Twitter case
Twitter case
2020-21
Beste collega's van de
Vlaamse Vereniging van Journalisten (Vlaamse Vereniging van Journalisten @vvjournalisten)
Europese Federatie van Journalisten (@EFJEUROPE )
Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid (@ECPMF )
Index op Censuur (@IndexCensuur )
Cc Platform van de Raad van Europa voor de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten (@CoEMdediaFreedom )
Ik bevestig en documenteer hierbij formeel de klacht die ik heb ingediend bij het meldpunt van de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ).
Mijn klacht kaart fundamentele vragen aan omtrent de praktijk van politici (in het bijzonder leden van de uitvoerende macht) om burgers en journalisten op sociale media te blokkeren.
Hierna toon ik ook aan de hand van rechtspraak aan dat grondrechten zoals de vrijheid van meningsuiting en de ‘watchdog’ -functie van de pers als vierde staatsmacht, in het gedrang komen.
Dit is een heel uitgebreide ‘long read’, vandaar hier vooraf even de hoofdstukken:
•De betrokken partijen nu in deze case #justitiewatcher v. Vlaams minister van Justitie en Handhaving Zuhal Demir
•Samenvatting van deze case
•De practische gevolgen van het blokkeren op Twitter
•De officiële aard van het Twitter-account van minister Zuhal Demir
•Het belang van Twitter voor burgerschap
•Het nog grotere belang van Twitter voor de journalistiek: vrije pers
•Het 'chilling effect' van het geblokkeerd te worden door de overheid
•Het eerste Twitter alternatief voor minister Demir: mij ontvolgen
•Het tweede Twitter alternatief: mij dempen
•De fundamentele juridische uitdaging: het voorbeeld van Knight First Amendment Institute van Columbia University v. Donald. Trump, President van de Verenigde Staten
•De aanklagers
•Het Knight First Amendment Institute van Columbia University
•De individuele eisers in die Amerikaanse procedure tegen president Trump waren zeer divers
•Het vonnis van rechter Buchwald op 23 mei 2018 was duidelijk
•Dat vonnis in eerste aanleg werd op 7 juli 2019 in hoger beroep bevestigd door het Second Circuit of the U.S. Court of Appeals
•"Censuur", voilà het sleutelwoord
•Die bevestiging van het vonnis in eerste aanleg kon nauwelijks op een meer eloquent slot eindigen, dan met deze woorden van rechter Barrington D. Parker
•De door president Trump geëiste "en banc-zitting" (voltallige zitting door alle rechters) van het Hof van Beroep werd op 23 maart 2020 bij stemming van 7-2 verworpen
•Sindsdien heeft president Trump een petitie voor een certiorari ingediend bij het Hooggerechtshof (ongeveer te vergelijken in België met een verzoek tot verbreking bij het Hof van Cassatie)
•Idem voor Facebook
•Terug naar Vlaanderen, België, met dank aan dit 'Cosmopolitan First Amendment': onze eigen Grondwet, en specifieke Vlaamse en federale wetgeving over dat onderwerp, maar ook fundamentele mensenrechten, altijd getoetst in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Straatsburg).
•De bronnen van het recht, het waarborgen van de vrije meningsuiting en de vrije pers
•De procedure: tot ziens in de rechtbank ?
•Het Nederlandse voorbeeld
•De archieven van Twitter
•Ter illustratie : in Antwerpen vegen historici hun geschiedenis uit
•Tot slot, maar niet in de laatste plaats, leidt dat ons tot het democratische aspect van dit debat
•Burgemeester Philip Levine van Miami - een Democraat
•Kentucky gouverneur Matt G. Bevin - een Republikein
•In Canada Jim Watson, als burgemeester van Ottawa
•Maar laten we dus eerst eens even praten: daarom nogmaals een oproep !
De betrokken partijen nu in deze case #justitiewatcher v. Vlaams minister van Justitie en Handhaving Zuhal Demir
Uit voorkomendheid voor minister Zuhal Demir, presenteer ik – tegen de juridische traditie in - de 'verwerende partij' als eerste:
Minister Zuhal Demir (Twitter @Zu_Demir) is lid van de Vlaamse nationalistische en separatistische partij N-VA en werd op 2 oktober 2019 de eerste Vlaamse 'minister van Justitie en Handhaving' - met op dat punt beperkte bevoegdheden.
België heeft immers nog steeds een federale staatssecretaris (minister) van Justitie, met veel grotere bevoegdheidsdomeinen voor justitie.
De andere Vlaamse bevoegdheden van minister Demir betreffen Omgeving, Energie en Toerisme.
Mevrouw Demir is sinds 2004 advocaat (opleiding aan de KULeuven) en gespecialiseerd in arbeidsrecht.
Zij werd verkozen als volksvertegenwoordiger voor de N-VA sinds 2010.
Van 2013 tot 2017 was ze voorzitster van de raad van bestuur van het nieuwe Agentschap Integratie en Inburgering.
In de vorige federale regering was mevrouw Demir van 2017 tot eind 2018 staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een handicap, Grootstedenbeleid en Wetenschapsbeleid.
Als 'aanklagende partij' moet ik mijzelf voorstellen, Jan Nolf (Twitter @NolfJan)
Ik heb 10 jaar als advocaat gewerkt, gevolgd door 25 jaar als vrederechter. Ik ben op mijn 60e met pensioen gegaan om te schrijven en maakte in 2012 eenTwitter account aan als #justitiewatcher (website Justwatch) om mijn nieuwe werk als auteur en journalist over juridische, politieke en sociale onderwerpen te begeleiden (onder meer ook handboeken over de juridische bescherming van personen met een handicap).
Tussen mijn bijna 10.000 volgers vind je veel politici, academici en journalisten.
In 2016 ontving ik van de Stichting P&V de Burgerschapsprijs, samen met de Brusselse onderzoeksrechter Michel Claise, beroemd om zijn zoektocht tegen financiële en fiscale fraude.
De (toenmalige) federale minister van Justitie en hoogleraar rechtsgeleerdheid (KULeuven) Koen Geens stuurde me op 28 november 2016 een brief met felicitaties: "uw belangrijke stem, de zorg voor justitie, met bijzondere aandacht voor kwetsbare burgers wordt meer dan gehoord en ten volle gewaardeerd. Dat u als vooraanstaand magistraat en columnist in het publieke debat blijft streven naar een verbetering van het rechtssysteem en een open, democratische en solidaire samenleving, dwingt ons tot respect. (...) Ik wens u veel succes met uw nieuwe boek 'De kracht van rechtvaardigheid' "
Samenvatting van deze case
Mevrouw Demir en ik volgden elkaar al enkele jaren op Twitter, vooraleer zij op 2 oktober 2019 de eerste Vlaamse 'minister van Justitie en Handhaving' werd. We communiceerden met een aantal publieke en private (DM) tweets.
Op 28 september 2020 ontdekte ik dat minister Demir me geblokkeerd had op haar officiële account @Zu_Demir
Deze account met 45.000 volgers is de officiële twitter account van de minister, aangekondigd als 'Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Tourisme. De samenvatting van dat profiel vermeldt ook haar kabinet ('vragen via kabinet.Demir@vlaanderen.be ').
Ik kan maar raden dat de beslissing van de minister geïnspireerd werd door een incident op 27 september 2020, na haar belediging op Twitter, waarbij de burgemeester van Gent, Mathias De Clercq bestempeld werd als een 'stokende haatsmurf'.
Die zondag had burgemeester De Clercq met enig sarcasme ("Eindelijk samen, eindelijk verenigd. Eindelijk thuis") de aanwezigheid van leden van haar eigen partij (N-VA) op de “Anti-Vilvaldi” autokaravaan-betoging van de rechts-extremistische partij Vlaams Belang een dag eerder in Brussel, bekritiseerd - een betoging die minister Demir verdedigde als 'mensen die terecht boos zijn').
Ik plaagde minister Demir een beetje door Bart De Wever te citeren. De voorzitter van haar eigen Vlaamse nationalistische partij had net daarvoor op televisie (VRT 7Dag) gewaarschuwd tegen (eigen) "cafépraat" en werd in de krant De Standaard op een besloten partijvergadering geciteerd als "Hou jullie een beetje in".
Mijn tweet begon met de informele aanspreking "Allez Zuhal", die helemaal niet als agressief moet worden beschouwd, maar als een wat sussende oproep tot kalmte.
Blijkbaar heeft de minister mij onmiddellijk geblokkeerd, zonder enige toelichting.
Diezelfde 28 september stuurde ik een mail, waarin ik ook begrip toonde voor enige woede van haar kant ('ira furor brevis est'), maar dat mocht niet baten.
Blijkbaar kon de minister het niet waarderen dat ik haar herinnerde aan de waarschuwingen van de voorzitter van haar eigen partij. Hoe dan ook, er is geen twijfel over mogelijk dat de inhoud van mijn tweet(s) geenszins als rechtvaardiging voor deze actie van de Vlaamse justitieminister kan worden beschouwd.
Waarom was de Vlaamse minister van Justitie zo boos op mij, terwijl de voorzitter van haar eigen partij N-VA, Bart De Wever nog stelde: “Beledigd worden is de prijs van de vrijheid, en wij betalen die met plezier” (commentaar in Knack van 13 1 2015 over de GAL-cartoon die hem als Hitler afbeeldde).
Anderzijds, toen ik eerder al de lijst met twitteraars controleerde die minister Zemir volgde - en waarschijnlijk nog steeds volgt – vond ik wel degelijk tweets met obsceniteit, smaad, nepnieuws en haat.
Een interessant voorbeeld van een Twitter-account dat de Vlaamse minister van Justitie volgde was @2Plot - een account dat pas medio november 2020 plots van Twitter verdween.
In zijn editie van 29 april 2020 publiceerde Knack de ontmaskering van die anonieme trol. Het bleek een advocaat te zijn die ook optrad als plaatsvervangend rechter bij de Ondernemingsrechtbank van Oostende. Sinds 2011 stuurde hij talloze racistische, seksistische en andere verachtelijke tweets de tweetosfeer in.
Hoe raadselachtig en tegenstrijdig deze Twitter keuze van een Vlaams 'minister van Justitie en Handhaving' ook mag zijn, de minister blijft vrij om op Twitter te volgen wie zij wil.
De enige vraag die ik stel, is de deblokkering van mezelf als schrijver en journalist, gespecialiseerd in recht en ..... justitie.
De praktische gevolgen van het blokkeren op Twitter
Zoals ik in mijn mail van 28 september 2020 aan minister Demir heb uitgelegd, heeft een blokkering op Twitter ingrijpende gevolgen.
Niet alleen kun je de tweets van de persoon of organisatie die je de toegang ontzegt niet meer lezen.
Meer, je verliest alle Twitter informatie - direct verzonden door de persoon die je blokkeert - niet alleen vanaf de blokkering op, maar ook al diens tweets in het verleden.
Die muur gaat omhoog voor alle publieke zowel als (privé) Directe Berichten die werden uitgewisseld.
Bovendien verlies je alle mogelijkheden voor de essentie van het Twitter platform: interactie.
Je kunt geen vragen meer stellen aan dat account. Je kunt niet meer retweeten met een commentaar, noch ‘liken’.
Zelfs je eigen, vroegere interacties met die blokkerende twitteraar worden inhoudelijk onbegrijpelijk doordat de context wegvalt: de initiële reactie van die blokkerende twitteraar.
De twitteraar die je blokkeert kan jou wel becommentariëren (en doet dat ook wel vaker), maar je bent je niet - althans niet direct - bewust van die laffe aanvallen achter je rug.
Zelfs als je interacties van anderen kunt zien, met de persoon/organisatie die je blokkeert, dan nog blijft de lijn van communicatie verbroken, en kun je de oorspronkelijke tweet niet verifiëren: je zit in het donker, je bent 'out' – zelfs zowat verbannen van Twitter.
De officiële aard van het Twitter-account van minister Zuhal Demir
In dezelfde mail van 28 september 2020 aan minister Demir wees ik op het officiële karakter van haar Twitter-account, expressis verbis in haar officiële hoedanigheid van Vlaams minister van Justitie en Handhaving, met uitdrukkelijke vermelding van de website van de Vlaamse administratie.
Zelfs wanneer politici die hun officiële social media accounts gebruiken om berichten te publiceren in verband met hun eigen partijpolitiek enerzijds maar meteen ook de promotie van (publieke) aspecten van hun gezinsleven anderzijds, zelfs dan kan er geen twijfel over bestaan dat dit Twitteraccount operationeel is als het enige Twitteraccount van minister Demir in haar officiële functie.
Zoals in het geval van de procedure ‘Knight First Amendment Institute At Columbia University e.a. v. Donald J. Trump, President van de Verenigde Staten’ (Zaak 1;17-cv-05205 US District Court voor het Southern District of New York), zo ook gebruikt onze Vlaamse minister van Justitie en Handhaving Zuhal Demir dat account "om (haar) beleid aan te kondigen, te beschrijven en te verdedigen, om de wetgevende agenda van (haar ministerschap) te promoten; om officiële beslissingen aan te kondigen; om in contact te treden met (...) politieke leiders; om (...) bezoeken openbaar te maken; om mediaorganisaties waarvan zij de berichtgeving over (haar) administratie als oneerlijk beschouwt aan te klagen; en voor andere verklaringen, waaronder bij gelegenheid verklaringen die geen verband houden met officiële overheidszaken. ” (p. 10/75)
In haar vonnis van 23 mei 2018 voegde rechter Buchwald in dat geval toe: "President Trump gebruikt soms zijn account om zaken met betrekking tot officiële overheidszaken aan te kondigen voordat die zaken via andere officiële kanalen aan het publiek worden aangekondigd" - een praktijk die we ook vaak in de Belgische politiek zien.
Dat is precies de reden waarom alle professionele nieuwsmedia politici en vooral kabinetsleden volgen. Het nieuws komt vandaag de dag vaak niet eerst van persberichten of het Belgisch Staatsblad, maar van Twitter.
Er is weliswaar een verschil tussen leden van de wetgevende macht en leden van de uitvoerende macht. Ministers en staatssecretarissen doen meer dan 'politiek' in de partijdige betekenis van het woord, ze nemen beslissingen die ons dagelijks leven beïnvloeden en ze informeren het publiek erover, soms op een 'snelle en furieuze' manier via Twitter.
Het belang van Twitter voor burgerschap
In hun eerste Klacht, ingediend op 11 juli 2017 in de case van ‘Knight First Amendment Institute At Columbia University e.a. v. Donald J. Trump, President van de Verenigde Staten’, betoogden de eisende partijen:
"Zoals het Hooggerechtshof nog een paar weken geleden erkende, bieden sociale media platforms zoals Facebook en Twitter "misschien wel het meest krachtige mechanisme dat beschikbaar is voor een particuliere burger om zijn stem te laten horen’ - Packingham v. North Carolina. Deze platforms zijn 'revolutionair' geweest, niet in de laatste plaats omdat ze de maatschappelijke betrokkenheid hebben getransformeerd door verkozenen in staat te stellen direct en rechtstreeks met hun kiezers te communiceren. (...) Twitter stelt gewone burgers in staat om rechtstreeks met de overheid te spreken en om te luisteren naar en te debatteren over publieke kwesties, op dezelfde manier waarop ze zich hadden kunnen verzamelen op een stoep of in een openbaar park, of op een gemeenteraadsvergadering of gemeentehuis".
De Amerikaanse districtsrechter Naomi R. Buchwald was het er in haar vonnis van 23 mei 2018 (p. 5-6 van 75) over eens dat
"een kenmerkend kenmerk van Twitter is dat een gebruiker in staat is om berichten van anderen opnieuw te posten of te beantwoorden en om te communiceren met andere Twittergebruikers met betrekking tot die berichten. (...) De verzameling van antwoorden en replies-to-responses wordt soms aangeduid als een "commentaardraad". Twitter wordt voor een groot deel een 'sociaal' mediaplatform genoemd vanwege de commentaren, die meerdere overlappende 'gesprekken' tussen en over groepen gebruikers weerspiegelen".
Het nog grotere belang van Twitter voor de journalistiek: vrije pers
Dit punt is duidelijk en cruciaal. Twitter heeft een groot impact buiten de Tweetosfeer om.
Vooral in dit Trump-tijdperk start het nieuws op televisie en in krantenkoppen vaak met of worden nieuwsitems gedocumenteerd door tweets van de betrokken politici. Niet zelden wordt een tweet behandeld als #BreakingNews op zich.
Nooit in de geschiedenis heeft het nieuws - of wat als zodanig wordt beschouwd - zo snel gereisd, en dat is ongetwijfeld te danken aan de sociale media.
De snelheid waarmee nieuwsberichten (feiten, commentaren... ) worden geproduceerd door de Tweede Staatsmacht (de uitvoerende macht) vergen een even snelle feitencontrole door de pers - in haar rol als de 'Vierde Staatsmacht' in de checks and balances van een democratische overheid in een rechtstaat.
Dit is met name urgent in het nieuwe tijdperk van #FakeNews want “vals nieuws verspreidt zich sneller en breder” ‘False News Speeds Faster and Wider’ (Steve Lohr, met verwijzing naar M.I.T. studie in de NYT van 8 maart 2018).
Die taak wordt praktisch onmogelijk gemaakt voor journalisten die geblokkeerd zijn.
Het is alsof ze - meerdere keren per dag - fysiek uit cruciale persconferenties worden gegooid: zie maar de procedure die CNN in 2018 aanspande tegen het Wite Huis in verband met het intrekken van de persaccreditatie van CNN’s belangrijkste correspondent aldaar, Jim Acosta.
Timothy J. Kelly, de voorzitter van de U.S. District Court van Washington D.C. oordeelde dat het Witte Huis ongepast gereageerd had door die persbadge in te trekken na een pittige tussenkomst op een persconferentie/ De rechter beval de Trump regering de perscredentials van Jim Acosta opnieuw in te stellen.
Geblokkeerd op Twitter, kun je niet meer helemaal 'volgen': niet op Twitter, maar ook niet in de echte wereld van de journalistiek. De tweets van minister Demir mogen dan wel open staan voor iedereen, maar ze zijn niet publiek voor de geblokkeerde. Likes en retweets zijn voor jou gebarricadeerd en je hebt omzeilingstechnieken nodig zoals uitloggen of het aanmaken van een nieuw (anoniem) profiel.
Als je geblokkeerd bent, mis je de oorspronkelijke bron: de persoon/organisatie die dit of dat verklaard heeft - waar anderen (die je nog steeds kunt lezen) commentaar op geven. Maar je bent uitgesloten van de essentie van dit werk: het controleren van de originele bron, om te verifiëren, want 'woorden zijn belangrijk, feiten zijn belangrijk'.
De meest kritische stemmen vallen uit in die virtuele - maar echte - strijd voor democratie: de 'checks and balances' balanceren de andere kant op, in de richting van de (staats-)macht.
Discriminatie op basis van meningsuiting is verboden volgens art. 10 EVRM.
De opinie van wie aan het debat deelneemt, kan nooit een geldig motief zijn voor dergelijke beperking : "Ont trait à un intérêt général les questions qui touchent le public dans une mesure telle qu’il peut légitimement s’y intéresser, qui éveillent son attention ou le préoccupent sensiblement, notamment parce qu’elles concernent le bien-être des citoyens ou la vie de la collectivité. Tel est le cas également des questions qui sont susceptibles de créer une forte controverse, qui portent sur un thème social important, ou qui ont trait à un problème dont le public aurait intérêt à être informé. L’intérêt public ne saurait être réduit aux attentes d’un public friand de détails quant à la vie privée d’autrui, ni au goût des lecteurs pour le sensationnel voire, parfois, pour le voyeurisme (Couderc et Hachette Filipacchi Associés, précité, §§ 101 et 103, et les références qui s’y trouvent citées)." (Satakunnan Markkinapörssi Oy et Satamedia Oy c. Finlande Arrêt Grande Chambre CEDH 27 06 2017, § 171)
De democratie sterft in duisternis (waarschuwt de NYT): die duisternis is wat sommige politici op Twitter creëren door journalisten uit te sluiten die gênante vragen durven stellen, waardoor ze licht werpen op de duistere kant van een soort politiek: niet de politiek van de ‘res publica’, het algemeen belang, maar van bepaalde belangen.
Twitter wordt de 'echokamer' van die politici die allergisch zijn aan kritiek. Ze geven de voorkeur aan een vriendelijke of volgzame pers: niet de vierde constitutionele macht, maar een kersenpluk van de tweede, de uitvoerende macht.
Deb Roy, een van de auteurs van de voormelde M.I.T studie besloot: “polarisering blijkt een groot businessmodel geworden” – althans voor autoritaire en populistische politici.
Het 'chilling effect' van het geblokkeerd te worden door de overheid
Geblokkeerd' worden is ‘uitgesloten’ – of uitgestoten worden, maar als dat niet door een gewone burger, doch door de overheid gebeurt, zijn de gevolgen zeer verschillend.
De ‘arrogantie van de macht’ (in de waarschuwende woorden van de legendarische, kritische senator William Fulbright) verwijdert je uit de lijn van die overheidscommunicatie. Onmogelijk om (rechtstreeks op Twitter, zoals het op Twitter hoort) een vraag te stellen, om bezwaar te maken, een opmerking te maken of het oneens te zijn.
Als burger, maar nog meer als journalist, hou je een beetje op te bestaan.
Zoals in die Franse juridische thriller van Yannik Chauvin: "Que ton nom ne soit plus" ("Moge uw naam ophouden te bestaan"): je houdt een beetje op te bestaan, maar onderschat dat ‘beetje’ niet.
Geblokkeerd worden op Twitter houdt daarenboven niet op met je eigen, persoonlijk ongemak als burger of als journalist.
De boodschap is veel meer dan gewoon: "we willen je hier niet op Twitter, je bent niet een van ons, we gooien je eruit".
Die intimidatie gaat snel en verder - zoals bedoeld: het ‘chilling effect’ viseert ook anderen.
Net omdat ik duidelijk wil maken dat ik niet bang ben, ga ik daar op mijn manier mee om: politici die mij laf en stilletjes, achter mijn rug om blokkeren, die Vlaamse twitter blocks, die publiceer ik zelf wanneer ik ze ontdek.
Soms ben ik er bijna fier op, want je weet dat je als kritische tweeter (te) raak scoorde.
Het eerste Twitter alternatief voor minister Demir: mij ontvolgen
Mij ontvolgen had de eerste stap kunnen zijn voor onze Vlaamse minister van justitie en handhaving – nog vóór de tweede stap (muting).
Inderdaad, gedempte accounts die jij volgt, zullen nog steeds verschijnen in je tijdslijn.
Maar voor die gedempte accounts die jij niet volgt, zullen geen antwoorden en vermeldingen verschijnen (zegt UsingTwitter ).
Ikzelf volgde de Vlaamse minister van Justitie en kan haar eigen 'ontvolgen' ten opzichte van mezelf natuurlijk perfect aanvaarden: dat is de essentiële keuze die iedereen heeft op Twitter. Overigens, zelfs als je iemand op Twitter niet volgt, dan kun je nog steeds zijn tweets lezen, zolang hij je maar niet blokkeert.
Vanuit politiek of zelfs maar praktisch oogpunt is het volkomen begrijpelijk dat sommige politici er de voorkeur aan geven om een criticus niet (officieel) te volgen, hoewel ze van tijd tot tijd die account veiligheidshalve en uit gezonde nieuwsgierigheid controleren voor zijn commentaren.
Minister Demir had deze eerste weg kunnen kiezen, maar dat heeft ze niet gedaan: ze wilde niet alleen helemaal niets van mij horen, ze wilde me het zwijgen opleggen.
Het tweede Twitter alternatief: mij dempen
Als tweede alternatieve mogelijkkheid dat minister Demir me uiteraard kunnen dempen: dat doen misschien andere N-VA politici (en zelfs Vlaamse ministers) die me volgen.
Muting is inderaad een totaal andere aanpak: met de mute-knop kun je de Tweets van een account van je tijdlijn verwijderen – zelfs zonder dat je die account ontvolgt of blokkeert. Het voordeel is dat je zelf geen push-meldingen meer ontvangt van een gedempt account.
Voor de tweede keer: ook dat is prima voor mij !
Zelfs een lid van mijn Vlaamse regering staat het helemaal vrij om de berichten van een belastingbetaler die toevallig ook een journalist is, en die in haar specifieke bevoegdheidsgebied publiceert, niet te lezen.
Het zegt wel iets over die regering, maar prima ! No worries !
Minister Zemir had voor deze tweede weg kunnen kiezen, maar nogmaals, dat heeft ze niet gedaan: ze wilde helemaal niets van mij horen, want ze heeft me brutaalweg geblokkeerd, zonder enig antwoord, enige uitleg of motivatie.
De bedoeling is duidelijk: een stem het zwijgen opleggen.
Een minister van Justitie die een journalist muilkorft die zich bezighoudt met justitie: il faut le faire.
Mag ik dit toevoegen over 'muting': in het geval van 'Knight First Amendment Institute At Columbia University v. Donald Trump, president van de Verenigde Staten", stelde rechter Buchwald tijdens de pleidooien voor
"dat de partijen een oplossing van dit geschil zouden overwegen waarbij de individuele eisers worden gedeblokkeerd en vervolgens gedempt, een aanpak die hun individuele mogelijkheid om rechtstreeks te communiceren met (onder meer door rechtstreeks te reageren op) tweets van het @realDonaldTrump account zou herstellen, terwijl het vermogen van de president om tweets te negeren die verzonden worden door gebruikers van wie hij niet wenst te horen, behouden blijft".
In die case werd geen akkoord bereikt, net zoals tot nu in mijn geschil met minister Demir.
Ik kreeg op 28 september 2020 een automatische bevestiging van mijn mail, maar geen antwoord van minister Demir, noch van haar woordvoerder, noch van haar administratie.
De fundamentele juridische uitdaging: het voorbeeld van Knight First Amendment Institute van Columbia University v. Donald. Trump, President van de Verenigde Staten.
De aanklagers
Het Knight First Amendment Institute van Columbia University
'Knight Institute' (Twitter @knightcolumbia ) zet zich in voor de verdediging en versterking van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid in het digitale tijdperk met strategische rechtszaken, onderzoek en openbaar onderwijs.
Het Eerste Amendement is een essentieel onderdeel van de Amerikaanse 'Bill of Rights'.
De geschiedenis ervan in een notendop (citaat van de website van het Witte Huis): "Een van de belangrijkste twistpunten tussen de Federalisten en de Anti-Federalisten was het ontbreken van een opsomming van fundamentele burgerrechten in de Grondwet. Veel federalisten stelden dat het volk geen rechten heeft afgestaan door de Grondwet aan te nemen. In verschillende staten stond het ratificatiedebat echter in het teken van de goedkeuring van een lijst van rechten. De oplossing werd bereikt met het Massachusetts Compromis, waarbij vier staten de Grondwet hebben geratificeerd, maar tegelijkertijd aanbevelingen voor amendementen aan het Congres hebben gestuurd.
James Madison introduceerde 12 amendementen op het Eerste Congres in 1789. Tien daarvan werden wat we nu beschouwen als de Bill of Rights".
Citeren we toch eerst dat fundamentele Eerste Amendement zelf: "Het Congres zal geen wet aannemen die betrekking heeft op een staatsgodsdienst, of de vrije uitoefening van godsdienst verbiedt; of de vrijheid van meningsuiting of de persvrijheid beperkt; of het recht van het volk beperkt om vreedzame bijeenkomsten te beleggen, en verzoekschriften voor een herstel van grieven tot de regering te richten.”
Deze woorden klinken je bekend in de oren, te meer als je de grondwet van ieder democratisch land leest, of de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) of het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (1950).
Die woorden en rechten “werden uiteindelijk kosmopolitisch, ter bescherming van internationale communicatie, ter bevordering van de wereldwijde verspreiding van democratische principes, en door de erkenning van de uitdrukking van meningsverijheid en godsdienstvrijheid. Ze hebben een mondiale invloed en moedigen respectvol engagement aan met de vrijheidsregimes van andere naties.” (Timothy Zick, The Cosmopolitan First Amendment. Protecting Transborder Expressive and Religious Liberties’, Cambridge University Press 2015).
Maar deze strijd gaat verder, meer dan ooit sinds het einde van het Derde Rijk, met de nieuwe golf van populisme en autoritarisme.
De vooraanstaande Amerikaanse advocaat en onderscheiden rechtsgeleerde Floyd Adams citeert in zijn boek ‘The soul of the First Amendment’ (Yale Univerity Press 2017) de historische woorden van opperrechter Hugo Black: “De reden bij uitstek voor het Eerste Amendement was het idee dat de burgers van dit land vrij moeten zijn om te denken, te zeggen, te schrijven, en godsdienst te beleven zoals ze dat willen, niet zoals de Regering dat beveelt”.
Abrams benadrukt dat de eerste ‘vrijheid’ die vermeld werd in de legendarische ‘Four Freedoms Speech’ van F.D.R. in 1941, de vrijheid van meningsuiting was.
Verwijzend naar het werk van Kathleen Sullivan, de vroegere decaan van de Stanford Law School waarschuwt Abrams: “Censuur is besmettelijk. Toe te laten dat de overheid de meningsuiting van sommigen wil beperken, zou onvermijdelijk de rechten van allen op de helling zetten”.
De individuele eisers in die Amerikaanse procedure tegen president Trump waren zeer divers
Rebecca Buckwalter (@rpbp) is schrijver en politiek adviseur, Philip Cohen is hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Maryland (@familyunequal ), Holly Figueroa is politiek organisator en songwriter (@AynRandPaulRyan ), Eugene Gu is een inwoner van de algemene chirurgie van het Medisch Centrum van de Universiteit van Vanderbilt ( @eugenegu ) Brandon Neely is een politieagent ( @BraondonTXNeely ), Joseph Papp is een anti-doping advocaat en voormalig professioneel wielrenner (@joepabike ), Nicholas Pappas is een comedian en een schrijver (@Pappiness ).
Als schrijver - hoewel nog geen stand-up-comedian - kon ik in die lijst passen.
Je kunt overigens nauwelijks overleven in de legale jungle zonder gevoel voor humor.
Humor is verbaal goud. Humor verbindt. Humor relativeert, maar heeft ook een ontwapendend waarheidsgehalte.
Nooit zal ik die mooie momenten vergeten, zoals toen stand-up comedian Michael Van Peel me op Radio 1 uitnodigde als zijn ‘Zomergast’, of toen Bert Kruismans in zijn laudatio bij de Burgerschapsprijs P&V aanhaalde: “Jan Nolf heeft de stem van
Stéphane Hessel gehoord”.
Juristen schaatsen vaak op de ijzige oppervlakte, humoristen raken de kern.
Het vonnis van rechter Buchwald op 23 mei 2018 was duidelijk
"Hoewel er alternatieve middelen bestaan om de tweets van de president te bekijken, kunnen (de eisers) de originele tweets zelf niet zien wanneer ze zijn aangemeld bij hun geblokkeerde accounts, en in veel gevallen is het moeilijk om de antwoordtweets te begrijpen zonder de context van de originele tweets" (blz. 21/75) (...)
Die beperkingen zijn ook bijzonder, in die zin dat ze de individuele eisers hebben beïnvloed en zullen beïnvloeden op een 'persoonlijke en individuele manier' (...) en de mogelijkheid om te communiceren beperkt werd en verder zal worden beperkt vanwege de persoonlijke eigendom van elke individuele eiser van een geblokkeerde Twitter-account".
Rechter Buchwald besloot dat "de (Twitter) waarin de individuele eisers zich willen engageren, door het Eerste Amendement wordt beschermd" en dus "beschermde vrijheid van meningsuiting" betreft (blz. 37/75).
Deze "antwoorden op de tweets van de president blijven de private meningsuitdrukking van de responderende gebruiker (en worden door die repliek geen deel van overheidscommunicatie)" (p. 56/75), schrijft de rechter.
Aangezien het Twitter-account van president Trump "algemeen toegankelijk is voor het grote publiek zonder rekening te houden met politieke voorkeur of andere beperkende criteria" vergelijkt rechter Buchwald dat forum met "een park (dat) plaats biedt aan veel mogelijke sprekers en in de geschiedenis ervan, aan vele optochten en demonstraties" (p. 57/75): "de interactieve ruimte is in staat om een groot aantal publieke sprekers te herbergen zonder de essentiële functie ervan te verslaan (...) om privé-sprekers in staat te stellen zich met de inhoud van de tweet bezig te houden".
Deze "interactieve ruimte is dus een toegewezen openbaar forum” (blz. 61/75) en "de interactieve ruimte van de tweets van president Trump biedt de ruimte voor een substantieel weefsel van meningsuitingen (...) en vormt (dus) een toegewezen openbaar forum" (blz. 62/75)
Natuurlijk, geeft rechter Buchwald toe, is blokkering in dit ‘toegewezen openbaar forum’ toegestaan, hoewel "alleen als zij eng worden omschreven om een dwingend staatsbelang te bereiken".
Evenwel werden "hier de individuele eisers onbetwistbaar geblokkeerd als gevolg van (politiek) standpunt-discriminatie" - en dit is ontoelaatbaar op grond van het Eerste Amendement (blz. 63/75).
Rechter Buchwald concludeert: "Het publiek voor een antwoord strekt zich breder uit dan de afzender van de tweet die wordt beantwoord, en door het blokkeren wordt de mogelijkheid van de geblokkeerde gebruiker om met dat publiek te spreken beperkt" (blz. 67/75).
"Zelfs met respect voor de persoonlijke rechten van de president in verband met het Eerste Amendement kan hij (zijn eigen) rechten niet uitoefenen op een manier die inbreuk maakt op de overeenkomstige rechten op datzelfde Eerste Amendement van degenen die hem bekritiseren" (p. 68/75) oordeelde rechter Buchwald.
Dat vonnis in eerste aanleg werd op 7 juli 2019 in hoger beroep bevestigd door het Second Circuit of the U.S. Court of Appeals
Ook het Hof verwierp het argument van president Trump dat de eisers zouden kunnen overstappen op ‘omwegen’ zoals het aanmaken van nieuwe accounts, het uitloggen om de tweets van de president te bekijken en het gebruik van de zoekfuncties van Twitter om tweets over de president te vinden die door andere gebruikers zijn gepost en aan de hand waarvan ze nog wel kunnen tweeten.
Circuit rechter Barrington D. Parker schreef: "We besluiten inderdaad dat het Eerste Amendement niet toestaat dat een overheidspersoon die gebruik maakt van een social media account voor allerlei officiële doeleinden, personen uitsluit van een online dialoog (die normaliter voor iedereen op staat) omwille van de geuite meningen waar die overheidspersoon het niet mee eens is".
Omdat president Trump (...) in een officiële hoedanigheid handelt wanneer hij tweet, besluiten wij dat hij in dezelfde hoedanigheid handelt wanneer hij degenen die het niet met hem eens zijn, blokkeert" (p/ 19/29).
In het algemeen "hebben de sociale media recht op dezelfde bescherming als andere vormen van media in het kader van het Eerste Amendement". (p. 22/29).
Het verdient benadrukking dat president Trump in deze procedure in hoger beroep het besluit van de rechtbank (in eerste aanleg) als dat de meningsuiting waarin de individuele eisers zich willen engageren, beschermd is, niet heeft aangevochten: "In plaats daarvan beweert (Trump) dat het blokkeren van een toespraak niemands meningsuiting heeft verboden of bemoeilijkt" (p. 24/29).
Natuurlijk aanvaardt de rechtbank "dat de regering gelijk heeft dat de individuele eisers niet het recht hebben om van de president te eisen dat hij naar hun toespraak luistert", maar "de beperkingen van de toespraak in kwestie bemoeilijken (hun) mogelijkheid om op Twitter te dialogeren met anderen die met of over de president kunnen spreken. (...) Zodra hij de interactieve mogelijkheden van zijn account voor het grote publiek openstelt, heeft hij niet het recht om geselecteerde gebruikers te censureren omdat zij meningen uiten waarmee hij het niet eens is"". (p. 25/29).
"Censuur", voilà het sleutelwoord
Zelfs de Trump administratie (als procespartij) gaf uiteindelijk toe dat die ‘omwegen’ (‘workarounds’) de vrije meningsuiting van de individuele burger toch bemoeilijken (p. 26/29). Het Hof wijst erop dat “zowel bemoeilijking als een regelrecht verbod op vrije meningsuiting een schending betekenen van het Eerste Amendement".
Het hof van beroep benadrukt finaal dat "wanneer de regering een burger heeft gediscrimineerd op basis van het standpunt van die meningsuiting, de mogelijkheid om elders die mening te uiten, die schending van de Grondwet niet herstelt".
Die bevestiging van het vonnis in eerste aanleg kon nauwelijks op een meer eloquent slot eindigen, dan met deze woorden van rechter Barrington D. Parker:
“De ironie van dit alles, is dat we dit net neerpennen op het moment in de geschiedenis van deze natie dat de houding van onze regering en de regeringsleden open staat voor een wijd en stevig debat. Dit debat bestrijkt een uitzonderlijk brede reeks van ideeën en standpunten. Het geeft aanleiding tot een niveau van passie en intensiteit zoals dat nog maar zelden gezien is.
Dit debat, hoe ongemakkelijk en onaangenaam het ook vaak moge zijn, is toch een goede zaak. Terwijl we dit hoger beroep beslechten, willen we de partijen eraan herinneren, dat als het Eerste Amendement iéts betekent, dat het dan vooral betekent dat het beste antwoord op afkeurende vrije meningsuiting over onderwerpen van publiek belang, net meer vrije meningsuiting is, en niet minder”.
De door president Trump geëiste "en banc-zitting" (voltallige zitting door alle rechters) van het Hof van Beroep werd op 23 maart 2020 bij stemming van 7-2 verworpen
Het hof van beroep benadrukt dat de kernvraag hier niet gaat over de aard van de Twitter Account van Trump, zoals die account een tiental jaar geleden aangemaakt werd: “de kernvraag voor het Eerste Amendement (in verband met vrije meningsuiting) is hoe de president die account gebruikt in zijn hoedanigheid van president” (p. 4 & 10/16).
Het Hof voegde er bij die gelegenheid – opmerkelijk - aan toe dat "zelfs indien de rekening (van president Trump) een niet-openbaar forum zou zijn, dergelijke uitsluiting van personen die een afkeurend standpunt innemen, niet toegestaan is " (p. 11/16).
Onder verwijzing naar Twitter's 'Over' pagina ("Spark a global conversation" en "See what people are talking about") merkt het Hof op dat "publieke fora worden gebruikt voor een vorm van vergaderen, het uitwisselen van gedachten tussen burgers, en het bespreken van vragen van openbaar belang. Dat is precies wat sociale media doen. Twitter is daarop geen uitzondering” (p. 12/16).
Twee rechters (Park en Sullivan) schreven een ‘dissenting opinion’ (afwijkende mening) op deze motivering, maar (zoals ik die methode ook al verdedigde in mijn boek ‘De kracht van rechtvaardigheid’) dit leidde er uitgerekend toe dat de meerderheid haar opinie nog duidelijker en meer helder preciseerde.
Sindsdien heeft president Trump een petitie voor een certiorari ingediend bij het Hooggerechtshof (ongeveer te vergelijken in België met een verzoek tot verbreking bij het Hof van Cassatie)
Het Hooggerechtshof 'herschikte' de zaak al vier keer (voor het laatst onbepaald uitgesteld op 18 november 2020) en raad eens: de dag van de eedaflegging van president-elect Joe Biden nadert.
Toch ook dit positief nieuws: nadat The Knight Institute de zaak in eerste aanleg gewonnen had, heeft het Witte Huis de eisers en tientallen anderen die de president op basis van het standpunt had geblokkeerd, gedeblokkeerd.
Volgens The Knight Institute weigerde het Witte Huis echter twee categorieën personen te deblokkeren: degenen die de tweet niet kunnen specificeren die de president ertoe aanzette hen te blokkeren, en degenen die werden geblokkeerd vooraleer de president in functie trad.
Op 31 juli 2020 diende het Knight Institute een tweede rechtszaak in tegen de president en zijn medewerkers omdat ze deze critici bleven blokkeren.
Idem voor Facebook
Het Knight First Amendment Institute pleitte met succes voor een gelijkaardige zaak nadat een lokale overheid een criticus op Facebook blokkeerde. Op 7 januari 2019 bevestigde het hof van beroep (vierde circuit No 17-2002 Davison v. Randall No 17-2002) dat het Eerste Amendement dergelijke overheidscensuur op nieuwe communicatieplatforms verbiedt.
Het hof besloot dat aspecten van die Facebook-pagina "de specifieke kenmerken van een openbaar forum dragen" en dat de beslissing om de kritische burger uit te sluiten, "opinie - discriminatie" was.
Terug naar Vlaanderen, België, met dank aan dit 'Cosmopolitan First Amendment': onze eigen Grondwet, en specifieke Vlaamse en federale wetgeving over dat onderwerp, maar ook fundamentele mensenrechten, altijd getoetst in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Straatsburg).
De bronnen van het recht, het waarborgen van de vrije meningsuiting en de vrije pers.
Het eerste amendement is niet alleen een essentieel onderdeel van de Amerikaanse 'Bill of Rights'. Die grondrechten vinden we terug in de grondwet en wetgeving van alle democratische samenlevingen.
Voor België lezen we die rechten in onze eigen grondwet, maar ook in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (ondertekend in Rome op 4 november 1950), het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (afgekondigd in Nice op 7 december 2000) en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 10 december 1948).
In de Verenigde Staten maken rechters een onderscheid of de account (1) een traditioneel publiek forum betreft, (2) een ‘toegewezen publiek forum’ (met als subcategorie het beperkt publiek forum) of (3) een niet publiek forum, als relevant criterium om te bepalen hoe de overheid kan overgaan tot inhoudelijke discriminatie. In de Europese Unie wordt een andere methode gevolgd: de regel is vrijheid van meningsuiting, maar beperkingen zijn mogelijk indien voorzien door wetgeving die noodzakelijk is voor een democratische samenleving of om bepaalde belangen te beschermen.
Die Amerikaanse ‘forum analyse’ blijft echter relevant voor ons: immers heeft forum analyse belang met betrekking tot de toegang tot informatie.
Daarnaast, als specifieke Vlaamse wetgeving is in dit geval het Vlaamse Bestuursdecreet van 7 december 2018 interessant dat sinds 1 januari 2019 de regels van Openbaarheid van Bestuur bundelt in opvolging van het Vlaams Openbaarheidsdecreet maar voorheen al de Belgische wet betreffende de openbaarheid van bestuur van 11 april 1994 (artikel 32 van de gewijzigde Grondwet over het recht op toegang tot overheidsdocumenten).
Het is bijna grappig om vast te stellen dat de tweets van de minister van Justitie en Handhaving per definitie openbaar zijn, aangezien ze op dat sociale-mediaplatform worden gepubliceerd. Het is op zijn minst zachtjes kafkaësk dat deze publieke informatie een soort geheim wordt voor de geblokkeerde burgers, om vervolgens door hen pas ontdekt te worden na gebruik te maken van 'workarounds' of omwegtechnieken zoals besproken in de zaak tegen president Trump.
Het is ook verontrustend dat - om die essentieel publieke informatie te verkrijgen - journalisten gedwongen zouden worden om valse of anonieme Twitter-accounts te maken: in de praktijk is dit uitgerekend wat Twittertrollenlegers doen om ons anoniem aan te vallen.
Dit is echt de juridische wereld maar ook de echte wereld op zijn kop. In een vrije samenleving moeten burgers en journalisten niet ‘ondergronds’ gaan om officiële mededelingen van een minister te kunnen lezen.
Op die manier wordt de ‘watchdog’-functie van de pers gehinderd: blokkering op sociale media verwijdert een mogelijkheid van verantwoording.
Aangezien de beslissing van de minister op geen enkele manier gemotiveerd was (en zelfs niet meegedeeld werd), kon die andere Belgische wet ook van toepassing zijn (ook voor een Vlaamse minister): de Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen van 29 juli 1991.
Een platte weigering is een no-go. Zo’n beslissing moet formeel en inhoudelijk ‘afdoende’ gemotiveerd worden volgens de wettelijke criteria. Het is overigens een beginsel van ‘behoorlijk bestuur’ om criteria zoals o.m. redelijkheid, zorgvuldigheid en proportionaliteit in rekening te brengen.
De abrupte 'blokkering' lijkt daarentegen een daad zoals uit het Ancien Régime, toen de Franse koning zijn beslissingen aankondigde met "Car tel est notre Plaisir" of in het oude Frans van Louis XIII, op voorstel van Richelieu “Car ainsi nous plaist il être fait” ('Omdat dit ons behaagt dit zo te doen').
Die dagen zijn voorbij en mogen niet meer terugkeren, maar we kennen de allergie van de Burkeaanse neoconservatieve elite (geïnspireerd door 'Reflections on the Revolution in France' – 1790) aan de Verlichting en aan Voltaire, maar essentieel, hun allergie aan de democratie.
Om het juridisch plaatje verder te duiden, moeten we ook de Belgische Antidiscriminatiewet van 10 mei 2007 vermelden.
Een van de verboden criteria voor discriminatie is ‘politieke overtuiging’ : “het feit dat men een politieke denkrichting aanhangt, zonder dat men volwaardig lid van een politieke partij moet zijn”. (bron: UNIA, als onafhankelijke, interfederale instelling belast met de bevordering, de bescherming en de opvolging van de toepassing van het VN-Verdrag in België.)
In dat verband is het politieke incident van 27 september 2020 als concrete aanleiding van de plotse blokkering door minister Demir interessant.
De procedure: tot ziens in de rechtbank ?
Het Amerikaanse Hooggerechtshof speelt een rol waarvan de draagwijdte in België onbekend is: zijn rechterlijke macht omvat zowel de bevoegdheden van ons Belgisch Grondwettelijk Hof, het Hof van Cassatie en de Raad van State, maar ook van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Precedent' is niet de (continentale) Europese manier van oordelen, maar er bestaan wel uitzonderingen (voor beslissingen van het Hof van Cassatie en het EHRM). En hoe dan ook, uitspraken die in de professionele juridische pers (van welke rechtbank dan ook) worden gepubliceerd, werpen hun gewicht in de schaal en bieden - soms wereldwijd - inspiratie.
Het Nederlandse voorbeeld
Aangezien Nederland een gelijkaardige 'Wet Openbaarheid van Bestuur' (WOB) kent als België en Vlaanderen, zou het arrest van de Nederlandse Raad van State van 20 maart 2019 (Zaak nr. 201800258/1/A3, die het arrest van de rechtbank Midden-Nederland van 28 november 2017 in zaak 17/532 bevestigt) een inspiratiebron kunnen worden voor onze Belgische Raad van State.
De Nederlandse Raad van State besliste dat ook sms- en Whats-App-berichten onder de (Nederlandse) Wet op de Vrijheid van Informatie kunnen vallen.
Waarom dan niet eveneens Twitterberichten die oorspronkelijk en in principe openbaar zijn, maar voor sommige burgers plotsklaps virtueel 'geheim' worden gehouden?
De archieven van Twitter
Rechter Buchwald vermeldde in haar vonnis van 23 mei 2018 het advies van de Amerikaanse Archiefdiensten dat de tweets van @realDonaldTrump officiële annalen zijn die bewaard moeten blijven volgens de wetgeving op de presidentiële archivering.
Het reeds voormelde Vlaams Bestuursdecreet van 7 december 2018 voorziet een bestuurlijke verantwoordelijkheid van overheidsinstanties voor het beheren en bewaren van bestuursdocumenten “in goede, geordende en toegankelijke staat” (art. III.81 §1).
In onze digitale wereld is dat geen onmogelijke opdracht, eerder een essentiële plicht voor iedereen in onze overheid.
Onze wetgeving omtrent openbaarheid van bestuur kan niet efficiënt werken als – ook louter digitale - berichtgeving door beleidsmensen – of hun woordvoerders – niet voor de geschiedenis bewaard blijven.
Ter illustratie : in Antwerpen vegen historici hun geschiedenis uit
Ter illustratie haal ik de Twitter discussie aan die ik in augustus en oktober 2017 voerde met Johan Vermant (@JohanVermant de woordvoerder van Antwerps burgemeester Bart De Wever, historicus en voorzitter van minister Demir’s partij N-VA).
Immers had ik opgemerkt dat Johan Vermant – uitgerekend ook een historicus – systematisch al zijn tweets op korte termijn al wegliet. Op 2 oktober 2017 antwoorde hij me daarover schamperend op Twitter: ”Aandachtsprobleem ? Ik zie Twitter als actualiteitsmedium, daarom vervallen mijn tweets na een week. Zo, nu mag je terug naar de moral high”.
Dezelfde woordvoerder had naar aanleiding van een tweet van Knack journalist Walter Pauli (in verband met het ondertussen dank zij Apache beroemde diner in het Fornuis) getweet: ”Groen, riool- en linkse journalisten voeren kennelijk één strijd. Anything goes. Je wordt voor leugenaar uitgemaakt alsof het niets is” - terwijl Apache ondertussen het slachtoffer werd van SLAPP.
Van mijn kant resumeerde ik de kern van het probleem in een Twitter-repliek van 16 augustus 2017:”…historici die hun tweets verwijderen, wat moeten we daarvan denken ? Dat ze er voor de geschiedenis niet op afgerekend willen worden”.
Het is nauwelijks mogelijk de geschiedenis te volgen - laat staan te schrijven - van dat soort van agressieve aanvallen op journalisten – en meteen ook de manier waarop populisten hun politiek promoten – als je niet permanent Twitter checkt op de betrokken account zelf en zo nodig dergelijke tweets voor de geschiedenis bewaart met een screencapture.
Inderdaad vertellen weggelaten tweets soms een interessanter verhaal dan de tweets die likes blijven ophopen van volgers, hetzij echte volgers, hetzij robots – of een partikratische mix van de twee.
Feiten tellen, en soms zijn tweets niet enkel woorden: een tweet is soms een feit op zich.
Zelfs het ‘deleten’ van een tweet is wel vaker een journalistiek zeer relevant feit.
Tot slot, maar niet in de laatste plaats, leidt dat ons tot het democratische aspect van dit debat
Keer op keer lijkt die agressieve aanpak een averechtse uitwerking te hebben.
Blokkeren is een slechte politieke tactiek.
Burgemeester Philip Levine van Miami - een Democraat - die in 2016 radiopresentator Grant Stern blokkeerde - gaf 29 miljoen dollar (een vijfde van zijn nettovermogen) uit aan zijn mislukte gouverneursrun in 2018. De blokkade van Stern werd uiteindelijk opgeheven tijdens het proces, meer dan een jaar nadat hij zijn rechtszaak in oktober 2016 had aangespannen (bron: Politico, 05/18/2018).
Kentucky gouverneur Matt G. Bevin - een Republikein - won wel de rechtszaak tegen geblokkeerde critici. Op 30 maart 2018 wees de Amerikaanse districtsrechter Gregory F. Van Tatenhove de vraag tot deblokkering op sociale media van eisers Drew Morgan en Mary Hargis af omdat "gouverneur Bevin een automatische filterinstallatie heeft" op zijn accounts: "hij heeft een specifieke agenda van hoe hij wil dat zijn pagina's eruit zien en hoe de discussie op die pagina's zal zijn".
De woorden die de ambtenaren van de administratie zouden alerteren voor een blokkering waren wel heel divers: snottebel, zakkenvuller, dictator, mafkees, belastingaangiftes, troef, baarmoeder, baarmoederhals, menstruatie". (bron: koerier-journaal 05/01/2019)
Rechter Van Tatenhove concludeerde dat "als (de Gouverneur) een echt open forum wilde waar iedereen kon posten of commentaar geven, hij daarvoor zijn accounts had kunnen opstellen, maar dat deed hij niet. En het Eerste Amendement vereist niet dat hij dat doet" (Zaak 3:17-cv-00020-GFVT).
U kunt over dit vonnis discussiëren en hoe dan ook, de juridische draagwijdte ervan is zeer specifiek en beperkt.
Maar na die Pyrrusoverwinning in de rechtbank werd gouverneur Bevin – nochtans gesteund door de Tea Party-beweging - niet herkozen in 2019.
In Canada tweette Jim Watson, de toenmalige burgemeester van Ottawa over locale onderwerpen, vooral als ze voor de gemeenteraad kwamen. Hij blokkeerde daarop een aantal Twitter critici.
In een procedure, opgestart in oktober 2018 beschuldigden de drie klagers (Emilie Taman, een advocate en activiste, Dylan Penner van de Council of Canadians en James Hutt van de Canadese postvakbond) burgemeester Watson ervan hun grondwettelijke rechten op vrije meningsuiting geschonden te hebben door die Twitter blokkade.
Ze argumenteerden dat de Twitter feed van de burgemeester een publieke account was die hij gebruikte binnen het kader van zijn ambt als burgemeester.
De klagers claimden dat hun meningsvrijheid aangetast was.
De procedure werd snel beëindigd, want burgemeester Watson liet via een officiëel persbericht weten dat hij zich geplooid had naar dat standpunt (van de klagers) en akkoord was: “Bij nader inzien, is burgemeester Watson het eens met deze kijk en heeft hij beslist die bezorgdheid aan te pakken door de betrokken burgers te deblokkeren op zijn Twitter account”.
Watson heeft dus voor vrede gekozen in zijn ‘Twitter oorlog’ en hij dankte zelfs de klagers om dit probleem aan te kaarten. Hij beloofde alle leden van de gemeenteraad aan te moedigen om dezelfde hoge graad van bereikbaarheid op sociale media te behouden” (bron: Ottawa Citizen Nov. 2nd, 2018).
Burgemeester Watson werd herkozen.
Maar laten we dus eerst eens even praten!?
Alhoewel ik hierboven, bij de aanhef van deze tekst, de officiële termen 'aanklagende partij' en 'verwerende partij' gebruikte, zijn we natuurlijk – nog – niet aan een procedure toe.
Ik heb veel ontleend aan de geciteerde Amerikaanse en andere cases, om het juridisch risico te illustreren dat beleidsmensen lopen door burgers te blokkeren op de sociale media.
Het juridisch aspect is slechts een van de vele kanten aan deze fundamentale discussie over een open en democratische samenleving.
Daarom doe ik eerst nogmaals een oproep.
Ik onderschat de politieke moeilijkheid van minister Demir om haar beslissing met te blokkeren te heroverwegen niet.
Dat vergt moed, in haar partij en ten overstaan van haar eigen volgelingen op de sociale media.
Maar niemand mag de politiek ingaan zonder moed.
De case van burgmeester Jim Watson bewijst die moed: hij bracht vrede.
Minister Demir, de Vlaamse minister van Justitie kan een positief voorbeeld geven in plaats van een negatief en verdeeldheid zaaiend voorbeeld.
In mijn kwarteeuw als rechter had ik ook moed nodig.
Democratie is meer dan verkiezingen en stemmen, net zoals gerechtigheid meer is dan procedures en bevelen.
Politici en rechters moeten dringend nog één ding gemeen hebben: luisteren.
En na te hebben geluisterd, moeten politici, net als rechters ook de moed hebben om mild te zijn, om te vergeven, zelfs om teder te zijn (zoals ik schreef in 'De kracht van rechtvaardigheid') – jawel, om vrede te brengen.
Dus, minister Demir, met alle respect voor u persoonlijk en voor uw ambt, mag ik u vragen om dit te heroverwegen.
Of op zijn minst, laat ons eerst nog even praten.
Heel mijn beroepsleven lang als rechter heb ik dialoog en bemiddeling aangemoedigd.
De Romeinse oorlogsspreuk keerde ik om: ‘Si vis pacem, para pacem’.
Dat pleidooi voor wederzijds begrip is de kern van mijn boek ‘De kracht van rechtvaardigheid’ (gepubliceerd bij Uitgeverij EP in 2016, en in 2017 in het Frans gepubliceerd bij Now Future Editions onder de titel ‘La force de la justice. Plaidoyer pour une justice plus juste’).
De kracht van rechtvaardigheid is pas de ware ‘kracht van verandering’ – een slogan waarmee uw partij ooit naar de kiezer trok.
Sommigen speculeren er op dat u niet zult reageren - zoals u dat sinds 20 september niet meer deed - en ze hopen op een Belgisch of Vlaams 'precedent' na een interessante procedure met de dure Vlaamse regeringsadvocaten aan uw zijde, dus een beetje Goliath tegen David.
Dat idee is zeer aantrekkelijk voor zowel juristen als journalisten.
Ik denk echt dat David een goede kans maakt. En David is niet alleen.
U zou die advocatenkosten kunnen besparen voor de Vlaamse belastingbetaler en die zittingstijd kunnen besparen voor de rechtbanken. Covid dwingt ons nu des te meer om prioriteiten te respecteren.
Het kost u niets, slechts een seconde van uw tijd, om op die Twitter 'Unblock'-knop te drukken.
Het zou u meer kosten om te praten - maar ook dan slechts de tijd voor een kop koffie of thee of een korte wandeling in het Warandepark, of langsheen de Brugse reien, uiteraard met veilige afstand, wees gerust.
Het is aan u, om nu in één seconde te deblokkeren, of om te praten.
U bent welkom.
En al zeker welkom terug in mijn Twitter tijdslijn !
Nederlandstalige versie - Twitter Case
1 december 2020
Twitter case #justitiewatcher v. 'Vlaams minister van Justitie en Handhaving' Zuhal Demir
Artikels op Journalist.be