Questioning Justice
Questioning Justice
2018/19
Een week geleden stelde Knack-journaliste Ann Peuteman haar rebelse boek ‘Grijsgedraaid. Waarom we bang moeten zijn om oud te worden’ voor in een volle zaal van de Gentse ‘Kopergietery’.
VUB-rector Caroline Pauwels sprak een welverdiende ‘laudatio’ uit voor dit welkome werk en de auteur. Wetstraat-journalist Johny Vansevenant modereerde het panelgesprek tussen de Gentse psychologe Sien Duquesnoy en uw #justitiewatcher.
Met dank voor de foto’s hiernaast aan Karl Drabbe van Uitgeverij Vrijdag, nog even een terugblik.
Graag vertel ik mezelf dat ik nog een wakkere burger ben. Eentje zonder te veel illusies na 35 jaar werk binnen justitie, maar eentje met nog veel ambitie voor luxejaren als Benidorm Bastard – want een meer bevoorrechte generatie dan de mijne heeft de mensheid nooit gekend.
En toch was ook ‘Grijsgedraaid’ ook voor mij een keiharde wakkermaker. Op drie fronten dan nog wel.
De makkelijkste herinnering voor mij was wat Ann Peuteman in herinnering bracht over ‘malpractice’ in bewindvoering.
Hoe wetgeving die mensen moet beschermen zich in de praktijk van sommige vrederechters helemaal tegen hen en hun familie keert is iets waar ik zelf ook koppig over blijf schrijven. Maar misschien heb ik dat nog onderschat. Wellicht bekijk ook ikzelf dat allemaal door mijn juristenbril: een bril die iets heeft van een verrekijker die je omgekeerd houdt en daardoor nog de diameter van een sleutelgat biedt.
De minder makkelijke herinnering – een echte flashback - was die aan het langzaam afscheid van mijn eigen ouders en schoonouders. Het werden vier heel verschillende ‘avonturen’ voor mijn eigen Anne, onze kinderen en mezelf om met hun ouder worden om te gaan.
Maar goed, dat is voorbij en de mooie herinneringen blijven. Ik was een beetje de ongeruste maar toch fiere, gelukkige passagier in de nieuwe auto die we mijn vader nog cadeau gaven op zijn 75ste verjaardag. We waren ook het bewonderd publiek bij de jazz-deuntjes die mijn schoonvader nog speelde op zijn elektrisch orgel, tijdens zijn palliatieve zorgen in de bib van ons bijgebouw – dat we uitgerekend voor onze eigen moeilijke en oude dag ingericht hadden. Onze moeders hadden minder geluk: mijn moeder had moeilijke maanden in twee rusthuizen en mijn schoonmoeder stierf plots moederziel alleen in haar appartement.
De hardste wakkermaker was die voor mezelf en mijn toeverlaat van meer dan 45 jaar ver.
De tijd staat niet stil. Door actief te blijven, het geluk en ook goeddeels toeval te hebben gezond te mogen leven, verkeren we een beetje in een bubbel van tijdloosheid.
In onze privé-gym staat daarvoor nochtans een waarschuwing: de kunstige zandloper die onze jongste zoon, Tim ooit maakte als opdracht bij zijn opleiding. Ik zal nooit de kritiek van zijn rare lerares vergeten: “maar je kan hem niet stilzetten, Tim!”. En Tim doodgemoederd antwoorden: “de tijd kan je niet stilzetten, mevrouw”.
Het boek van Ann Peuteman is op die drie fronten een sprankelende fontein van inspiratie voor iedereen, jong of oud, familielid, vriend of professioneel.
Allemaal zullen we in onze familie- en vriendenkring ooit met ‘bewindvoering’ geconfronteerd worden – vooral als we de mogelijkheid voor een zorgvolmacht niet tijdig te baat nemen.
Allemaal hebben we het verouderingsproces van onze ouders meegemaakt of beleven we het: zachtjes aan of met brutale, ontredderende schokken.
Niet allemaal maar de meesten onder ons worden langzamerhand oud. Al kan een dom ongeval, een ziekteproces dat ‘oud worden’ plots vervroegen omdat we ineens afhankelijk worden.
Ik verdenk Ann Peuteman ervan een beetje een eigen ‘levensverzekering’ uitgeschreven te hebben. In de laatste, rebelse bladzijden is dat heel duidelijk: ‘niet met mij !’ lijkt het wel te klinken als cri de coeur. Ann roept op tot ‘muiterij’ om te waarschuwen voor de dag dat onze kleine, dagelijkse muiterij niet meer zou kunnen. De dag dat we niets meer te kiezen hebben, dat over ons beslist wordt als over (heel kleine) kinderen. Tegen de dag dat we – in haar woorden – daardoor “niet zozeer moe worden van ons leven maar wel van dàt leven”.
‘Grijsgedraaid’ is ook het boek van een journaliste, een klare waarnemer in dit geval.
Als Ann Peuteman een rusthuis bezoekt, valt ze – terecht – over “die meedogenloze TL-lampen”. Jawel, die lumineuze kilte, waarom is die mij niet eerder opgevallen? Misschien net omdat de verlichting binnen zoveel gerechtsgebouwen nog zoveel meedogenlozer is?
De medische wereld is ondertussen (zie de uitzending #dewereldvansofie van maandag 25 februari 2019) al langer bewust van ‘malpractice’. De juridische wereld nog niet.
De medische wereld heeft ook leren omgaan met mondigheid en biedt steeds meer transparantie en heldere communicatie. De juridische wereld ook daarmee nog steeds niet.
Vandaar dat ‘Grijsgedraaid’ ook het beste pleidooi is dat ik me kan indenken voor zorgvolmacht als privaat en intiem gedragen alternatief voor de gerechtelijke bescherming, de bewindvoering.
Het boek is niet alleen een aanrader voor wie werkt in de zorgsector, maar ook in justitie, waar we pijnlijk te kort schieten aan ‘zorgjustitie’.
Maar net omdat het thema van het boek zoveel met justitie (via bewindvoering) te maken heeft vrees ik een beetje een boemerang. Toch vanuit het Knack-artikel dat het embryo van het boek vormde: ‘Stelen van oma en opa’ (Knack 11 10 2016).
Aan de ene kant las ik er een terechte waarschuwing in (ook ondersteund door een casus die ik zelf volg, en in hoger beroep nog altijd op een uitspraak wacht).
De ‘selfbanking’ van ouders en grootouders blijkt soms vooral een zelfbediening voor sommige kinderen die daarmee hun eigen verslavingen financieren. Het gaat om ‘erfenisbejaging avant la lettre’ want papa of opa worden levend gepluimd zonder dat ze het weten of willen, soms ronduit geïntimideerd of gechanteerd.
Eigenlijk gaat het dan om pure diefstal of oplichting. Dan is het eigenlijk merkwaardig dat de ‘onwaardigheid om te erven’ (art. 727 BW) enkel voorzien is bij strafrechtelijke feiten die fysiek geweld impliceren (art 375, 398-400, 402, 403, 405, 409 §1-3 & 5, en 422bis SW: ‘de dood veroorzaken’, verkrachting, opzettelijke slagen, vergiftiging met minstens ziekte of ongeschiktheid tot gevolg, verminking, en ‘schuldig verzuim’).
Niet voorzien is bv. foltering en onmenselijke behandeling (art. 417 ter SW). Naar analogie met Nederland (Boek 4 art 3 BW) zou ook in België die onwaardigheid kunnen ingevoerd worden, bv. voor alle misdrijven ten nadele van de erflater waarop straffen met opsluiting van tenminste 5 jaar staan. De Nederlandse definitie hanteert die norm voor ieder “ernstig misdrijf” en met name ook laster en chantage in verband met testamenten.
Ook die juridische tip wil ik graag meegeven voor een actieplan tegen oudermishandeling waar Ann Peuteman met verve voor pleit.
Aan de andere kant maak ik me een beetje zorgen over het paniek-effect dat dit luik van het boek zou kunnen veroorzaken.
Heel wat ouderen worden wantrouwig, uitgerekend tegenover hen die het beste met hen voorhebben. Vaak worden net de kinderen die hun leven lang het dichtst bij hen stonden, het mikpunt van dat wantrouwen dat eigenlijk vooral een sluimerend ziekteproces illustreert.
Het is al te vaak dié fase dat de jarenlange inzet van oprecht zorgende kinderen of vrienden zich tegen hen keert: plots moeten ouderen tegen hen beschermd worden via bewindvoering. Die procedure is een vraag die uitgerekend veel vaker door meer ‘afstandelijke’ familieleden gesteld wordt aan de vrederechter en die kiest dan voor een ‘neutraal bewindvoerder’ zoals dat heet.
De risico-allergie van de vrederechter wordt in het boek van Ann Peuteman herhaaldelijk en terecht geduid. Het zou maar eens mis moeten gaan met een belegging, de familie zou maar eens de dief kunnen zijn.
De klemtoon van ‘Grijsgedraaid’ ligt net op de ‘collateral damage’ die een ‘minzame’ aanpak veroorzaakt. De medische wereld staat steeds waakzamer tegenover nodeloze operaties. Het wordt hoog tijd dat ook de juridische wereld haar reflex tot overbescherming bedwingt en de schade van de chirurgische ingreep van bewindvoering inschat.
Het boek formuleert door een schat van levensechte verhalen en rake, ook grappige interviews de oproep die uitgaat van het VN-verdrag van 13 december 2006 dat de basis vormde van onze Belgische hervormingen in de wetten van 17 maart 2013 en nu opnieuw 21 december 2018.
Het is een oproep tot respect, een aanspraak op volwassenheid, een eis om als een volwassen mens behandeld te worden.
Die oproep is des te noodzakelijker sinds de wet van 17 maart 2013 een lancune opvulde en ook bewindvoering niet alleen over de materiële aspecten maar ook over de ‘persoon’ zelf mogelijk maakte, waaronder de keuze van verblijf en de uitoefening van patiëntenrechten.
Cijfers geven aan dat hier niet zo omzichtig wordt omgegaan, en straks het aantal bewindvoeringen voor ‘goederen en persoon’ de louter financiële bewindvoeringen overstijgt. Dat is een zorgelijke trend.
Tot slot een element wat me als levenslange autofreak bijzonder trof. Uitgerekend start het boek daarmee: ‘Op een dag komen ze je huis binnen. Ze nemen je rijbewijs in beslag en brengen je oude Volvo naar een opkoper’.
Die passage was niet alleen persoonlijk raak voor deze grijsgedraaide Audi - & Saab-driver maar is ook tekenend voor een recent juridisch debat.
Het heeft inderdaad geen haar gescheeld of een nieuwe bevoegdheid van de vrederechter werd ingevoerd binnen het kader van bewindvoering: de expliciete bevoegdheid om dat grijsgereden rijbewijs af te nemen. Daarvoor werd vanuit de lobby van de vrederechters zelf aangedrongen.
De minister van Justitie die het VN-Verdrag respecteert, schreef dat voorstel terecht niet in bij de redactie van het wetsontwerp dat zopas op 21 december 2018 de vierde wet bewindvoering werd.
Toch publiceerde het Tijdschrift voor Vrederechters binnen het kader van een opleiding (Rechtskroniek 2017, Die Keure, p. 145 – 166) de tips van prof. Yves-Henri Leleu (ULB) om buiten de wetteksten om, in naam van de ‘efficiëntie’ tot eenzelfde resultaat te komen.
Professor Leleu maakt de vergelijking met de ‘aanmoediging’ (‘incitation’) door een bewindvoerder om voor een rusthuis te kiezen: het volstaat dat de vrederechter een machtiging geeft aan de bewindvoerder om het huis waar de ‘beschermde persoon’ verblijft, te verkopen. Zo eenvoudig is dat dus.
Net zo kan je bewindvoerder je auto verkopen, de nummerplaat en de verzekering annuleren. Daar sta je dan als ‘beschermde persoon met je rijbewijs.
Ik herinner me twee buren, die traag maar waardig wegdeemsteren in dementie. Ze reden niet meer, maar af en toe zag ik hen zitten in hun geparkeerde wagen waarmee hun familieleden hen nog vervoerden. Ze zaten aan het stuur, voor zich uitkijkend. in de stilstaande wagen. Misschien dromend rijdend, net als ikzelf als piepjonge knaap, aan het te hoge stuur van de auto van m’n vader op de oprit. Net als mijn kinderen, een generatie later, spelend aan het stuur van mijn auto’s.
Het is die droom die me er destijds toe aanzette een paar keer aan een bewindvoerder te weigeren een oude Volkswagen van een beschermde persoon te verkopen. Zijn rijbewijs was ingediend, zijn verzekering gestopt en de rijplaten geschrapt. De auto stond in zijn tuin, met platte batterij en startte uiteraard al lang niet meer. Als ik me goed herinner was het een van de eerste Golfs en was het voertuig niets meer waard. Maar waarom zou ik die oude man het genoegen ontnemen om af en toe nog in zijn oude auto plaats te nemen. Wat was dat kleingeld voor schroot waard, in vergelijking met het gevoel dat de man misschien nog ervoer om achter dat vertrouwde stuur plaats te nemen, stil genietend in zijn veilige tuin ?
Maar er zijn ook tussenoplossingen voor wie wel nog rijvaardig blijft. Al moeten die mogelijkheden wel een faire kans krijgen. Stel dat je geen rijbewijs hebt, en een autootje ‘zonder rijbewijs’ wil kopen voor je bejaarde dag. Technisch-juridisch gezien heb je daarvoor als beschermde persoon geen toelating van bewindvoerder of vrederechter nodig, stelt professor Leleu gerust.
Dat is maar deels waar.
Ten eerste spreken veel vrederechters een totale onbekwaamheid uit: de 21 verplicht te onderzoeken punten van de wettelijke checklist, maar daarboven in een 22ste punt “onbekwaam om welke overeenkomst dan ook af te sluiten”. Een catch-all-bepaling, flagrant in tegenspraak met de proportionaliteit die het VN-Verdrag van 2006 en de wet van 17 maart 2013 verplicht. Eigenlijk is dit gewoon lachen met de mensen en met de wetgever.
Ten tweede wordt de bevoegdheid van de bewindvoerder begrensd om met het spaarboekje om te gaan: soms leidt dat zelfs tot de onmogelijkheid een ouder voertuig te repareren.
Maar tot overmaat van ramp verwijst de professor naar Franse rechtspraak die wél toelating geeft aan een beschermde persoon om een ‘voiture sans permis’ aan te kopen, op voorwaarde dat…. de beschermde persoon slaagt in een rijexamen. Jawel, dit is écht (REA Alençon, 14 maart 2011).
Volgens het EHRM behoort de vrijheid om zich te verplaatsen (Protocol nr 4, art. 2 EVRM) niet tot het recht om een voertuig te besturen, met dien verstande dat de regeling omtrent het rijverbod (met punten) wel het karakter van een straf heeft, en dus rechtsbescherming (en tegenspraak) verdient.
Ook op dat punt is er werk aan de winkel in België, voor de gevallen waarin het parket het initiatief neemt en een rijverbod instelt op basis van een medisch onderzoek. Het heeft veel van een administratieve procedure zonder echte waarborgen van tegenspraak.
Ik herinner me nog fysiek hoe hard ik destijds als politierechter (voor 1995) zelf was voor een oudere man die met zijn eventjes zwalpende wagen een joggende jonge papa van het fietspad had gemaaid. Als ik de chauffeur examens oplegde, zou hij er nooit meer in slagen, pleitte zijn advocaat in een vraag om mededogen. Het mocht niet baten en ik sta nog altijd achter mijn vonnis van toen: de man kreeg een heel kort rijverbod, maar mét examens.
Misschien is hij daar inderdaad nooit meer in geslaagd. Wellicht is dat dan maar beter zo. Dan moet ik immers maar denken aan een negentigjarige die ik in diezelfde periode leerde kennen, en koppig bleef rijden met zijn zware Mercedes. Voorzichtig, dat wel, maar niet wakker genoeg meer – zoals velen hem waarschuwden. Hij stopte te laat met rijden: de dag dat zijn Mercedes een kruispunt opreed en hij de snelheid van een prioritair voertuig verkeerd ingeschat had. De Mercedes werd in de flank gegrepen. De rechterflank, die van de passagier – wat ze decennia geleden in de VS de ‘death seat’ noemden. Zijn echtgenote overleefde het nog even. Hij vergaf het zichzelf nooit.
Maar een auto betekent inderdaad ook zelfredzaamheid en zelfs levensvreugde. Zoals voor die sjieke vermogende weduwnaar die een nieuwe liefde vond en dan toch ook misschien wel deels op haar inspiratie een flitse Britse stadstank kocht, waarmee zij hem vervoerde, want zelf reed hij niet eens meer. Eentje in de trant als waarmee de echtgenoot van de Britse koningin recent een ongeval mee veroorzaakte (en waarna hij zijn rijbewijs afstond). Verzwarende omstandigheid: zijn vorige wagen was maar van een modaal Frans merk - wel met een leeuw in het logo. Maar zelfs in Vlaanderen mocht dat niet baten: hier wordt niet verkwist, en al zeker niet voor dames van andere origine.
Zijn adoptieve zoon zag de afname van het spaarboekje daarvoor met lede ogen aan. De vrederechter verklaarde de papa als ‘verkwister’ handelingsonbekwaam wegens een zwaar vermoeden van “emoties en hartstochten”. Een paar maanden later besliste de rechtbank van eerste aanleg in hoger beroep daar gelukkig toch anders over. Zo werd een einde gemaakt aan een infantiliserende soort voogdij die de weduwnaar veroordeeld had tot de bedelstaf bij zijn bewindvoerder. De twee rechterlijke motieven van die mildheid waren enerzijds zijn ‘ruime financiële mogelijkheden’ en anderzijds dat de nieuwe vriendin ook een vriendin van wijlen zijn echtgenote was geweest.
Weduwnaars en weduwen zijn dus gewaarschuwd: ze zijn beter vermogend en zoeken nieuwe vriendschappen best niet te ver.
Je zou je voor minder ‘grijsgedraaid’ voelen.
Prettige lectuur bij dat zo nodige, rebelse boek van Ann Peuteman !
(en #tip : binnenkort leest u naar aanleiding van de nieuwe wet van 21 december 2018 mijn eigen nieuwe boek bij InniPublishers daarover....)
grijsgedraaid
4 maart 2019
De klemtoon van ‘Grijsgedraaid’ ligt net op de ‘collateral damage’ die een ‘minzame’ aanpak veroorzaakt. Het wordt hoog tijd dat ook de juridische wereld haar reflex tot overbescherming bedwingt en de schade van de chirurgische ingreep van bewindvoering inschat.
M’n op 30 november 2016 bij Uitgeverij EPO verschenen boek ‘De kracht van rechtvaardigheid’ is in alle boekhandels te verkrijgen en via bol.com.
Het verscheen een jaar later ook in het Frans (bij NowFuture Editions).
Voor de eerste commentaren op de NL versie klik je hier op deze link.
Voor de commentaren van de Leuvense professoren als respondent bij de boekvoorstelling van 13 12 2016, klik je hier op deze link.
Over zorgvolmacht en bewindvoering vind je m’n boeken ‘Kwetsbaren in het nieuwe recht’ (in versies voor juristen en niet-juristen) bij INNI Publishers met verdere info via deze pagina ‘Bewindvoering’.
Schrijf hier in op de Nieuwsbrief van je #justitiefluisteraar (GPDR proof !)