Questioning Justice
Questioning Justice
2016-17
Op deze blogpagina vindt u het vijfde hoofdstuk van m’n openingscollege politicologie in de faculteit rechten op 15 2 2017 op uitnodiging van professor Carl Devos en enkele van de slides: de Hoge Raad voor de Justitie.
De HRJ is via art. 151 van de Grondwet de vijfde grondwettelijke macht geworden.
Niet de vierde, want de pers stond er al vanaf 1831 in.
Na het Dutroux-drama was haar kerntaak de depolitisering van de benoemingen in de magistratuur, de externe controle erop, en het onderzoeken en adviseren als bijdrage tot het beter functioneren van justitie.
Voor de helft van haar 44 leden is de HRJ samengesteld uit niet-magistraten, voorgedragen door de Senaat: de link met de politiek is dus institutioneel.
De vorige HRJ (2012-2016) stond onder voorzitterschap van twee niet-magistraten.
Enerzijds mevr. Michèle Loquifer, echtgenote van Philippe Busquin, voorheen PS-voorzitter, minister en eurocommissaris.
Mevrouw Loquifer had nooit door de Senaat benoemd mogen worden, want op datum van de afsluiting van de kandidaturen was ze nog magistraat, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Nijvel (daarover mijn blog van 29 10 2013 op Mediapart.fr)
Ze werd geschorst in het kader van een strafonderzoek en nam uiteindelijk ontslag, weliswaar na een vrijspraak.
Aan Vlaamse kant werd de HRJ voorgezeten door een vroeger minister van Justitie, Tony Vanparys.
Na dat ‘mandatus horribilis’ 2012-2016 werden werden de voorwaarden om te kunnen zetelen in de HRJ bij wet van 23 11 2015 verstrengd.
Een ontluizingsperiode werd ingesteld van 5 jaar ten opzichte van een vorig mandaat als magistraat, maar opmerkelijk: géén ontluizingsperiode voor politici....
Dit is niet ernstig: op die manier wordt de politisering in de HRJ verankerd.
Daarenboven is de transparantie helemaal zoek wanneer de Senaat in functie van die voordrachten, wel hearings houdt, maar achter gesloten deuren én zonder daar enig verslag van op te maken.
Nochtans zou ook de aanwezigheid van de Vierde Macht bij zo’n hearings er op kunnen toezien of de juiste en nuttige vragen worden gesteld, en wat de bagage, de motivering en de agenda van het kandidaat-lid van de HRJ wel is (zie daarover m’n law blog van 21 06 2016 ‘Wat is er aan de hand met de HRJ ?’)
Waarom durft de Belgische Senaat niet wat de Amerikaanse Senaat doet voor topbenoemingen ?
Waarom ook hier dat achterkamergedoe ?
Hetzelfde geldt overigens voor de hearings door de HRJ zelf voor de kandidaat-magistraten.
Waarom zijn die zittingen van de HRJ niet openbaar ? Waarom aanvaardt de HRJ nog steeds niet dat de Wet Openbaarheid van Bestuur ook op haar toepasselijk zou moeten zijn ?
Openbaarheid van zittingen en tegenspraak zijn kardinale regels binnen justitie. Het is elementair om die ook na te leven bij de voordracht van zowel kandidaten voor de HRJ als binnen de HRJ voor de hearings van kandidaat-magistraten.
Om cliëntelisme te vermijden zouden mandaten van de leden van de benoemingscommissie van de HRJ beter niet hernieuwbaar zijn.
In de lijn van wat volksvertegenwoordiger Renaat Landuyt al jaren geleden voorstelde, ware het ook beter de HRJ te verlossen van haar Januskop: je kan niet geloofwaardig benoemingen voordragen én later ook het functioneren onderzoeken van wie voorgedragen werd maar blijkbaar minder goed functioneert.
Dat laatste zou veel beter overgelaten worden aan een Comité J (zoals de Comités P en I) die de bevoegdheid voor onderzoek, auditing en advies zouden overnemen.
Dit lijkt me een reeks van hervormingen die kunnen bijdragen tot meer openheid omtrent justitie, en daardoor ook tot meer vertrouwen vanwege de burger die het bestaan van geheime cenakels terecht niet meer slikt (daarover meer in m’n bijdrage in De Juristenkrant van 29 06 2016 p. 16-17 ‘Moeilijke start voor de HRJ in de Senaat’)
(IN EEN VOLGENDE BLOG MEER)
Lees ondertussen
-de verzamelpagina met al m’n opinies & interviews over de HRJ (link hier)
-m’n justitie-overzicht 2016 hier via Knack.be.
openingscollege carl devos (7)
27 februari 2017
“Géén ontluizingsperiode voor politici....
Dit is niet ernstig: op die manier wordt de politisering in de HRJ verankerd.”
M’n op 30 november 2016 bij
Uitgeverij EPO verschenen boek
‘De kracht van rechtvaardigheid’
is in alle boekhandels te verkrijgen
Voor de eerste commentaren
Voor de reactie van de Leuvense
professoren als respondent bij de
boekvoorstelling van 13 12 2016, klik