dagboek van mijn laatste jaar
dagboek van mijn laatste jaar
2010/11
Inleiding
Freddy Evers vertrok uit de magistratuur, zoals ie kwam: nooit onopgemerkt, altijd met een mening. Ook nooit de makkelijkste, want Freddy zocht nooit intellectueel comfort, altijd een uitdaging. Misschien een stukje van zijn “slecht karakter”, dat hij de volgende Minister van Justitie toewenst ? Alvast kreeg hij van de Liga voor de Rechten van de Mens de ‘Mensenrechtenprijs 2009’, en lieten zijn standpunten en publicaties een onuitwisbare “voetafdruk” na.
JW: Je knalde de deur een beetje dicht: de magistratuur was “zelfgenoegzaam” en dat werd je uiteraard niet in dank afgenomen. Je verdeelt je tijd tussen Sardinië, Gent en Zeebrugge, zoals ook wel vroeger, maar heb je nu niet minder impact ? Ben je niet wat te vroeg gegaan, en stelde je daardoor niet teleur ? Mis je de actie van de zitting niet, waardoor je bijna dagelijks recht kon vertalen in rechtvaardigheid ?
FE: Op deze vraag zou ik met een dooddoener kunnen antwoorden: niemand is onmisbaar, dus vervangbaar. Maar dat is wellicht geen degelijk antwoord?
Ik ben met pensioen gegaan toen ik goed 62 was en benadruk dat dit zeker niet was omdat ik mijn job niet graag deed, wel integendeel. Na vijf jaar rechtbank koos ik bewust voor het vredegerecht (en zeker niet voor de normale gang van zaken: het toenmalige hof van beroep met zijn soms hautaine traagheid, wereldvreemdheid en anachronistische feestelijk-rode toga’s): de enige geleding binnen justitie met een voldoende accommodatie om het begrip “dienstverlening “ in te vullen.
Te vroeg weggegaan en teleurgesteld? Ooit moet je toch weg en dan kies ik liever zelf het ogenblijk waarop: nu ik nog gezond en fit genoeg ben om zonder tijdsdruk te genieten van de jaren die resten. Tijdens mijn studententijd moest ik tijdens de vakantieperiodes geld verdienen, erna, als advocaat, heb ik de meeste “vrije” (sic) tijd besteed aan maatschappelijk engagement en als magistraat was dat niet anders. Ik ben daarvan nog niet los en bleef bijvoorbeeld nog een jaar voorzitter van Magistratuur & Maatschappij en nam nog deel aan debatten, schreef links en rechts nog wat, maar ga dat nu afbouwen. Ik heb ook niet de indruk dat ik “te weinig” zou gedaan hebben en dus teleurgesteld zou hebben: als ik wat collega’s heb laten nadenken, het denken in vanzelfsprekende traditionele benaderingen wat heb doorbroken, het kritische denken heb gestimuleerd, dan ben ik daar wel blij om. Gelijk hebben/krijgen was wellicht minder mijn bedoeling dan zinvolle discussie op gang te brengen. Dat ik daarmee niet allemans vriend was laat me vrij koud, hoewel veel onbegrip me soms wel ontmoedigde. Evenmin beschouw ik mezelf als een unicum: maar ik kwam wel naar buiten met mijn opvattingen.
Ik heb met mijn afscheidscolloquium “Kiezen tussen recht en rechtvaardigheid” en de spontane medewerking van advocaten, professoren en magistraten aan debat en boek ook proberen aan te geven waar het mij om ging: ik weet niet of ik daartoe op 67 nog de energie zou gehad hebben…
De positieve waardering die ik van velen kreeg voor de manier waarop ik mijn werk deed stelt me gerust. En ja: ik had kunnen door gaan en soms mis ik het gevoel dat ik had door mijn resultaatgerichte aanpak. Maar tegelijk voel ik me onthecht.
Maar voor alle duidelijkheid: ik knalde geen deuren dicht. Ik was wel een beetje uitgekeken op het ter plaatse trappelen binnen justitie en begon mezelf te vervelen met steeds dezelfde opmerkingen maar er waren ook persoonlijke redenen die tot mijn beslissing leidden.
JW: Eén van je speerpunten waren de gerechtskosten. Een democratische rechtstaat waarborgt de toegang tot het (ge-)recht voor iedereen. Aan de RPV is nu wat gesleuteld. Waar blijf je fundamenteel op je honger ?
FE: In dit land “sleutelt” men graag. Morrelen in de marge zou ik het eerder noemen. Fundamenteel denken hoort er niet bij. Ik organiseerde voor de wet er kwam een dubbel colloquium over “de verhaalbaarheid van de kosten van verdediging” met als kernvraag “en wat met de toegang tot de rechter?” . Met de bedoeling aan te tonen dat het al te eenvoudig is de verliezende partij te laten opdraaien voor de kosten van verdediging: dat dit een heel complexe aangelegenheid is die ten minste een veel uitgebreider rechtsbijstand behoeft wil men de drempel tot de rechtbank voor de modale burger niet derwijze verhogen dat onrecht dreigt.
Zo is het vaak onmogelijk om de uitkomst van een geding te voorspellen, en dreigen de zwakkere partijen hun rechten te laten varen.
De benadering van deze problematiek staat vanuit te lezen in de twee boekdelen die naar aanleiding van het dubbel-colloquium werden uitgegeven (die Keure): heel wat standpunten vanuit diverse maatschappelijke benaderingen, waarbij zowel pro als contra aan bod kwamen, geven een inzicht om politieke keuzes te maken.
De politici hielden er geen rekening mee. Frustrerend.
JW: Ook de organisatie van justitie zal aan de onderhandelingen voor het “nieuwe België” niet ontkomen. Waar bood de semi - unitaire staat met een federale dienst voor justitie een meerwaarde, en welke meerwaarde kan de regionalisering aan de klemtonen van een geregionaliseerde justitie bieden ?
FE: We hebben met Magistratuur & Maatschappij een memorandum opgesteld voor de (in)formateur. Blijkbaar tegen de stroom in verzetten we ons tegen de communautarisering van justitie. Hooguit zou het materiële aspect daarvoor in aanmerking kunnen komen (gebouwen, logistiek, werkingsmiddelen) maar zeker niet de rechtsprekende functie.
Eerst en vooral: er wordt geklaagd over de Europese lappendeken en dan zou dit landje, een voorschoot groot, twee aparte justitiesystemen uitbouwen.
Maar er is ook de vraag of Vlaanderen het beter zal doen: ik verwijs naar het verglijden in administratieve sanctieregelingen waarbij de garanties die de gerechtelijke macht biedt, niet aanwezig zijn. De rechten van de burger komen daardoor in het gedrang.
Als er echt twee culturen zijn dan kan dat alleen verrijkend zijn voor het geheel. Al was het maar omdat DE waarheid/unieke oplossing zeldzaam is. De wederzijdse bevruchting is en positief gegeven.
Een zwak punt: de juridische literatuur wordt aan de respectieve overzijde minder en minder geraadpleegd. In die zin is het tweetalige tijdschrift van de vrede- en politierechters een zeldzame positieve uitzondering.
Klik hier voor de link naar het Memorandum van Magistratuur & Maatschappij aan de (in)formateur
C.V. Freddy Evers
°Gent, 10 juli 1947
doctor in de rechten U.G.: 1971
advocaat bij de balie te Gent: 1971 ñ 1985
rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Gent: 1985 - 1990
vrederechter (zevende, herbenoemd tot) tweede kanton Gent: 1990 - 2010
medeoprichter, voorzitter van Magistratuur & Maatschappij
redactielid Tijdschrift voor Vrederechters, e.a.
gewezen persmagistraat vrede- en politierechters arrondissement Gent
gewezen lid begeleidingscommissie voorheen ‘Koppen Justitie’ later ‘Telefacts Crime’
Wat u vast niet gemist hebt - Ce que vous n’avez certainement pas râté - You didn’t miss this one did you ?
10 09 2010 Operatie Kelk: kruis erover ? (Y. Desmet in De Morgen)
10 09 2010 Questions sur l’impartialité des juges dans l’affaire Clearstream (Le Monde)
10 09 2010 Les citoyens assesseurs ? (Paroles de juges)
A quote a day, keeps the doctor away ;-)
“Une extrême justice est souvent une injure”
Jean Racine, La Thébaïde, 1664
3 questions to ... Freddy evers
11 septembre 2010
“In dit land “sleutelt” men graag. Morrelen in de marge zou ik het eerder noemen. Fundamenteel denken hoort er niet bij.”
Freddy Evers