen." (geciteerd in mijn Knack.be – opinie van 17 09 2013 – link hier).
Om dus maar het advies aan een Amerikaanse president te parafraseren: it’s about Justice, stupid !
* * *
Voor al mijn opinies over de HRJ: klik hier naar de verzamelpagina.
UPDATE: door de senaat op 27 juni 2016 aangewezen HRJ-leden niet-magistraten:
-voor het Nederlandstalig college:
Frank Franceus (directeur dienst enquêtes van Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, ex-adjunct kabinetchef van minister Geert Bourgeois)
Fritz Horemans (vastgoedadviseur)
Frank Judo (advocaat, voorgedragen door de Balies)
Joris Lagrou (advocaat)
Pascale Lauwereys (advocaat)
Hilde Melotte (advocaat, voorgedragen door de Balies)
Piet Taelman (professor, voorgedragen door UGent)
Karen Van den Driessche (advocaat)
Wim Van der Donckt (advocaat, bestuurslid N-VA Bonheiden-Rijmenam) (**)
Laurent Waelkens (hoogleraar Romeins recht, voorgedragen door de KU Leuven) (*)
Aube Wirtgen (advocate en docente VUB, voorgedragen)
-voor het Franstalig college:
Christian Behrendt (hoogleraar, voorgedragen door de ULg)
Jean Bourtembourg (advocaat)
Philippe Boxho (dokter, forensisch deskundige)
Catherine Culot (maatschappelijk werkster)
Stéphane Davreux (adj. dir-gen. justitiehuizen Fed. Wallonië-Brussel)
Vanessa de Francqeuen (advocaat, voorgedragen door de Balies)
Catherine Delforge (hoogleraar, voorgedragen door de Université St. Louis Brussel)
Sandrine Hublau (advocaat, voorgedragen door de Balies)
Eric Lemmens (advocaat, voorgedragen door de Balies)
Pierre Nicaise (notaris)
Frédéric Ureel (advocaat, voorgedragen door de Balies)
De 22 HRJ-leden magistraten, vindt u op de site van de HRJ via deze link hier.
(*) Bij mail van 24 juli 2016 laat professor Laurent Waelkens o.a. weten:”Men wijst mij op de opinies die u over mij gepubliceerd heeft op Justwatch van 21 juni. Ik word daar inderdaad vermeld en enkele punten verwonderden mij sterk.
Er is een verwarde passage waar u wijst op mijn diep respect voor de gelijkheid van man en vrouw. Dat is voor een jurist nochtans niets bijzonders. Uit de verwijzing naar ondernemer Fernand Huts maak ik op dat U het eerst anders had willen schrijven, maar blijkbaar heeft uw rede uw gevoelens overruled. Ik heb de h. Huts eenmaal in Leuven begroet toen hij de VRG-alumniprijs kreeg, maar verder ken ik hem niet. Ook de geciteerde Mevrouw Lemaire is mij onbekend. Ik lees dat zij TV-journaliste is, maar ik kijk geen TV.
Ik lees ook dat ik tot het Opus Dei behoor, zoals de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie. Dat Opus Dei is een verzetsbeweging die binnen de katholieke kerk ontstaan is tijdens de Spaanse burgeroorlog, om, op een moment dat de eredienst verboden was en priesters gefusilleerd werden, clandestien toch het christelijke leven verder te zetten. Verzet tegen het toenmalig volksfront vanuit aloude Europese waarden vind ik niet noodzakelijk verkeerd. Dat eerste voorzitter van Cassatie Jean de Codt tot het Opus Dei zou behoren, is niet te controleren, maar u kan het van hemzelf gehoord hebben. Ongepast vind ik het zeker niet, want het Opus Dei verdedigt een waarde waar ik sterk achter sta: volledige scheiding van kerk en overheid, waarbij de kerk een vereniging is zoals een andere.
Wat ik wel kan weten en u niet, is of ik of ik al dan niet lid ben van die vereniging. En daar zit u er volledig naast. Ik ben geen lid en woon hun erediensten niet bij. Ik weet dus dat u verkeerde feiten beschrijft, maar ga ervan uit dat u te goeder trouw bent en dat zelf niet weet.”
(**) Ondertussen ex-voorzitter N-VA Schoten, advocaat Nick Peeters vervangt in de HRJ - benoemingscommissie advocaat Wim Van der Donckt, die ingevolge een stoelendans federaal volksvertegenwoordiger N-VA werd:
HRJ: wat aan de hand ?
21 juni 2016
Kan de politiek eindelijk de ramen opengooien en de hokjes van de clans en de stamcafés verlaten. Dit is geen tijd voor nieuwe apparatchniks. Justitie verdient beter dan gekleurde tuinkabouters.
Op deze plaats stond een foto van N-VA voorzitter BDW met een gele kabouter in de hand. Zonder enige nadelige erkenning of verzaking verwijderd op 12 3 2018 nav deze eis van diezelfde dag (Mail PM 2018 03 12 .pdf) . Voor update over deze chilling claim à €243,80, hier mijn antwoord (MP Mail antwoord 2018 03 12.pdfl) en hier de bevestiging van Permission Machine dat de claim ingetrokken werd mét excuses (PM 2018 03 16 .pdf)