Questioning Justice
Questioning Justice
2023/24
Over de (nog niet zo) open deuren van Justitie:
de (zo goed als gesloten?) informatievergaderingen voor de verkiezingen van de Hoge Raad voor de Justitie:
update van duiding in 13 (lange) puntjes.
(1) Ook Justitie verkeert in verkiezingskoorts
Het jaar 2024 dat we met spanning ‘live’ beleven, zit propvol verkiezingen. Telkens, zoals bij de Nederlandse en Slowaakse verkiezingen van zopas, en de Belgische en Europese verkiezingen van 9 juni, staat de democratische rechtstaat op het spel.
Met al die verkiezingen zouden we wel ’s vergeten dat ook een van de nieuwste waarborgen voor een pijler van onze rechtstaat, de Hoge Raad voor de Justitie, ook (eind) dit jaar vernieuwd wordt, na dubbele verkiezingen.
De verkiezing van de helft van de 44 leden van de HRJ, de magistraten vindt op de eerste dag van de zomer plaats, op 21 juni.
In het najaar zal de (ook al nieuw samengestelde...) Senaat de 22 leden niet-magistraten aanwijzen.
Voor de niet-magistraten loopt op dit moment de termijn voor kandidatuurstelling nog (3 maand vanaf de oproep in het Belgisch Staatsblad van 11 maart 2024), en over die hebben we het voorlopig dus niet.
De magistraten hadden slechts 1 maand tijd na die oproep om hun kandidatuur in te dienen, en die lijst staat dus vast, en kan je nalezen op de (prima) website van de HRJ.
Naast de formele kandidatuurstelling, kunnen de magistraten hun motivering publiek maken op twee, door het Koninklijk Besluit van 15 02 1999 geregelde ‘locaties’:
- enerzijds schriftelijk, met een A4-tje dat in de griffies geafficheerd wordt, maar ook op de website van de HRJ (check de onderstreepte namen van kandidaten via de link hier)
- anderzijds mondeling, op de ‘informatievergaderingen’ die per arrondissement georganiseerd worden.
(2)‘Openheid’ via de A4tjes...
(UPDATE 21 05 2024) Op vandaag (21 mei) hadden slechts 11 van de 21 Nederlandstalige kandidaten een A4-info laten publiceren, tegenover 20 van de 21 Franstalige kandidaten (link hier).
(UPDATE 30 05 2024) Stand A4tjes bij F kandidaten nog steeds 20/21, maar bij NL ondertussen 18/21. O.a. ontbrekend: Davy Jordens, die recent het (eufemistisch) woord voerde ivm het rapport ‘Operatie Kelk’ van de HRJ.
(UPDATE 13 06 2024) Ondertussen hebben alle NL & F kandidaat - magistraten (op één F na) hun A4tje laten publiceren.
Het blijft verwondering wekken hoe slordig - om niet te zeggen knullig - omgegaan wordt met persoonsgegevens (familie, adres, gsm, mail...).
Sinds eergisteren 11 06 2024, is de deadline verstreken voor de kandidaten niet-magistraat om hun kandidatuur bij de Senaat in te dienen.
(UPDATE 16 05 2024) Die namenlijst van kandidaten hebben we nog niet bekomen, maar we ontvingen daaromtrent (op zondag dan nog!) een attente toelichting van de Dienst Communicatie van de Senaat:
“Pas wanneer de Senaat opnieuw is samengesteld (eind juli) kunnen de volgende stappen in de procedure voor de benoemng van niet-magistraten worden gezet en kan worden beslist een parlementair stuk rond te delen met de lijst van de kandidaten”.
Nog even afwachten dus, ook tot de (publieke ?) hoorzittingen van de Senaat...
Openheid en justitie, ook bij de HRJ, het is me wat !
In de beide taalgroepen zijn er 11 verkiesbaren plaatsen voor leden - magistraten.
Wie op 21 juni niet verkozen wordt bij de magistraten, valt niet noodzakelijk naast de boot: de niet-verkozenen worden volgens het aantal verkregen stemmen op de ‘reservelijst’ geplaatst.
Daarna worden ze (soms op voorhand al afgesproken.. ) effectief lid wanneer een verkozen magistraat ontslag neemt (zoals na de examenfraude) of niet meer beantwoordt aan de technische vereisten om lid te blijven van de HRJ (bv. bij promotie tot korpschef of andere onverenigbaarheden).
Een snelle lectuur van de A4tjes in het verleden, en ook voor de verkiezingen van 2024 levert heel wat diversiteit op: soms enkel een kurkdroog CV, soms een heuse flyer met de zelfgeroemde kwaliteiten en objectieven.
Zo beloofde een kandidaat ooit ‘bergen te verzetten’ en we weten ondertussen wel iets van het vervolg daarvan.
Voor deze HRJ-verkiezingen wordt het uitkijken naar (onder meer) de wel zeer opmerkelijke kandidatuur van Wim De Troy, destijds onderzoeksrechtet in de Operatie Kelk (de ‘kartonnen dozen’ en de kleine magistratenoorlog waarover de HRJ recent misschien nog niet haar laatste rapport schreef).
Wim De Troy werd ondertussen raadsheer in het Brusselse hof van beroep, en is na de Cassatie - verwijzing van eind maart 2024 van het dossier ‘HRJ-examenfraude’ in dat onderzoek aangesteld is als raadsheer - onderzoeksrechter.
UPDATE 27 mei Op vandaag heeft HRJ-kandidaat De Troy zijn A4tje laten publiceren (link hier via website HRJ).
Wie dat eerder al deed, was Olivier Lins, van het Antwerpse parket-generaal, die in een (vrij recent) vroeger leven de privé-secretaris was van de Antwerpse bisschop Bonny (link Kerknet hier) - wel zonder vermelding daarvan (link naar A4tje hier).
Een derde kandidaat die de kelk van de verkiezingen niet aan zich laat voorbijgaan, is Patrick Gaudius, de derde onderzoeksrechter in de saga van de Operatie Kelk. Die vulde een vrij specifiek gemotiveerd A4tje in: interessant om lezen (link A4tje hier).
(3) Ook de mondelinge toelichting die de wetgeving via de ‘informatievergaderingen’ voorziet, is dus niet zonder belang - al is die presentatie voor de kandidaten facultatief, en is het bijwonen ervan voor de stemgerechtigden evenmin verplicht.
Zelf heb ik destijds als magistraat dergelijke vergaderingen bijgewoond in wat toen oneerbiedig het ‘rondreizend circus’ genoemd werd. Ik herinner me tot vandaag sommige grapjes, knipogen en andere lichaamstaal.
In dit bijzondere jaar 2024, waarin zelfs de HRJ zelf geplaagd wordt door wat in haar zedig taalgebruik ‘dysfuncties’ heet, zijn deze verkiezingen van een grondwettelijk gewaarborgde pijler van onze rechtstaat uiterst belangrijk.
(4) Vandaar de vraag van #justitiewatcher…. En van andere journalisten ?
De vraag, en het voorlopig antwoord…
Op 10 mei jl. stuurde #justitiewatcher volgende mail naar de HRJ: “In mijn hoedanigheid van journalist, stel ik u de vraag of de informatievergaderingen (per stemafdeling) in de aanloop van de verkiezingen voor magistraten voor de HRJ voor de pers toegankelijk zijn”.
Op 14 mei luidde het (voorlopig?) antwoord van de HRJ: “ De informatievergaderingen in aanloop naar de verkiezingen bieden de gelegenheid aan de magistraten die kandidaat zijn voor een mandaat bij de HRJ om hun kandidatuur toe te lichten aan de magistraten die voor hen kunnen stemmen. In die zin zijn deze dus niet vrij toegankelijk. De organisatie ervan is echter niet in handen van de HRJ, maar van de eerste voorzitter van het Hof van beroep. Uw vraag zal dan ook aan deze korpschefs worden bezorgd”.
Mijn onmiddellijk antwoord: “Ik begrijp de praktische beslommeringen bij een te grote toeloop, maar de brede maatschappelijke relevantie van deze verkiezingen, voor grondwettelijk geregelde instelling als de HRJ zal hen ook niet ontgaan. Ik durf dan ook aan te dringen op een gunstige beslissing, minstens voor de pers”.
Hopelijk wordt dit geen pingpongwedstrijd, want de eerste Nederlandstalige informatievergadering gaat op 28 mei door in de imponerende plechtige zittingszaal van het hof van beroep te Gent - zoals aangekondigd op de website van de HRJ (link hier).
UPDATE 22 mei 2024 met ook het definitieve antwoord van de HRJ.
Laten we dat ‘Operatie Liekendael’ noemen ?
Op 17 mei jl. had #justitiewatcher nog een aanvullende toelichting aan de HRJ gemaild: “Ik wou naar aanleiding van ùijn vraag van 10 mei nog eens benadrukken dat het niet mijn bedoeling is de tijd van de magistraten te benemen door vragen te stellen tijdens de vergadering: ik wens dus enkel te kunnen luisteren naar de toelichting van de kandidaten.
Graag voeg ik er aan toe dat ik ook geïnteresseerd ben in de Franstalige informatievergaderingen: mag ik navragen of u mijn verzoek ook aan de Franstalige eerste voorzitters heeft toegestuurd.”
Op 22 mei volgde de weigering, in een mail van de HRJ: “Dank voor deze toevoeging. Uw vraag werd meteen ook bezorgd aan de betrokken Franstalige voorzitters. Uit de antwoorden van de korpschefs die de Hoge Raad intussen heeft ontvangen, blijkt dat de informatievergaderingen voorbehouden zijn voor de kandidaten en de kiezers”.
Het onmiddellijk antwoord van #justitiewatcher: “Dank voor uw mededeling. Dit is natuurlijk zeer teleurstellend. Het brede publiek heeft - minstens via de pers - recht op deze informatie. Als er nu geen werkbare oplossing gevonden wordt, zal het KB van 1999 moeten aangepast worden, al sluit de tekst ervan ook nu al ‘open deuren’ niet uit.
De ‘conclaaf-aanpak’ is zeer te betreuren, en contraproductief voor een eigentijdse justitie, die in het brandpunt van de actualiteit staat, als waarborg voor onze rechtstaat”.
Zoals een topmagistraat het bij het overlijden van procureur-generaal Eliane Liekendael duidde: “Je kon Eliane er niet van overtuigen dat je moeilijke beslissingen nu eenmaal moest uitleggen aan het grote publiek. Ze was niet wereldvraamd, verre van, maar ze had nu eenmaal een probleem van perceptie. Net zoals ze lang naïef zou blijven geleoven dat mensen in machtsposities geen criminelen konden zijn. Ze kon dat maar niet vatten” (Het Nieuwsblad 26 10 2018 - link hier).
Zijn we terug naar die oude tijd aan het terugkeren, met de krampachtig gesloten deuren van een bange Justitie ?
(5) Terug naar de oorsprong van de Hoge Raad voor de Justitie.
De Hoge Raad voor de Justitie werd opgericht in de nasleep van de Witte Mars, als een van de drie pijlers van de grote fundamentele hervormingen van het Octopus-akkoord, nl. met betrekking tot de politie, het parket, en de HRJ.
Bij de bespreking in de Senaat, van het wetsontwerp, dat uitvoering gaf aan het daarvoor gewijzigde art. 151 van de Grondwet, zette de eerste minister uiteen dat de HRJ “een orgaan sui generis is, dat bij geen enkel van de drie machten ondergebracht kan worden (maar) een autonome instantie, een zowel intern als extern orgaan dat (…) moet toezien op de goede werking van de rechterlijke macht en daarbij de onafhankelijkheid van deze macht respecteert. De HRJ kan met name een brug slaan tussen de rechterlijke macht enerzijds, en de wetgevende en uitvoerende macht anderzijds”.
De dubbele taak van de HRJ impliceert “de zware verantwoordelijkheid enerzijds te zorgen voor de kwaliteit van de rechterlijke macht, en anderzijds via zijn onderzoeks- en adviesbevoegdheid een controle op die rechterlijke macht (…) Zo kan de HRJ al dan niet rechtstreeks bijdragen tot een magistratuur van hoge kwaliteit (…) In een eerste stadium zou er bij een aantal magistraten zelf een mentaliteitswijziging moeten optreden”. (Gedr. St. Senaat Zitting 1998-1999, 1 - 1169/2 Verslag Commissie Institutionele aangelegenheden, p. 3-4, en 7).
Eerste minister Jean-Luc Dehaene benadrukte toen: “De samenstelling van de HRJ is voor de Justitie een uiterst belangrijk gegeven”. Voor de niet-magistraten werd een speciale regeling uitgedokterd, als “structurele mogelijkheid om zeer hooggekwalificeerde personen te kiezen”, rekening houdend met de taken van de HRJ.
Bij de bespreking werd ook “de fundamentele vraag gesteld betreffende de verkiezingen van de magistraten: verondersteld wordt dat de magistraten hun kandidatuur kunnen verdedigen en zich ook tot andere rechtsgebieden kunnen richten, schriftelijk of mondeling. Zij moeten zich dus kandidaat kunnen stellen en hun visie op de HRJ kunnen verwoorden. (…) Die kandidaatstellingen moeten volledig vrij kunnen gebeuren en die opvattingen over de taken van de HRJ moeten vrijelijk kunnen worden uiteengezet zonder dat binnen het korps tuchtstraffen worden opgelegd. Anders bestaat het risico dat de invloed van de hiërarchie op de kandidaatstellingen duidelijk merkbaar zal zijn” (ibidem, p. 8).
(6) De schriftelijke informatie binnen het kader van de verkiezingscampagne voor de HRJ: de A4tjes.
Het uitvoerend KB van 15 02 1999 (BS 26 02 1999) ’houdende de vaststelling van de verkiezingsprocedure voor de leden-magistraten van de HRJ’ voorzag in de eerste redactie van art. 9 :
“De kandidaten mogen tot aan de verkiezingen hun kandidatuur met alle middelen en op eigen kosten in alle gerechtelijke arrondissementen van hun kiescollege toelichten.
De kandidaten mogen tevens een schrijven richten aan de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg van elke stemafdeling behorend tot hun kiescollege waarin zij op een wit blad papier van A4-formaat hun kandidatuur toelichten. Elke voorzitter zal dit schrijven uithangen, vanaf de uithanging bedoeld in artikel 8, laatste lid, op een speciaal bord dat daartoe aan de burgerlijke griffie van de rechtbank van eerste aanleg wordt geplaatst.
De eerste voorzitter van elk hof van beroep organiseert in overleg met de procureur-generaal bij dit hof per rechtsgebied ten minste een informatievergadering tijdens dewelke de kandidaten hun kandidatuur mondeling mogen toelichten.
De initiatieven genomen bij toepassing van dit artikel mogen de gang van de zittingen en de dienstregelingen in geen geval verhinderen of onderbreken.”
In zijn advies nr 28738 van 29 1 1999 had de Raad van State kritiek geuit op (onder andere) het eerste lid van dit artikel 9: ‘In het eerste lid wordt bepaald dat de kandidaten hun kandidatuur "met alle middelen" mogen toelichten. Gelet op artikel 404 van het Gerechtelijk Wetboek mogen magistraten, als zij geen tuchtstraf willen oplopen, door hun gedrag geen afbreuk doen aan de waardigheid van hun ambt. Bijgevolg moeten de woorden "met alle middelen” vervallen en moet worden verduidelijkt dat de magistraten die zich kandidaat stellen een gedrag moeten vertonen dat verenigbaar is met de waardigheid van hun ambt.’
Aan die kritiek werd geen gevolg gegeven. Ondertussen is er toch een duister vermoeden dat sommige kandidaten ondertussen bergen verzet hebben om verkozen te worden, of hun kiezers te belonen.
(7) Eigentijdser openheid sinds 2015 voor de A4tjes
Bij KB van 26 12 2015, art 10 (BS 31 12 2015) werd dit art 9, tweede lid in fine aangevuld met betrekking tot een meer eigentijdse publiciteit van de A4-documenten voor de toelichting van de kandidatuur: “de voorzitter van de Hoge Raad (doet) het document bekendmaken op de website van de Hoge Raad”.
Op die manier werd de publieke verspreiding en transparantie van de motivering van de kandidaturen merkwaardig - en lofwaardig - verhoogd.
Die toelichting is wel slechts facultatief, volledig vormvrij, maar terecht ‘urbi et orbi’ toegankelijk voor pers en burgers, gezien de online publicatie ervan (klik op de namen van de kandidaten die onderstreept zjn op de website van de HRJ).
Net zoals datum en plaats van de informatievergaderingen zelf verschijnt die informatie niet op een afgeschermde pagina of rubriek, gereserveerd voor magistraten.
(8) De informatievergaderingen zijn géén sollicitatiegesprekken.
Waarom zou, wat schriftelijk publiek kan, nu niet ook mondeling mogen?
De twee laatste leden van art. 9 van het uitvoerend KB zijn steeds ongewijzigd gebleven: “De eerste voorzitter van elk hof van beroep organiseert in overleg met de procureur-generaal bij dit hof per rechtsgebied ten minste een informatievergadering tijdens dewelke de kandidaten hun kandidatuur mondeling mogen toelichten.
De initiatieven genomen bij toepassing van dit artikel mogen de gang van de zittingen en de dienstregelingen in geen geval verhinderen of onderbreken.”
Die informatievergaderingen zijn voor het overige ook volledig vorm- en protocolvrij. Ze kunnen georganiseerd worden binnen of buiten het gerechtsgebouw, in een of meerdere, verschillende versies (bv. voor magistraten alleen, of voor een ruimer publiek).
Ze maken deel uit van de verkiezingsprocedure, maar niet van de stemming zelf. Het zijn pas de stemverrichtingen zelf, die - zoals iedere democratische verkiezing - geheim zijn en voorbehouden aan de stemgerechtigde magistraten.
Ook de deelname aan die informatievergadering(en) door zowel de kandidaten voor de HRJ, als door de stemgerechtigde magistraten is volledig vrij (in tegenstelling tot de stemming zelf, die verplicht is).
Niet dat het niveau van die toelichting van de HRJ-kandidaten altijd even academisch was. Zo herinner ik me als toenmalig magistraat - toeschouwer de uitsmijter van een kandidaat, die in een Amerikaanse campagneformule ‘in tandem’ met een andere magistraat naar de kiezer trok: “wie op de tandem is de domste? Wie vooraan zit of achteraan? Nee, wie het hardst trapt.” Het niveau van die lachbandhumor belette hem niet twee keer verkozen te raken, en het tot HRJ-voorzitter te schoppen.
Het niet-verplicht karakter van de deelname betekent alleszins dat de informatievergadering niet te beschouwen is als een soort ‘sollicitatiegesprek’ (met de eventuele privacy-waarborgen vandien), vermits de deelname eraan door de kandidaat slechts een louter facultatieve stap in de verkiezingsprocedure betreft.
(9) Geen gevaar voor beroepsgeheim.
De gedachtewisselingen op de informatievergadering maken ook evident geen deel uit van enig ‘beraad’ (art. 769 ev. Ger.W.), waarop het beroepsgeheim van toepassing zou zijn.
Er is ook geen gevaar dat op de informatievergadering beroepsgeheimen verklapt zouden worden: dat zou zelfs niet het geval zijn indien de informatievergadering aan magistraten alleen zou voorbehouden zijn, gezien een ‘gedeeld beroepsgeheim’ binnen justitie (nog steeds) niet bestaat (cfr. het Fortis-arrest).
Magistraten worden door de aanwezigheid van de pers dus ook niet gehinderd in de draagwijdte van hun toelichting.
Magistraten beschikken overigens nog over eigen, gesloten mail-circuits en ruime mogelijkheden tot digitale correspondentie waarin zij onderling, besloten overleg plegen.
De informatievergadering maakt evident ook geen deel uit van de rechterlijke opdracht, en heeft dus geen enkel verband met enige zitting (per definitie openbaar, maar uitzonderlijke en gemotiveerd, met gesloten deuren, art 148 GW en art. 757 Ger.W.), hetzij een plechtige openingszitting (art 345 Ger.W.), hetzij een algemene vergadering (art. 340 Ger.W.) of een korpsvergadering (art. 346 ev. Ger.W., hetzij een ‘periodieke evaluatie’ (art 259 nonies ev. Ger.W)
Daardoor maakt de informatievergadering evenmin deel uit van de ‘interne democratie’ van de rechterlijke macht. Die interne democratie is voorzien via de algemene vergaderingen (van de ‘zittende magistratuur’) en de korpsvergaderingen (van de ‘staande magistratuur’).
De laatste vergaderingen moeten verplicht bijgewoond worden, met een wettelijk opgelegde agenda, omtrent de eigen werkzaamheden als rechters en parketmagistraten.
Bij de ‘informatievergaderingen, integendeel, bestaat de opdracht van de magistraten er hier uitgerekend uit, leden te kiezen voor een orgaan buiten de rechterlijke macht (de rechters, voorzien in art. 40 GW), met name de HRJ.
Informeel wordt de HRJ in de grondwettelijke historiek (na de pers) ook geduid als de ‘vijfde staatsmacht’ (art. 151 Grondwet, op dat punt in werking getreden op 24 11 1998)
De taak van de stemgerechtigde magistraten is hier de tweede pijler van de verkiezingsprocedure, als ‘tweelingsprocedure’ met de opdracht van de senatoren bij de aanwijzing van de leden - niet-magistraten voor de HRJ, die de andere helft van de 44 leden van de HRJ samenstellen.
Zowel de stemgerechtigde magistraten als de senatoren dragen hier dus bij tot de samenstelling van een grondwettelijk voorzien orgaan, dat een hoeksteen vormt van onze moderne rechtstaat.
(10) Geen Liekendael-reflexen meer !
Het resultaat van deze verkiezingen is van belang voor alle burgers, aangezien de kwaliteit van onze rechtstaat de daadwerkelijke realisatie van hun grondrechten garandeert.
Bovenop de louter formele kandidaatstelling (en de daaropvolgende publicatie van de kandidatenlijst) is de publieke online verspreiding van de schriftelijke A4-informatie, samen met de mondelinge informatievergadering een moderne toolset die het ‘open venster’ van justitie met de wereld waar maakt.
Op die wijze ervaren ook gewone burgers, via het informatiekanaal van de HRJ en de persverslagen van de informatievergaderingen, de democratische dialoog binnen justitie die niet magistraten alleen, maar alle burgers aanbelangt.
Het (praktischerwijze minstens)voor de pers, publiek openstellen van de informatievergaderingen, zou dan ook een evidentie moeten zijn.
Het is bijna verwonderlijk dat deze vraag nog als ‘ongewoon’ zou aanzien worden.
Om procureur-generaal bij het Hof van Cassatie (en ex-voorzitter van de HRJ), Ria Mortier, te citeren, die haar Mercuriale van 2021 als bijdrage liet opnemen in mijn eigenzinnig ‘Liber Amicorum’, ‘De gevier(endeel)de Jan Nolf. Liber Observatoribus Iustitiae’ (EPO Uitgeverij 2021 p. 388): “Daarom moet dit justitie aanzetten om op transparantie wijze te blijven getuigen van zijn werking en aan de samenleving te tonen dat het zich dagelijks inspant om zijn maatschappelijke opdracht op verantwoorde en deskundige wijze uit te oefenen.
Een open en transparant rechtssysteem is immers een voorwaarde voor het vestigen en behouden van het vertrouwen in justitie.
Trust, like respect cannot be demanded, it must be earned in the way the Judiciairy functions’.
Die oproep openheid die voor de derde staatsmacht en de magistratuur in haar geheel geldt, geldt des te meer voor de Hoge Raad voor de Justitie.
(11) Brandende actualiteit.
In het licht van de brandende actualiteit (de wetgevende verkiezingen in dezelfde maand juni 2024, met de rechtstaat als kritiek bedreigde inzet, met de HRJ zelf in het brandpunt van de publieke belangstelling, met het dossier Kelk, en met het dossier ‘examenfraude’…) is de publieke belangstelling voor deze informatievergaderingen een vanzelfsprekendheid.
Door een moderne magistratuur anno 2024 kan de vraag tot openheid van deze vrij informele vergadering niet meer kan beantwoord worden met een bange ‘Liekendael’ -benadering.
Op praktisch vlak, om tijdens die vergadering de tijd van de kiesgerechtigde magistraten niet nodeloos te benemen, kan overigens perfect voorzien worden dat na de uiteenzetting van de kandidaten, tijdens het ‘vragenuurtje’, enkel de stemgerechtigde magistraten het woord kunnen nemen om vragen te stellen.
Eenzelfde regeling voor de ‘getolereerde’ pers geldt bijvoorbeeld ook vaak bij belangrijke vergaderingen van democratische verenigingen, of van aandeelhouders van grote vennootschappen, waar ook vaak de inzet van maatschappelijk belang is.
Uiteraard verdient het ‘de lege ferenda ‘ aanbeveling, kwestie van repetitieve discussie en uiteenlopend beleid van korpschefs te vermijden, om het KB van 1999 op dit punt te verduidelijken. De HRJ - en haar nieuw te verkiezen leden - kunnen dat ‘wetgevend’ werk ook aanmoedigen - tenzij ze een afschermend beleid verkiezen.
(12) Justitie met een open venster: ‘apri le finestre’ !
Inderdaad, ’meer openheid zou de HRJ sieren’ (J. Nolf, De Juristenkrant 27 02 2019) en dat geldt iedere dag ook voor Justitie in het algemeen, net als voor de Senaat waar echte hearings voor de niet-magistraat, leden voor de HRJ op hun plaats zouden zijn (J. Nolf, ‘Moeilijke start voor de HRJ in de Senaat’, De Juristenkrant 29 06 2016, p. 16-17).
De informatievergadering mag bijgevolg minstens voor de pers (als vierde staatsmacht) niet afgeschermd worden als geheim ‘conclaaf’. Dat zou het al bestaande wantrouwen van een breed publiek slechts voeden, in plaats van een cultuur van vertrouwen aan te moedigen.
Een informatievergadering organiseren als ‘Members Only Event’ zou neerkomen op een “intern corporatisme” (in de woorden van G. Rommel, La vigilance du juge. Montesquieu au-delà de lui-même’, Die Keure, 2017, p. 46).
Of om het positief te duiden, met de bevlogen oproep van een kandidaat voor deze HRJ-verkiezingen: “In tijden waarin de perceptie in hoofde van de burger des te meer lijkt te worden bepaald door de (hoofdzakelijke negatieve) beeldvorming van justitie in de pers, lijkt ook het voeren van een open, transparante en proactieve communicatie vanuit de HRJ hierbij van cruciaal belang te zijn”.
Met twee keer het werkwoord ‘lijkt’ in een lange lintwormzin, ‘lijkt’ deze Gentse substituut-procureur-generaal (ex-persmagistraat) het heel voorzichtig voorzichtig aan te pakken, maar gelijk geven we hem toch graag.
(13) Daarenboven een geruststelling en een aanmoediging.
Zoals wijlen procureur-generaal Patrick Duinslaeger het in zijn jammerlijk laatste maar o zo bevlogen Mercuriale van 2014 stelde:”Een kritische benadering is niet alleen bijzonder welkom, zij is ook broodnodig, onontbeerlijke en essentiëel vanuit het oogpunt van het democratisch toezicht op de werking van Justitie (…). De kritieken en vooral de wijze waarop Justitie op deze kritieken inspeelt of reageert, zijn ook belangrijk voor de toekomst: de wijze waarop de werking van Justitie wordt gepercipiëerd zal ongetwijfeld mede de aantrekkingskracht van de functie van magistraat bepalen en dus een invloed hebben op de recrutering en op de werking en de kwaliteit van de Justitie van morgen. En ook hier is de communicatie in de twee richtingen van groot belang…”
(integrale tekst te lezen op website Hof van Cassatie - link hier).
Die openheid is een kardinaal element in het aggiornamento van Justitie dat met de Hoge Raad voor de Justitie ingeluid werd.
Na de Witte Mars werd voor justitie vaak herinnerd aan de beeldspraak anno 1962 van Paus Johannes XXIII om ‘de ramen open te zetten voor de frisse lucht van buiten’.
Als het iemand kan aanmoedigen: ’Aprite le finestre’ was in 1956 al de inzending van Italië voor het allereerste Eurosongfestival…
Een leuke link voor dit lentelied hier, want ook binnen justitie mag al eens gezongen worden !
Net opdat onze rechtstaat straks geen lange winter zou doormaken, verdient Justitie (en de HRJ) een nieuwe ‘primavera’...
Waar wachten de magistraten op om de deuren te op hun informatievergaderingen’ te openen? Aprite la porta !
De witte rook zien we daarna wel op 21 juni.
(14) Voor m’n vele opinies en juridische bijdragen omtrent de HRJ,
klik HIER voor de verzamelpagina ‘Dossier HRJ’
En .... als de HRJ u niet boeit, is er nog altijd m’n voorkeurmaterie:
(voor-)zorgvolmacht en bewindvoering.
Check m’n nieuwe bijdragen hierna !
LEESTIPS MET STIP !
Lees ook m’n recente bijdragen in De Juristenkrant over de dubbele nieuwe wetgeving omtrent bewindvoering anno 2023:
-De Juristenkrant nr 478 van 22 11 2023 (p. 12-13) ‘’De nieuwste wet bewindvoering: een sneltreinwet, met gemiste stations’ (link via blog)
-De Juristenkrant nr 480 van 20 12 2023 (p. 12-13) ‘Hoe beschermd zijn de rechten van ‘beschermde personen’ nog ?’ (link via blog)
en uiteraard dit nieuwe boek ‘Recht op grijs’ !
Mee door m’n bijdrage van 2023 met gelijkgestemde mede-auteurs aan dat àndere boekproject ‘Grijs aan zet’ liet ik me overtuigen om ook hier aan mee te schrijven, met een geactualiseerde juridische duiding omtrent bewindvoering - waar het afgelopen jaar 2023 voor wat verrassingen zorgde met twee ‘sneltreinwetten’.
M’n bijdrage van 2024 heet voorzichtig ‘Bewindvoering: spanningsveld van veel belangen - Wetgeving: waarborg en beperking van onze autonomie”.
U zal er ‘in fine’ ook 7 concrete voorstellen in ontdekken, hoe het beter kan: 7 keer huiswerk voor de (federale) wetgever.
Eentje daarin, nummer 3/7 is wel heel erg dringend, want dat voorstel
(mét een alternateif!) heeft voor iedereen met een handicap, jong of oud(er), belang voor de twee verkiezingsdagen van 2024.
M’n vurige hoop is dat minstens een deel van m’n bijdrage in ‘Recht op grijs. Bouwen aan ouderenbeleid’ gehoord zal worden.
En zelfs liefst: snel achterhaald, want ‘optimism is a moral duty’ !
hrj: aprite le finestre !
17 mei 2024
Het boek ‘Recht op grijs. Bouwen aan ouderenbeleid’ (2024, 328 p.) waar #justitiewatcher aan meeschreef,
kan u bestellen via de uitgever, Gompel&Svacina, via deze link hier.
Meer informatie, ook voor lezingen, via robert.crivit@telenet.be