my sabbatical year
my sabbatical year
2011/12
Nu woensdag hoort de Senaat de Hoge Raad voor de Justitie over haar verslag inzake “de werking van de rechterlijke orde in de zaak van de moord op Annick Van Uytsel” (link naar het rapport hier).
Ouders, maar ook de hele samenleving hebben recht op een antwoord op vragen over het werk van magistraten. Onafhankelijkheid is geen vrijbrief voor onverantwoordelijkheid. Dat geldt uiteraard in dit bijzonder pijnlijk dossier, maar eigenlijk overal. Er bestaan geen ‘kleine zaken’ voor een rechter, al vond de kersverse Eerste Voorzitter van Cassatie dat er wel “rommelzaken” bestaan, waaraan alvast Zijn Hof Zich niet moest interesseren (link naar Legal World hier).
Een aantal vragen zullen de senatoren - die pas een ex-minister van Justitie naar de HRJ stuurden - wellicht niet stellen. Al zijn ze de moeite waard, zelfs om de waarde van ook dit rapport ‘an sich’ te toetsen.
Beperkingen van de HRJ ? Of ambities ?
Het siert de HRJ die beperkingen en risico’s van het onderzoek in het hoofdstuk ‘methode’ zelf al wat te duiden. De meeste valkuilen werden bewust vermeden. In de lijst van 6 potentiële problemen die de HRJ zelf afloopt, signaleert ze in fine terecht het “risico dat een tuchtprocedure tegenover leden van de rechterlijke orde n.a.v. eventueel vastgestelde disfuncties onmogelijk wordt”.
De HRJ argumenteert niet hoe ze met dat laatste – niet geringe – risico is omgegaan bij de start van haar onderzoek.
Het feit dat het onderzoek van de HRJ geen dergelijke dysfuncties vaststelt, verandert hier niets aan.
Omgekeerd kan nu de vraag gesteld worden hoe de (écht) bevoegde tuchtoverheden aankijken tegen dit verslag.
Ook wanneer daarbij wat kritische zin aan de dag gelegd wordt over wat alvast volgens de HRJ “waarschijnlijk” en “redelijk” is (p. 23 – 24 van het verslag), is dat niet evident.
De facto riskeert een alerte justitie voor haar eigen magistraten niet één, maar een dubbel risico:
-wordt door de HRJ een professionele fout geduid, dan is er volgens de HRJ zelf inderdaad een niet te onderschatten “technisch” probleem gecreëerd voor een (niet meer) correct mogelijke tuchtprocedure;
-wordt er door de HRJ geen fout vastgesteld, dan lijkt dat HRJ zelf al wel de rol van tuchtoverheid vervuld te hebben: “niets aan de hand”. Maar dan riskeert de HRJ wel de populistische verdenking op zich te laden van een corporatistische wit-was-machine ?
De bevoegdheid van ‘tuchtoverheid’ is al een tijdje de uitdrukkelijke (maar teruggefloten) ambitie van de HRJ zelf: niet tevreden magistraten te mogen benoemen, en adviezen te verlenen (ongevraagd of niet), wil ze ook nog eens systematisch alle rechtbanken ‘doorlichten’ en daarenboven ook een echte tuchtrechtbank worden.
Héél veel ineens, en die gulzigheid verraadt toch een rare visie op Justitie, en alle reële onafhankelijkheid – en verantwoordelijkheid – die daar mee samen gaat. Ruikt naar het Ancien Régime: Grootinquisiteur en Vorst terzelfdertijd.
Als je goed bent, benoem je enkel goede kandidaten, en die kun je later moeilijk afvallen, want dan bekritiseer je je eigen benoeming. Moeilijke oefening, die je dus beter aan anderen overlaat. Maar niet de visie van de HRJ die naar eigen zeggen alles tegelijk aankan.
Het SuperParket dus ?
De HRJ is voor de helft samengesteld uit leden, aangewezen door de senaat (dus ‘de politie’) en de magistraten zelf, via een gewone ‘verkiezing’.
De ‘kwalitatieve vereisten’ die daarbij gesteld worden zijn hoofdzakelijk formeel en mathematisch. Je wordt gewoon verkozen. Een beetje als gemeenteraadsleden van een dorp met een goede 1000 stemgerechtigden.
Een ‘bijzonder onderzoek’ wordt ‘geleid’ door een magistraat – lid van de HRJ. In het geval van de zaak Van Uytsel bestond de werkgroep uit twee parketmagistraten, en drie advocaten, naast wat administratieve invulling.
Vermits het over een strafzaak gaat, tellen eigenlijk vooral de parketmagistraten mee – om het mild uit te drukken.
De titels die de HRJ voor haar eigen personeel gebruikt, spreken ook boekdelen: “auditeurs”. Die verzamelden volgens het verslag de nodige informatie.
Met de ‘auditeurs’ is alvast de race naar de style & standing van het echte parket (of de Raad van State, die evenmin als de HRJ deel uitmaakt van de Gerechtelijke Orde) ingezet.
Dat maakt hoe dan ook samengevat ‘weinig volk’ voor een heel grote opdracht: het beter weten dan iedereen op het werkveld. Al is dat achteraf ook altijd makkelijker.
Ondertussen lijkt het er dan op dat de HRJ ‘himself’ wel de oplossing van alle problemen in justitie is: Wij Weten het Best. Roma lucuta, causa finita. Installeer dus een kleine HRJ in ieder arrondissement, en alle problemen zijn opgelost.
De vraag naar kwaliteit blijft evenwel: volstaan daar verkiezingen voor, op de maat van deze HRJ ?
Een SuperParket dat wel “oordeelt”.
Het is een nieuwe, ambitieuze, en niet-neutrale term die steeds terugkeert in het verslag Van Uytsel, maar bv. niet de de recente verslagen over ‘Fortisgate’ en ‘Diamantgate’. Heeft met die nederiger aanpak in die laatste gevallen iets te maken met de betrokken hoogste hiërarchie ?
Alvast engageert de HRJ zich hier nu in de zaak Van Uytsel volledig: dit is geen advies of besluit naar aanleiding van een ‘onderzoek’, maar een “oordeel”. Oordelen betekent veroordelen, of vrijspreken, zoveel moet duidelijk zijn.
De HRJ zet zichzelf nu opnieuw een trapje hoger ?
Ondertussen getuigt dit “oordeel” via de goedkeuring van het verslag door de Algemene Vergadering van de HRJ van een andere traditie van het Parket: “één en ondeelbaar”. Hoog tijd voor ‘separate opinions’ bij die stemming: ruimte voor nuance, in plaat van eenheidsworst.
Nooit zonder een pleidooi ‘pro domo’.
Het is een leidraad doorheen alle adviezen en onderzoeken. De HRJ kan nauwelijks haar frustratie over haar “beperkte” bevoegdheden en middelen verbergen, en buigt ieder onderzoek of advies om tot een pleidooi voor meer macht en/of centen.
Een tijdje geleden duidde ik dat al in de Wet van Parkinson (link naar Opinie VRT De Redactie hier).
De HRJ is zelfs bereid overleg te plegen met het Comité P om tot een globaal onderzoek toe te kunnen treden (verslag p. 8): de voorbode van een Comité J, of gewoon alles ineen ?
En wat de HRJ niet onderzoekt ?
Doodleuk: zichzelf.
Het leidt nauwelijks twijfel dat iedere verkiezing van een vergelijkbaar dorp als dit van het Nederlandstalig kiescollege overgedaan had moeten worden, maar in het geval van de verkozen Nederlandstalige magistraten voor de volgende vier jaar, wordt volstaan met de defensieve ‘constat’ van de HRJ zelf, die de minister van Justitie op 27 03 2012 woordelijk herhaalde in antwoord op de parlementaire vraag nr 10463 (link hier):
“Noch het Gerechtelijk Wetboek, noch het KB van 15 februari 1999 verleent aan de Hoge Raad de bevoegdheid om toe te zien op de regelmatigheid van kiesverrichtingen, uitspraak te doen over vermeende onregelmatigheden of maatregelen te nemen om onregelmatigheden te herstellen. Na de stembusgang onder toezicht van het lokale stembureau beperkt de taak van de Hoge Raad zich ertoe de ingeleverde stembiljetten te beoordelen op hun geldigheid, de stemmen te tellen, de kiezers te rangschikken en ten slotte de verkozen leden aan te duiden.
De wet of het KB van 15 februari 1999 duidt ook geen andere instantie aan die bevoegd is om uitspraak te doen over vermeende onregelmatigheden betreffende de stembusgang.”
Als garantie voor het democratisch gehalte op het toezicht over justitie slaat dit alles, des te meer de geblinddoekte Lady of Justice ook geen gebruik maakte van haar positief injunctierecht.
Misschien UNO-waarnemers bij de volgende verkiezingen van de HRJ ?
Besluit: nemo custodiet ipsos custodes. Niemand bewaakt deze wakers. Is Justitie dan veilig met deze Vierde Staatsmacht?
De volgende blog van deze trilogie zal gaan over de initiële kerntaak van de HRJ: rekrutering van “witte raven” voor de magistratuur door dit grondwettelijk orgaan dat in de recente verkiezingsstrijd ook wel eens openlijk de ‘Hoge Onraad van Justitie’ werd genoemd.
Photo of the day:
Classic French Citoën of the sixties ‘Ami’ (Friend)
A quote a day, keeps the doctor away :
“De bevoegdheid voor justitie is overgedragen aan de in democratisch opzicht onverantwoordelijke Hoge Raad voor de Justitie”
Professor Van Orshoven over zijn “meest verfoeilijke wetsartikel 151 GW in Legal World (You Tube hierna)
You Tube of the day:
Het meest “verfoeilijke” wetsartikel: Prof. Van Orshoven over art 151 GW (de HRJ)
Wat u vast niet gemist hebt - Ce que vous n’avez certainement pas râté - You didn’t miss this one did you ???
2012 07 03 ‘Tony Van Parys stopt met politiek’ (DS)
2012 06 29 ‘Senaatscommissie hoort HRJ over zaak Van Uytsel’ (HLN)
2012 06 28 ‘Tony Van Parys lid van de HRJ’ (DM)
2012 06 28 Verslag zitting Senaat verkiezing HRJ
2012 06 28 ‘HRJ: geen blunders van magistraten in zaak Ronald Janssen’ (Knack)
2012 02 14 ‘De HRJ en de Wet van Parkinson’ (J. Nolf in Opinie VRT De Redactie)
2009 05 13 Voorstel van wetswijziging art. 259 bis Ger.W. opgesteld door studiedienst OVB
2012 07 03 ‘Le domicile et bureaux de N. Sarkozy perquisitionnés (Affaire Bettencourt dans Le Monde)
2012 07 02 ‘Antiterrorismewetgevingen openen deur voor misbruik’ (Human Rights Watch in Knack)
Vroegere JustWatch blogs over de HRJ:
2012 03 28 ‘Justice Supérieure’
2012 03 12 ‘WOOW op kasteelbezoek’ ;-)
2012 03 11 ‘De Hoge Raad van Antwerpen ?’
2012 03 03 ‘De Zeer Hoge Raad van Justitie’ (JustWatch blog)
Poem of the day:
“ Neutralité cet instant
comme un centre égalisant un peu
jusqu’à rien ce que je connaissais encore
et ce que je connaissais déja
Non le noeud mais le nu
entre les atteintes de l’avenir
et les costumes du passé
seulement instant cette absence
...
Afzijdigheid dit ogenblik
als een middelpunt dat
wat ik nog kende
en wat ik reeds ken
een beetje in evenwicht brengt
Niet het kluwen maar het naakte
tussen de inbreuken van de toekomst
en de vermommingen van het verleden
dit ogenblik enkel afwezigheid”
Christian Dotremont, ‘Chronique’ (uit ‘Ceci n’est pas une poésie’, Een Belgisch-Franstalige Anthologie belge francophone’ van Barnard, Dirkx & Lambersy (Atlas 2005)
HRJ (2)
3 juli 2012
“De bevoegdheid voor justitie is overgedragen aan de in democratisch opzicht onverantwoordelijke Hoge Raad voor de Justitie”
Professor P. Van Orshoven