Questioning Justice
Questioning Justice
2016-17
In hetzelfde auditorium van de faculteit rechten van de UGent waar ik twee carrières geleden les volgde, nodigde professor Carl Devos me uit om op 15 2 2017 het openingscollege politicologie te geven.
Al m’n dankbaarheid voor dit unieke voorrecht: te mogen spreken voor honderden tweedejaars, maar ook enkele... (terecht) “eeuwige studenten”: advocaat Fernand Keuleneer, BBI-topman Karel Antonissen, Wouter Van Bellingen (nu directeur Integratiepact) en DeMorgen-opiniemaker Yasmien Naciri.
In de volgende dagen zal ik enkele ‘capita selecta’ (inderdaad met zelfs wat Latijn hier en daar :-) uit m’n uiteenzetting op deze blog publiceren, met enkele van de meer dan 100 slides die daarbij horen. In de tekst zitten ook enkele links voor verdere lectuur of bij citaten.
Vandaag alvast m’n inleiding.
Morgen maken jullie het beleid. Morgen is al bijna vandaag. Wat jullie zal leiden tot grote maatschappelijke verantwoordelijkheden begint niet met jullie einddiploma. Het is al gestart met jullie prachtige studiekeuze. Ik vraag me hier af hoe jullie dat zullen aanpakken. Ik ben erg benieuwd en ik kijk naar jullie toekomst uit.
Er is één vak waarvoor ik jullie een dagelijks examen toewens : het keuzevak ‘moedig, kritisch denken’. Het is een keuzevak, want u hoeft helemaal niet kritisch na te denken, laat staan moed te betonen.
Ook onder juristen en politici zijn er ‘volgers’, die enkel kabbelende zeetjes aandurven en liefst maar pootje baden.
De juridische en de politieke werelden zijn bevolkt net als alle andere.
In mijn boek vergelijk ik de magistratuur met de bewoners van onze zeeën (maar dat geldt ook voor de politiek): “bevolkt met kille haaien, logge walvissen, giftige roggen, gespierde tonijnen, slappe (maar soms giftige) kwallen, lugubere inktvissen, parmantige zeepaardjes, vrolijke dolfijnen, domme makreel, gladde palingen, dure langoustines en massa’s kleine garnaal”.
Ik laat het aan jullie over daar namen op te plakken, het zij in justitie of de politiek.
Ik verwacht dat jullie in die juridische en de politieke wereld het verschil maken: niets minder dan dàt mag jullie ambitie zijn.
Jullie zijn de players, de partners en de stakeholders van justitie van morgen, voor een betere samenleving dan die van vandaag.
Voor moed en kritisch denken biedt de leergang die ik vandaag mag inleiden uitstekende kansen.
(...)
Wie dat ‘kritisch denken’ niét zo positief begrepen had, was het Europees Netwerk van de Hoge Raden voor de Justitie. In haar in juni 2014 in Rome goedgekeurd rapport werden mijn opinies opgelijst als een “bedreiging voor de onafhankelijkheid van justitie” (zie Knack 21 08 2014).
Dat ‘Appendix F’ werd na mijn brief snel uit het rapport weggesneden (Knack 26 08 2014), maar het opmerkelijkste bleef op p. 40 van dat rapport staan: “The risks created by pressure from the media (are) widely regarded as the most pressing and dangerous”.
In de volgorde van ‘gevaarlijkheid’ staat ‘mediadruk’ op magistraten daar nog altijd voor de gevaren van (2) ‘populistische politici’ en (5) corruptie.
Vertel dat maar eens vandaag aan de betogers in Boekarest.
Wie me een beetje kent, weet dat ik al meer dan 30 jaar op dezelfde nagel klop. Ik was nog nationaal liberaal jongerenvoorzitter toen ik in mijn allereerste Knack-interview van 2 februari 1986 de magistratuur kapittelde als “een ongevoelige ambtenaren-kaste met weinig beroepsfierheid (...) die geen oog heeft voor de dringendheid van bepaalde zaken of totaal ongevoelig zijn voor de onmenselijke gevolgen van bepaalde vonnissen”.
Dat leverde me ook toen, niet alleen maar vrienden op.
Ondertussen is er uiteraard ook goed nieuws.
De meest hoopvolle oproep las ik waar jullie die niet verwachten: in een Mercuriale.
Patrick Duynslaeger, de verleden jaar overleden procureur-generaal bij het Hof van Cassatie citeer ik met in zijn (eerste en meteen voorlaatste) Mercuriale van 2014, waarin iedereen die ‘rechtvaardigheid’ zoekt, steun en hoop moet vinden:
“De houding ten opzichte van deze kritieken mag er dus geen zijn van onverschilligheid, immobilisme, ontmoediging of zelfbeklag. Wij moeten die kritieken integendeel aanzien als mogelijke katalysatoren om te streven naar verandering en vernieuwing. (...) Moeten wij dan niet nog een stap verder zetten?
Moeten wij dan niet, om (... ) af te rekenen met dit verleden, een nieuwe start te maken (...)onze verantwoordelijkheid opnemen, onze fouten van het verleden erkennen en beterschap beloven?
En moeten wij dan niet, zonder enige reserve of terughoudendheid onze verontschuldigingen aanbieden aan hen die in het verleden het slachtoffer zijn geweest van het falen van ons rechtssysteem?
Dergelijke verontschuldigingen zijn geen teken van zwakte, maar veeleer een teken van moed en tegelijkertijd van nederigheid en realisme, van de wil om te verbeteren en van hoop op de toekomst. “ (Mercuriale p. 8)
Ik ben dus géén ‘luis in de pels van justitie’.
Niet zozeer omdat die pels niet meer van deze tijd is, en niet meer van hermelijn maar van konijn, waar luizen makkelijker doorknagen.
Maar omdat een luis vernielt. Ik heb mijn hele leven lang in justitie proberen op te bouwen. Als ik kritisch schrijf over wat mank loopt, is dat net om die menselijke onderneming, dat gedurfde avontuur, die eeuwige zoektocht naar rechtvaardigheid aan te moedigen.
Opnieuw wijlen Patrick Duynslaeger:
“Een kritische benadering is niet alleen bijzonder welkom, zij is ook broodnodig, onontbeerlijk en essentieel vanuit het oogpunt van het democratisch toezicht op de werking van Justitie: om ons aan te zetten tot verdere reflectie of zelfs tot een gewetensonderzoek, volstaat het dat deze kritiek gerechtvaardigd en verantwoord is of zou kunnen zijn.
De kritieken en vooral de wijze waarop Justitie op deze kritieken inspeelt of reageert, zijn ook belangrijk voor de toekomst: de wijze waarop de werking van Justitie wordt gepercipieerd zal ongetwijfeld mede de aantrekkingskracht van de functie van magistraat bepalen en dus een invloed hebben op de rekrutering en op de werking en de kwaliteit van de Justitie van morgen”.
Het is met dié aanmoediging van deze grote magistraat dat ik aan mijn boek (p. 259) een post-scriptum toegevoegd heb: een ‘sorry-brief.
Voor alles wat ik in die kwart eeuw zelf fout heb gedaan en “ook in naam van zij die nooit sorry zullen zeggen omdat sorry niet in hun wetboek staat. (En) sorry voor hen die vooral niet willen dat ik in hun naam sorry zeg”.
(IN EEN VOLGENDE BLOG MEER)
Lees ondertussen mijn dossiers over:
- Verzoening.
- de full text van mijn opinie over de Afkoopwet in het ‘Eerste Woord’ in De Gids, het opinietijdschrift van het ACW (Beweging.net) (full text via de link hier).
-m’n justitie-overzicht 2016 hier via Knack.be.
openingscollege carl devos (1)
15 februari 2017
“Ook onder juristen en politici zijn er ‘volgers’, die enkel kabbelende zeetjes aandurven en liefst maar pootje baden.
De juridische en de politieke werelden zijn bevolkt net als alle andere.”
M’n op 30 november 2016 bij
Uitgeverij EPO verschenen boek
‘De kracht van rechtvaardigheid’
is in alle boekhandels te verkrijgen
Voor de eerste commentaren
Voor de reactie van de Leuvense
professoren als respondent bij de
boekvoorstelling van 13 12 2016, klik