In De Juristenkrant van 6 november 2024 besteedt je #justitiewatcher de volle twaalfde en dertiende pagina aan zijn alarmbel over een nieuwe bepaling (*) die bewindvoerders een vergoeding van 5% toekent op de meerwaarde bij de verkoop van onroerend goed van de door hen ‘beschermde persoon’.

(*) Koninklijk Besluit van 18 mei 2024 tot vaststelling van de inkomsten die in aanmerking kunnen worden genomen voor de berekening van de vergoeding van de bewindvoerders, alsook van de kosten die als uitzonderlijk en de ambtsverrichtingen die als buitengewoon kunnen worden beschouwd. BS 14 juni 2024, en erratum (met publicatie advies van de Raad van State) BS 1 augustus 2024

Enkele passages daaruit:

Niets liet vermoeden dat de kritiek - op niet te zeggen het lobbywerk - van sommige stakeholders in 2023 zou leiden tot het omgekeerde van wat minister van Justitie Wathelet in 1991 nog formeel stelde.

(…)

Het is uitgerekend die verhoogde procentuele honorering à 5 procent voor de bewindvoerder die door artikel 1, 19° van het KB plotsklaps toegepast werd op een gloednieuwe vondst: ‘de meerwaarde op de geschatte prijs volgens een recent schattingsverslag van de verkoop van een onroerend goed’.

(…)

Vooreerst heeft de bewindvoerder er alle persoonlijk belang bij dat de verkoopwaarde van het onroerend goed van de beschermde persoon zo laag mogelijk wordt geschat: zo stijgen zijn kansen voor 5 procent honorering op een grotere bekomen ‘meerwaarde’. Dat financieel belang komt dus frontaal in conflict met dat van de (door wie?) ‘beschermde persoon’.

De bepaling van de ‘natuurlijke evolutie van de marktwaarde’ is uiteraard al een bijzonder hachelijke oefening. Daarenboven heeft de bewindvoerder - nu als gerechtelijk immobiliair makelaar - geen enkele verdienste aan het feit dat plotsklaps gelegenheidskopers opdagen met ambitieuze interesse.

(…)

Deontologisch dreigt nog een tweede frontale botsing. Zo vestigt het verslag aan de Koning bij het KB terecht de aandacht ‘op de bijzondere bescherming die de gezinswoning geniet en het belang daarvan. Daarnaast moet er ook voorzichtig worden omgegaan met het onroerend patrimonium van de beschermde persoon. Dit patrimonium moet beschermd worden. Er wordt uitgegaan van het principe dat onroerend goed bedoeld is om waarde te verkrijgen in de loop van de tijd en dat het dus in het belang van de beschermde persoon is om het zo lang mogelijk te houden’.

(…)

Daarenboven tekent de wet nu wel een toekomstig kader voor professionele bewindvoerders, maar daarmee wordt nog geen transparantie gecreëerd met betrekking tot hun aanstelling.

(…)

De vrij gesloten club voor renderende aanstellingen situeert zich - in strijd met de adviezen van de HRJ van 26 april 2006 en 21 juni 2017, evenals de GRECO-aanbeveling van 2014 - nog vaak binnen de kleine professionele kring van plaatsvervangende vrederechters en vriendenrelaties - twee circuits die elkaar soms overlappen.

Daarnaast heb ik het er over een oude, onbegrijpelijke lacune in de procedure voor de vrederechterlijke begroting van die vergoedingen.

Daarom formuleer ik een voorstel om te remediëren aan de huidige doolhof, die het UNCRPD onwaardig is.

En ik voorspel dat het op een ijskoude steen zal vallen bij advocatuur en magistratuur...

U leest er alles over in De Juristenkrant nr 497 van 06 11 2024, p. 12-13 (link hier)

U vindt hierna een ‘test’ - berekening (in grafiek) voor de cumuleerbere vergoedingen van een bewindvoerder bij verkoop (en uiteraard ook de ‘verhuis’) van een ‘beschermde persoon’ (met een jaarinkomen van 20.000€).

We nemen bij die berekening aan dat de bescheiden woonst geschat wordt op 350.000€, en finaal 375.000€ opbrengt.

De verkoop gaat - zoals vaak - meteen door bij de aanvang van de professionele bewindvoering, dus binnen het eerste jaar bewind, met ‘plaatsing’ van de ‘beschermde persoon’ in een RVT.

Voor alle duidelijkheid: de meerwaarde (die we in ons voorbeeld op 25.000€ stellen), komt volledig in aanmerking als ‘inkomen’ voor de extra-vergoeding van de bewindvoerder.

In theorie hoeft dat niet zo te zijn, namelijk voor zover een beschermd persoon minder dan 20.000€ per jaar inkomen heeft.

Maar de kans dat iemand met zo’n gering inkomen ook eigenaar zou zijn, is niet zo groot.

Daarenboven gingen de vrederechters bij de besprekingen van het voorontwerp van KB zelf uit van een gemiddeld inkomen bij bewindvoeringen van 20.000€/jaar (zie de tussenkomst van toenmalig minister Vincent Van Quickenborne bij de bespreking van het wetsontwerp dat zou leiden tot de wet van 08 11 2023, Kamerverslag Commissie Justitie DOC 55 3544/003, p. 29)

Bijgevolg lijkt het erop dat de vergoeding à 5% op de bekomen ‘meerwaarde’ bij de verkoop van een woning van de ‘beschermde persoon’ in de praktijk altijd op de volle meerwaarde zal berekend worden (en niet op de fractie daarvan, tussen het jaarinkomen onder de 20.000€, en die grens van 20.000€).

Misschien moet u zelf eens een test-berekening maken van wat het in uw geval zou zijn, als u nu de ‘beschermde persoon’ zou zijn, wiens woning verkocht wordt ?

Scrol naar beneden voor de grafiek !

ONDERTUSSEN OOK LEESTIPS MET STIP !

Lees ook m’n recente bijdragen in De Juristenkrant over de dubbele nieuwe wetgeving omtrent bewindvoering anno 2023-2024:

- De Juristenkrant nr 487 van 10 04 2024 (p. 12-13) ‘Tweede jaarverslag Steunpunt Bewindvoering: tussen bottom-up en top-down’ (link via Law Blog Justwatch)

- De Juristenkrant nr 480 van 20 12 2023 (p. 12-13) ‘Hoe beschermd zijn de rechten van ‘beschermde personen’ nog ?’ (link via Law Blog Justwatch)

1. -De Juristenkrant nr 478 van 22 11 2023 (p. 12-13) ‘’De nieuwste wet bewindvoering: een sneltreinwet, met gemiste stations’ (link via Law Blog Justwatch)
   

en uiteraard dit nieuwe boek van 2024: ‘Recht op grijs’ (link hier)

Mee door m’n bijdrage anno 2023 met gelijkgestemde mede-auteurs aan dat àndere boekproject ‘Grijs aan zet’ liet ik me overtuigen om ook hier aan mee te schrijven, met een geactualiseerde juridische duiding omtrent bewindvoering - waar het afgelopen jaar 2023 voor wat verrassingen zorgde met twee ‘sneltreinwetten’.

M’n bijdrage van 2024 heet voorzichtig ‘Bewindvoering: spanningsveld van veel belangen - Wetgeving: waarborg en beperking van onze autonomie”.

U zal er ‘in fine’ ook 7 concrete voorstellen in ontdekken, hoe het beter kan: 7 keer huiswerk voor de (federale) wetgever.