Questioning Justice
Questioning Justice
2015/16
De wet van 17 maart 2014 waarborgde eindelijk meer aangepaste juridische zorg voor al wie omwille van een gezondheidsprobleem de eigen belangen zelf niet (meer) voldoende kan beredderen.
Daarbij moet uitgegaan worden van de bekwaamheid van de persoon met een handicap, en diens integratie in de samenleving. Bijgevolg moet iedere ‘bescherming’ beperkt worden tot wat ‘subsidiair’ noodzakelijk is, en ‘proportioneel’ toegepast in de mate als nodig.
Die dubbele specifieke beoordeling is een mensenrechtelijke verplichting, ook ingevolge het VN-verdrag van 13 12 2006 betreffende de rechten van personen met een handicap evenals de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
De wet heb ik dan met een knipoog ook altijd ‘de grote sprong voorwaarts’ genoemd, want zij vergt meer dan ooit vooral van de juridische actoren een mentaliteitswijziging.
In de praktijk een stap achteruit ?
Daarover schrijft professor Tim Wuyts, destijds ‘penhouder’ van de nieuwe wet en thans ook adviseur van minister van Justitie Koen Geens: “De wetgever “had in het bijzonder tot doel de drempel voor de familiale bewindvoerders te verlagen, de aanstelling van een vertrouwenspersoon te stimuleren, de bescherming van de persoon slechts in uitzonderlijke omstandigheden mogelijk te maken en de bijstand als gemeenrechtelijk regime op te leggen. Ook op dit punt rijst er kritiek. De noodzakelijke mentaliteitswijziging bij de diverse actoren betrokken bij het bewind zou in heel gevallen nog achterwege blijven. De nieuwe wet zou in sommige gevallen zelfs een achteruitgang in de praktijk betekenen. Dergelijke praktijken zijn uiteraard verwerpelijk en moeten worden bestreden met de gangbare rechtsmiddelen” (Tim Wuyts, ‘Een jaar toepassing van het eengemaakte beschermingsstatuut. Een tussentijdse evaluatie en aanbevelingen tot bijsturing waar nodig.’, Rechtskroniek voor de Vrede- en Politierechters 2015, Die Keure, Brugge, 222, 31 nr 53).
Proef op de som.
Eind deze maand buigt een de rechtbank van eerste aanleg zich in hoger beroep over een ondertussen bijna OVERAL in het land verspreide ‘catch all’-bepaling die flagrant in strijd met de nieuwe wet ambtshalve door veel vrederechters toegevoegd wordt bovenop de wettelijke check-list van art. 492/1 §2 BW, nl. “onbekwaam voor het afsluiten van een overeenkomst van welkdanige aard”.
Dat is geen ‘totaal-bescherming’, maar een 'super-full-option' die de letter en de geest van de nieuwe wet volledig ondergraaft.
Deze bepaling betreft immers de meest strenge definitie van onbekwaamheid die maar enigszins denkbaar is.
Zij overstijgt nog andere – weliswaar ook discutabele – bepalingen uit de recente rechtspraak, die weliswaar nog lippendienst aan de wet bewijzen en dus een (minimale) proportionaliteit respecteren, zoals:
- het afsluiten van een overeenkomst voor bepaalde limietbedragen (vergelijk bv. voor een maximum van €300: Vred. Brussel V, 22 10 2014, T.Vred. 2015, 341);
- “het afsluiten van alle overeenkomsten waarvan de prijs niet eenmalig en contant betaald wordt” (voorstel Lode Vrancken, voorzitter Koninklijk Verbond Vrede- en Politierechters, en vrederechter Genk op studiedag UGent 17 10 2015).
In essentie vervangen dergelijke ‘overkoepelende’ bepalingen dan niet alleen alle 18 punten van de checklist, maar betekenen zij meteen de juridische dooddoener via een letterlijke ‘superbescherming’ die ook meteen neerkomt op een ‘burgerlijke dood’ (afgeschaft bij art. 18 van de Belgische Grondwet).
Catch all - bescherming: illegaal of soms wel mogelijk (mits interpellatie).
Dergelijke ‘catch all’-bepaling verbiedt het minste persoonlijk engagement van de beschermde persoon in het dagelijkse leven.
Nochtans beschikt de beschermde persoon vaak over een niet verwaarloosbare zelfredzaamheid.
Dat impliceert een te respecteren onafhankelijkheid en beslissingsvermogen en de correcte juridische vertaling daarvan.
Juridisch in alle consequentie gelezen – zoals het hoort - verbiedt deze radicale ‘overbescherming’ ook alle dagelijkse kleine beslissingen die net de menselijke waardigheid van de beschermde persoon betekenen: dat gaat van het bestellen van een koffie tot het aankopen van een kledingstuk.
Op zich is dergelijke toevoeging – gelet op het maatwerk – niet ondenkbaar, nu de wettelijke checklist een minimum-lijst betreft die volgens de tekst van art. 492/1 §1, lid 3 en §2 lid 3 “in ieder geval” beoordeeld moet worden.
Indien dergelijke extra-bescherming ambtshalve overwogen wordt door de vrederechter (bv. voor coma-patiënten of zeer zwaar dementerenden) is het echter – gelet op het belang van de menselijke waardigheid in dit debat – elementair dat op dat ambtshalve overwogen punt de te beschermen persoon en zijn naaste familie, de bewindvoerder en de vertrouwenspersoon zouden bevraagd en gehoord worden.
De vertrouwenspersoon kan ook in dat verband de wens van de te (extra) te beschermen persoon uiten (art. 501/2 BW).
Vaak worden de beschermde persoon en diens familie nu met een draconische super-bescherming geconfronteerd zonder dat voor deze elementaire interpellatie de kans van het bezoek te baat genomen werd.
Dit is minstens onheus, maar ook fundamenteel strijdig met de nieuwe wet die bij een aantal magistraten nog steeds niet tussen de oortjes wil. Erger nog: het offensief naar een terugdraaien van de wet onder de mom van ‘vereenvoudigen’ is al een tijdje ingezet.
Taalkundige tip.
Terloops: het verslag van dat bezoek van de vrederechter aan de te beschermen persoon wordt nu nog ‘proces-verhaal van verhoor’ genoemd. Dat kan #heerlijkhelder maar vooral ook respectvoller gewoon als ‘verslag van bezoek’.
‘Bezoek’ impliceert ten andere ook dat de vrederechter naar de te beschermen persoon gaat, terwijl in de praktijk al te vaak mensen met een zware handicap niet gehoord worden, of zich naar een bevreemdend gerechtsgebouw moeten verplaatsen.
Juridische tip.
Een type-verzoekschrift zoals in dergelijke zaak mogelijk (mits handtekening van een advocaat !) vindt u op de blog die opnieuw aangepast werd (en bespreek ik in mijn opleidingen, zowel voor advocaten als voor niet-juristen):
http://www.justwatch.be/Justwatch.be/Bewind_Beroep.html
geen super-bewindvoering
3 maart 2016
Dat is geen ‘totaal-bescherming’, maar een 'super-full-option' die de letter en de geest van de nieuwe wet volledig ondergraaft.
(foto: studiedag Inclusie/Inclusion)