dagboek van mijn laatste jaar
dagboek van mijn laatste jaar
2010/11
Het lijkt inderdaad op het eerste gezicht een alarmerend bericht in de Gazet van Antwerpen: “vorig jaar behandelden de parketten 20.652 inbreuken op het bezoekrecht. Dat is 13 % méér dan 2 jaar geleden”.
Volgens het Steunpunt Blijvend Ouderschap (SBO, klik hier) betekent dit dat de wetgeving inzake co-ouderschap een maat voor niets is.
De journaliste die me daarover opbelde trof me net (nog) niet buiten adem aan op de home-trainer van m’n fitnesszaaltje, een paar stappen van m’n bureau verwijderd, dus dat kwam nog redelijk goed uit. Als er vanmorgen minder ozon in de lucht ware geweest, zou ze langer hebben moeten wachten, want ik neem m’n gsm (nog) niet mee op jogging.
Mijn eerste reflex was die van de traditionele jurist: raar dat het artikel nog een ouderwetse term gebruikt, “bezoekrecht”. Iets voor een verre nonkel ? De al lang ingeburgerde term “omgangsrecht” getuigt nochtans van de nieuwe aanpak, en die is er wel degelijk.
Dat ondertussen de cijfers van die “inbreuken” stijgen, mag geen verwondering wekken: de exponentiële stijging van feitelijke en juridische scheidingen én wisselende samenlevingsvormen allerhande verhogen nu eenmaal het statistisch risico op ouder- en kind- conflicten enorm.
Lange jaren keken de parketten ook de andere richting uit: geen prioriteit. Parketten bepalen nu eenmaal hun selectieve aanpak ook altijd mee in functie van werklast én maatschappelijke prioriteiten (hopelijk niét in dié volgorde ;-) . In zekere zin is het goed nieuws dat in sabotage van oudercontacten niet meer berust wordt.
Kortom, de stijging lijkt me dus helemaal niet representatief voor de globale evolutie op het terrein, al heeft de ouder die zijn/haar kind niet te zien krijgt, daar weinig boodschap aan. Alle begrip voor de bitterheid, maar we moeten ook niet té snel de “zwarte piet” aan de weigerende ouder toebedelen. In heel veel gevallen komt een écht onderliggend trauma maar langzaam naar boven, en let op déze wetmatigheid: hoe érger, hoe trager en later..... (wààr hebben we dat nog gezien ?).
Er is ten andere meer en meer een “nieuw” element, namelijk - hoe raar het ook kan klinken - het kind zélf. Kinderen zijn vooreerst géén eigendom van hun ouders, ook niet 50/50. “Kinderen” zijn daarenboven steeds vroeger mondiger, en dus jonge, assertieve volwassenen. Hun eigen problemen, vaak aangezwengeld door familiale incidenten, komen terecht méér op het voorplan, en voegen zich dus bovenop de conflicten tussen hun ouders. Vroeger “marcheerden” kinderen nog een beetje “op bevel”: dat soort benadering is uiteraard helemaal niet meer van de tijd, maar betekent bijkomende complicaties, en noodzaak aan een veel intensere luisterbereidheid van ouders én magistraten.
Ondertussen was de wetswijziging inzake het zgn. “co-ouderschap” toch wel een erg belangrijk, en noodzakelijk signaal, misschien wel bij uitstek naar de magistratuur zélf toe (zoals ook recent ook de nieuwe motiveringsplicht inzake onderhoudsgelden). Het moét gezegd dat rechters al te vaak en passief een automatisme aanvaardden in een heel asymmetrisch ouder - kind - contact, bijna steeds ten nadele van de vader, die een verre oom werd. Raar dat in een macho-maatschappij dan het matriarchaat de revanche kreeg, het ene pedagogisch éven anti-productief als het andere, maar ons echtscheidingsrecht leek er dan ook wel lang eentje van de “wraak” ? En waar was dié filosofie te zoeken ? Alleszins niet bij verlichte geesten. Misschien is de herinnering aan zelfs maar de 50-er jaren van de vorige eeuw voldoende voor een beetje ”hedendaagse” juridische geschiedschrijving.
De hervorming door de wet van 18 07 2006 toonde uitdrukkelijk de weg naar een nieuw “onderzoeksmodel”, dus “een methode” voor de benadering van de problematiek, waarbij de denkpiste van een evenwaardige opvang en betrokkenheid van de ouders prioritair zou zijn (zie daarover mijn vonnis van 03 10 2006, Rechtskundig Weekblad 2007/08, 287). Ik had destijds ook mijn reserves over de werkbaarheid ervan, en waarschuwde vele vaders dat hun engagement in een co-ouderschap een niet te onderschatten “inloop-loopbaan” zou blijken.
In mijn vonnissen, zoals ook het net geciteerde, had ik het dan ook vaak over “de taak van partijen om elkaar tijdens, maar ook na deze overbruggingsperiode opnieuw het licht in de ogen te gunnen voor een reëel en evenwichtig opvoedingsproject voor hun gemeenschappelijk kind. Dit laatste impliceert kwalitatief veel minder dan een chronometrische vraag inzake een 50/50 verblijf, maar een daadwerkelijk engagement dat zowel qua intentie als op praktische haalbaarheid getoetst moet kunnen worden. (...) Een verzoek op grond van art. 374, §2 B.W. moet evident door méér geïnspireerd zijn dan een processuele reflex, hoofdzakelijk geruggesteund door karakterkritiek, en geduid kunnen worden in de daadwerkelijke belevingsmogelijkheid en praktische haalbaarheid op korte termijn van degelijke huisvesting, waarvan de evenwaardigheid ten opzichte van de beide partners overigens noch noodzakelijk, noch uitsluitend afgeleid moet worden uit de tijdsopdeling. Ook samenwonende ouders hebben vaak een vrij asymmetrisch “tijdbudget” voor hun kinderen, wat de kwaliteit van hun contact, affectie en toewijding niet in de weg staat. Het pedagogisch succes van een co-ouderschap wordt niet bepaald door een chronometer. Precies omdat niet de rechten van de ouders, maar die van het kind centraal staan (worden die niet gediend door) een “blinde mathematische verdeelsleutel”.
Feit blijft dat het zgn “co-ouderschap” eigenlijk nauwelijks een juridisch concept betreft, en veeleer een pedagogisch project, dat bij uitstek consensueel tot stand moet komen. De verwachtingen in Justitie zijn dan ook té vaak overtrokken: rechters kunnen ouders niet (echt) vervangen, en hen helaas ook niet .... heropvoeden ;-/
Als ondertussen bij alle vrederechters het aantal procedures voor dringende en voorlopige maatregelen (art. 223 B.W.) in vrije val is, is dat wel dééls te wijten aan de snellere overschakeling op echtscheiding, maar ook... het goede nieuws: ouders gaan veel “volwassener” met hun problemen om dan vroeger. Als ik naar bijna een kwart eeuw geleden op het begin van mijn vrederechterschap terugkijk, dan vierde het ‘conflictmodel’ nog hoogtij. Het negatieve woord “vechtscheiding” moest 25 jaar geleden nog uitgevonden worden, want die was toen de norm !
Vandaag volstrekt niet meer, en dat moet die zwarte cijfers dus wel temperen. Meer dan eens kon ik totaal verkrampte situaties laten deblokkeren via de “neutrale bezoekruimte” (zie daarover mijn blog van 13 10 2010 ‘Kinderen van de rekening’ klik hier) en uiteindelijk zorgden begeleiding en bemiddeling voor een écht omgangsrecht dat vervolgens zelfs overvloeide in een bilocatieregeling. Ik herinner me daarover niet zo lang geleden de ontroering van de betrokken advocate, en mezelf toen dit slaagde. Ik ben dus géén pessimist.
Iédere week krijg ik ondertussen gescheiden ouders over de vloer op mijn donderdagzitting, die bij wijze van ‘Minnelijke Schikking’ hun vrijwillige regeling in verband met de kinderen komen vastleggen. Vaak hebben ze het akkoord vooraf al uitgewerkt. Soms is er nog een pittige discussie voor nodig. Altijd verifieer ik of ze er wel goed over nagedacht hebben, want cijferen over hoeveel kinderen écht kosten (zie terzake de FAQ pagina ‘onderhoudsgelden’ hier), dat is ondertussen één van de specialiteiten van de vrederechter.
Die minnelijke schikkingen zijn niet verplicht. Geen énkele wet voorziet ze uitdrukkelijk. Bepaalde rechtspraak en rechtsleer vindt zelfs dat ik daarmee mijn boekje te buiten ga. But it works !
Wat u vast niet gemist hebt - Ce que vous n’avez certainement pas râté - You didn’t miss this one did you ???
23 04 2011 “Het verblijfs-co-ouderschap geëvalueerd” (Gazet van Antwerpen)
22 04 2011 “Bezoekrecht faalt voor gescheiden ouders” (Gazet van Antwerpen)
A quote a day, keeps the doctor away ;-)
“De westerse cultuur heeft van ‘liefde’ en ‘vrije wil’ de grondslagen gemaakt van haar relationele ideaal (...) Liefde en vrije wil zijn tegelijk zeer rijke én kwetsbare waarden. Zij zijn de grondslag van een rijkere, meer verinnerlijkte relatiebeleving, maar zijn er ook de oorzaak van dat relaties meer op de proef gesteld worden, omdat de verwachtingen en verlangens zo hoog zijn. Ook het ouderschap wordt in onze cultuur hoog aangeslagen (...) Ook dit ouderschap is dus kwetsbaarder geworden”
Koen Raes, ‘Het moeilijke ontmoeten, verhalen van alledaagse zedelijkheid’ p. 152 (VUBPress 1997)
Photo of the day:
Yellow is the colour announcing: “I hope to see you again” - Broom already in full blossom today in front of my study at home
Poem of the day:
“Je bent zonder bescherming
een kind dat alleen werd achtergelaten
je lacht van angst
een domme, koppige trots weerhoudt je ervan te gaan huilen”
Ahmad Shamlu, in ‘Ik moet het je zeggen’, uit ‘Opstandige dauw’
You Tube of the day:
Liedje Echtscheiding - Song of Separation
Uitnodiging:
28 04 2011 Roeselare, De Spil: ‘Hoe maak jij jouw keuzes in het leven ?’
Info - avond met CAW Roeselare & Vrederechter Jan Nolf (voor het programma: klik hier)
Jogging around Bruges:
Visits of Courtrooms:
Bruges, Huyse Die Caese (ancient courthouse of the Juges d’Instruction)
Lyon, Security in old & new courts
My favourite bridges of 2010: bridges as the symbol of Justice
Vind met uw cursor de links in de teksten. Trouvez avec votre curseur les liens dans les textes. Find with your curser the web links in the texts.
omgaan met omgangsrecht
22 april 2011
Het negatieve woord “vechtscheiding” moest 25 jaar geleden nog uitgevonden worden, want die was toen de norm !