my sabbatical year
my sabbatical year
2011/12
De eerste blog van een trilogie over ‘kosten’ . “Uw geld of uw meubelen” is vandaag immers de titel van de pagina’s 39 &40 in De Tijd (‘Apart, eigenzinnige verhalen, mensen, ideeën’). Een gerechtsdeurwaarder op schuldenjacht, en een ere-vrederechter die wel Robin Hood niet is, maar toch weer eens vaststelt dat “blind procederen armoede stimuleert”.
Zelfs met het jarenlang geboekte “succes” van 1.700 geslaagde minnelijke schikkingen op 5.000 (per jaar - klik hier) blijven uiteraard nog duizenden dagvaardingen over.
“Hardleerse” debiteuren ? Een debat op zich over de rode troika van ‘bad luck, no tools, no brains” of een combinatie ervan: er zijn mensen die gewoon pech hebben, er zijn er die (nog) niet geleerd hebben om te gaan met geld en justitie, en er zijn er ook die het nooit zullen leren.
Als rechtbanken zich enkel bezig zouden moeten houden met de “slechte betalers” (lees: “profiteurs”, “oplichters”....), zouden er veel bijna technisch werkloos zijn. In de ‘Kafkaiaanse Nachtmerrie’ (p. 270) schreef Bruna Schoenaerts al anno 1995 dat alleszins 45 % van alle zaken die voor de rechtbank komen onbetwiste schuldvorderingen zijn.
Vandaar m’n voorstel dat in deze moeilijke tijden (het slechtste moet nog komen) ook de invorderingsindustrie zou besparen. ‘Slim’ invorderen, en ook ‘slimming’ in de zin van afslanken, in plaats van een obese papiermolen te blijven voederen, die altijd méér honger heeft en... uithongert.
4 KEER AFGESTRAFT
De brokken zijn in een procedure vaak niet meer te lijmen voor dit kwetsbare publiek, geviseerd door invorderingen van nutsvoorzieningen en andere “small claims”. Hier wordt geen gerechtigheid bekomen, maar armoede geproduceerd.
Ze worden door 4 keer financieel afgestraft bovenop het écht verschuldigde.
(1) Vooreerst rekenen ook o.a. nutsbedrijven bij de minste betalingsachterstand een schadebeding en herinneringskosten aan: vaak een forfait van 50 € voor het schadebeding en 15 € per “rappel” die door de informatica uit de printer gerold wordt.
Voor dat soort kosten hoeft geen wetswijziging: art. 1231 B.W. volstaat ruimschoots om die posten minstens te temperen, voor zover ze al tegenover particulieren rechtmatig bedongen zouden zijn. Toch worden die waslijsten van kosten ook in veel vredegerechten blindelings ingewilligd.
(2) Dan passeert de Belgische Staat aan de kassa: het rolrecht à 25 of 35 € (opgenomen in de kostenstaat van de gerechtsdeurwaarder). Justitie geeft enkel de illusie van ‘gratis’ te zijn als het over procedures gaat (en dus niet over ‘minnelijke schikkingen’).
Waarom is procederen voor de arbeidsrechtbank gratis, en de invordering van de meest elementaire nutsvoorzieningen (tot en met water uit de kraan) niet ? Een vraag waard. Misschien een goede denkpiste voor een rechtvaardiger overheidsbeleid: verdubbel het rolrecht voor grote invorderingen, en schaf het af voor wat elementair is. Politiek is toch een evenwichtsoefening ?
(3) De kosten van de gerechtsdeurwaarder zelf zijn wettelijk vastgelegd. De cijfers zijn één regel, de ‘verschuldigdheid’ ervan een ander paar mouwen. De vrederechters van o.a. Bree, Hasselt, Charleroi en Roeselare formuleerden jarenlang al de “exceptie van onwettelijkheid” tegen de passage in het K.B. van 30 11 1976 dat o.m. de aanmanings- en inningsrechten “ten laste van de schuldenaar” vallen. Immers laat art. 519 Ger.W. énkel toe dat bij K.B. “het tarief” vastgelegd wordt, zonder dat het K.B. ook mocht bepalen. Een klassiek geval van ‘machtsoverschrijding’ dat ambtshalve door de rechter kan gesanctioneerd worden door dit onderdeel van het K.B. niet toe te passen (art 159 Grondwet). In m’n volgende blog bespreek ik dat afzonderlijk.
(4) Tot slot is de advocaat aan de beurt, en daarover boom ik even (opnieuw) door vandaag (zie ook al de blog van 27 09 2010 hier).
SMALL CLAIMS, FABULOUS GAINS
Een goed voorbeeld daarvan is de rechtsplegingsvergoeding, of moeten we spreken van een ON-RECHTsplegingsvergoeding.
Eigenlijk ingevoerd om de toegang tot justitie betaalbaar te houden voor wie een advocaat inzet.
Pierre Lefranc en Freddy Evers wezen er al op dat die bijkomende waarborg voor een “eerlijk proces” in de betekenis van art. 6 EVRM niet behaald wordt, en de aanbeveling van de Raad van Europa (R 81/7 van ... 14 05 1981 !) om procederen “inexpensive” te maken, al helemààl niet. (De Juristenkrant van 16 01 2008, Forum: ‘Verhaalbaarheid erelonen leidt niet tot goedkopere en meer toegankelijke justitie’).
Inhoudelijk was de wet bedoeld om “het procesrisico” te honoreren, en de “intellectuele prestaties” van uw gebefte jurist (Ilse Samoy & Vincent Sagaert over ‘De wet van 21 04 2007 betreffende de verhaalbaarheid van kosten en erelonen van een advocaat’, R.W. 2006/07, 674 e.v. , inz. nrs 27 & 33/3), niet de buitengerechtelijke kosten als aanmaningen, kosten van incassobureaus enz.
De wet gaf algemene criteria voor de cijfermatige bepaling van de RPV, “o.m. in functie van de aard van de zaak en de belangrijkheid van het geschil” (nieuw art. 1022, 2e lid Ger.W.).
Bij de simplistische invulling daarvan via het K.B. 26 10 2007 rijzen heel wat vragen.
De schalen (klik hier ) die vastgelegd werden zijn niet alleen “een veelvoud van die welke tot nog toe golden” (volgens laatstvoormelde auteurs), maar detailleren de noodzakelijke verfijning volgens de inhoudelijke criteria van de wet totaal niet.
Prof. Dirix bepleitte al om “de vergoedingen meer te differentiëren” (R.W. 2008/09, 42, onder Kanttekening: ‘Verhaalbaarheid proceskosten en rechtskultuur’).
Het resultaat is inderdaad gewoonweg onthutsend voor de “kassa-kassa-zaken” die met honderden ineens ingevorderd worden, gegroepeerd in “thema-zittingen” bij dezelfde rechter. Eigenlijk werkt daar vooral een buitengerechtelijke invorderingsmachine, die nagenoeg zonder extra-kosten overschakelt op het gerechtelijk luik.
Pas op dàt moment komt de RPV naar juridische rechtvaardiging aan bod, maar precies voor dit soort standaardinvorderingen is het “procesrisico” zo goed als nihil, en de “intellectuele prestatie” van de advocaat beperkt tot het instellen van zijn GPS in de auto die hem naar de rechtbank zal brengen. Moet inderdaad ook zonder brokken kunnen ;-), maar dààr dient de RPV niet voor.
Om nutsvorderingen te beoordelen (of te innen) moet je meestal meer boekhouder zijn dan jurist, en cijferen is niet de sterkste kant van de advocatuur.
Daarenboven is het een pijnlijke vaststelling dat een aantal advocaten van grote invorderaars nauwelijks nog slechts een soort koerierdienst vervullen. In veel gevallen sturen ze zélf geen aanmaning, en wordt de dagvaarding door de eigenlijke opdrachtgever (firma of incassobureau) rechtstreeks naar de geselecteerde gerechtsdeurwaarder gestuurd. Het volstaat naar de zitting te draven en verstek te nemen (aangemoedigd door de strategie van “judge shopping - zie daarover m’n blog van 09 09 2011).
Een begrijpelijke afrekening aan de debiteur sturen na het vonnis zit er ook al niet meer bij: dat is opnieuw de (afzonderlijk betaalde) taak van de gerechtsdeurwaarder, wiens eigen kassa via het (onwettelijke) kwijtingsrecht rinkelt bij de minste afbetaling ( 2,23 € voor alle afkortingen onder de 25 €)
Seriële invorderingen zoals parkeerretributies geven uiteraard wel eens aanleiding tot een pittig juridisch debat, maar dié “intellectuele inspanning” wordt over honderdduizenden dossiers afgeschreven.
Op vandaag beloopt voor invorderingen van alle bedragen tot 250 €, de RPV normaliter 165 €, met een mogelijkheid tot vermindering tot 82,50 € (altijd bij verstek) en tot verhoging tot 330 €.
Tel maar zélf eens na hoeveel duizenden € een blitzbezoek aan een rechtbank voor een reeks van 30 tot 300 zaken oplevert.... voor het scenario dat Schoenaerts realistisch beschrijft: “De griffier roept 200 maal een zaak op en de advocaat roept 180 maal ‘verstek !’. “.
Als “pleidooi” kan dat tellen, letterlijk dan toch ;-)
OPENBARE DIENST ?
Nutsvoorzieningen betreffen publieke dienstverlening. Ook parkeerbedrijven beschrijven zichzelf als graag als de “verlengde arm van de overheid”.
De privatisering bedoelde meer efficiëntie te creëren, grotere transparantie, en goedkopere prijzen. Dat was toch de affiche. We kennen dat verhaal ook van de elektriciteitsmarkt. Wie in z’n leven nooit van gedacht veranderd is heeft nooit nagedacht ;-)
Op het vlak van invorderingskosten is het tegendeel gebleken: de invorderingsindustrie heeft zichzelf als dure buffer ingewerkt, en is deel van het probleem geworden, in plaats van een medewerking aan de oplossing.
Daarenboven vertragen de industriële invorderaars zélf de rechtsgang: om tientallen zaken op één zitting te kunnen groeperen (bijvoorbeeld om het kwartaal), wordt maanden op voorhand gedagvaard. Het resultaat is dat tegen de inleidingszitting vaak enkel nog de kosten uitstaan, want de leesbaarheid van een dagvaarding is ook op dàt punt een heikel ding. Eigenlijk is dat dan het bewijs ten overvloede dat het proces een maat voor niets was, want ik heb me al te pletter gepleit voor het gratis alternatief van de ‘minnelijke schikking’.
OPENBAAR MANDAAT ?
De héél “innige” interactie tussen veel van dit type ‘repeat-players’ en de politieke wereld. maakt dat een pak (actuele of vroegere) advocatenkantoren van politici zijn betrokken bij die types van invordering. Niet moeilijk om snel een lijstje te maken van die selecte club. “Ons kent Ons”, of “Les copains d’abord”.
Met wrange nasmaak herinner ik me het enthousiast uitgesproken voornemen van een net-niet-berooide, alleenstaande vrouw om voor een politicus te stemmen, want zijn kantoor “had afbetalingen toegestaan”. Dan knarsetand je als rechter wel eens... want dat waren wel afbetalingen op ook een veel hoger totaalbudget dan het vonnis zou toelaten.
Misschien moeten onze verkozenen des volks eens in eigen portefeuille kijken. Wetten maken op maat van de burger, in plaats van op maat van de macht.
WINST BOVENOP DE PROCESKOSTEN OF CADEAU ?
De legendarische “terughoudenheid van de advocatenwereld om ereloonstaten voor te leggen (Samoy & Sagaert, al geciteerd, onder randnummer 24), en de afwezigheid van een zelfs maar indicatieve baremisering van erelonen (als gevolg daarvan), zorgt dat alle transparantie zoek is over de reële kosten van invordering.
Strikt genomen komt de RPV aan de procespartij zelf toe “en niet aan haar raadsman tenzij in hun onderlinge verhouding anders zou zijn overeengekomen” (Samoy & Sagaert, onder randnummer 32, met verwijzing naar H. Lamon, in NjW 2007, 436 nr 7).
Als je weet dat grote invorderingspaketten ook vaak bij wijze van “abonnement” gehonoreerd worden, is het dus ook niet ondenkbeeldig dat de schuldeiser twee keer wint: één keer de rechtmatig ingevorderde factuur, en daar bovenop een winstmarge op het hoger pakket rechtsplegingsvergoedingen in verhouding tot zijn zuivere advocaatkosten, zuinig onderhandeld als een powerbroker.
Misschien wordt ook wel eens “gul” onderhandeld ? Horresco referens.
Onontkoombare conclusie: de échte bedoeling van de wet (waarborgen van een betaalbare toegang tot het gerecht), lijkt wel helemààl zoek. De grote paketten van de rechtsplegingsvergoeding komen in de realiteit een gulzige elite ten goede, in plaats van de justitiële dienstverlening.
RECHTSHERSTEL: DE MINI-RECHTSPLEGINGSVERGOEDING VOOR KASSA-KASSA-ZAKEN
Een eenvoudige aanpassing van het K.B. van 26 10 2007 (dus niet eens een Wet) kan de noodzakelijke differentiatie scheppen, en daarmee de invorderingsindustrie haar énige sociale én economische legitimiteit verlenen: bewijzen dat schaalvergroting loont. Dat standaardisering kostprijsbesparend werkt. Zo is het in iedere échte, performante industrie, behalve tot nu toe in de invorderingsindustrie (zie daarover al m’n opinie in De Morgen De Gedachte van 06 11 2009 ‘Invorderingsindustrie: booming business” (klik hier).
Het K.B. kan perfect inhoudelijk aparte schalen invoeren voor invorderingen van alle nutsvoorzieningen, alle invorderingen uitgaande van de overheid zelf (OCMW, brandweerdiensten, politie, sportinfrastructuren....), (para-)medische kosten, kosten voor school, internaat, bibliotheek, opvangkosten voor kinderdagverblijven, gebruik van openbare ruimten (parkeren)....
Waarom overigens ook niet voor invorderingen van erelonen van advocaten zélf, want in de praktijk zijn dat toch vriendendiensten (en in Roeselare wees ik ze al helemààl af: Vred. Roeselare 22 07 2004, T. Vred. 2005, 297).
Uiteraard moeten die mini-rechtsplegingsvergoedingen dan op een andere basis becijferd: een basisbedrag van 10 €, met een minimum van 5 € en een maximum van 20 € lijkt me denkbaar. Alvast zal de sector de boeken moeten openleggen om hogere bedragen te justifiëren. Eindelijk.
Goede moed, ook hiervoor, aan de volgende minister van Justitie.
Photo of the day:
No industry like the legal industry ;-) Photo of the unhealtiest part of my ‘Jogging around Bruges’....
A quote a day, keeps the doctor away ;-)
“Bij dat alles moet vastgesteld worden dat elke verwijzing naar de reeds aangehaalde aanbeveling van het Comité van Ministers voorbijgaat aan de oproep daarin aan de lidstaten om de nodige stappen te zetten om het procederen voor hun rechters goedkoop te maken. Uit een grootschalig kwalitatief onderzoek in 2005 in België is nochtans gebleken dat de burgers het erg duur vinden om hun recht te proberen halen voor de rechter en dat zij daarbij de erelonen van de advocaten als een belangrijk deel van dit probleem aanwijzen. Het is nochtans enkel in die context van een goedkope rechtspleging dat het Comité van Ministers een verhaalbaarheidsregeling van de advocatenkosten die in bijzondere omstandigheden zelfs wordt uitgesloten, heeft aanvaard. Er mag gevreesd worden dat toekomstig onderzoek na het in voege treden van de nieuwe wettelijke verhaalbaarheidsregeling zal leiden tot de bevinding dat de burgers het procederen in ons land nog duurder zullen vinden en dat hierdoor de kloof tussen de maatschappelijk zwakke en sterke groepen dieper wordt en het gevoel van onrechtvaardigheid vergroot. In een democratische rechtstaat die zichzelf respecteert mag geen enkele burger, vanwege de kosten die dit kan meebrengen, ervan worden afgeschrikt zich indien nodig tot de rechter te wenden: op gevaar dat toegegeven wordt aan hen die vertrouwd zijn met het gerecht (de zgn. repeat players).”
Staatsraad P. Lefrancq & vrederechter F. Evers in TvMR 2007, afl. 4, 7-10 onder de titel ‘Leidt de verhaalbaarheid van advocatenkosten tot een meer toegankelijke justitie ?’
Wat u vast niet gemist hebt - Ce que vous n’avez certainement pas râté - You didn’t miss this one did you ???
2011 12 03 “Uw geld of uw meubelen !” (De Tijd)
2011 12 01 “Débat. Il est temps de réveiller le journalisme d’enquête” (Mediapart)
2011 11 23 ‘Nieuws uit Roeselare/Roulers’ (E. Breways in De Juristenkrant, p. 7)
2011 11 24 “L’avis des citoyens européens sur leur justice” (Paroles de juges)
Poem of the day:
“J’ai décidé que la poésie était ma patrie, mon paysage spirituel, ma passion”
Stéphane Hessel ‘ô Ma Mémoire. La Poésie, Ma Nécessité’ (Seuil 2006)
Note: Stéphane Hessel avait alors 88 ans. Lors de son ‘Indignez-vous’, l’an passé, il en avait 93...
You Tube of the day:
Auctioneer: stop all the sales right now (thanks to Jeroen Olyslaeghers in ‘De Morgen, De Gedachte’ 2011 10 22 ‘Zingen in de rechtbank’)
Recente blogs met voorstellen voor een betere justitie:
Parkeerretributies naar de politierechtbank (10 11 2011)
Afschaffing van het ‘voorrecht van rechtsmacht’ (07 11 2011)
Minnelijke Schikking (03 10 2011)
Territoriale bevoegdheidsregels voor invorderingen van o.a. nutsbedrijven (09 09 2011)
Some pages of JustWatch in English:
The first day in the life of...
Quelques pages de JustWatch en Français:
Some links to earlier JW blog pages about security in our courts:
16 10 2011 De scherven van Schaarbeek
16 02 2011 De zwakste schakel van de veiligheid
15 02 2011 Security bis, ter, quater etc..
06 09 2010 Security is an English word, isn’t it ?
03 09 2010 Flash back 3 maand geleden
Some links to earlier JW blog pages about the Belgian project of ‘Family Courts’:
2011 08 05 ‘De familierechtbank dichterbij, familiejustitie verderaf’ (VRT De Redactie Opinie)
2011 08 05 ‘Quod erat demonstrandum’
2011 04 30 ‘Dit koude nest...’
2011 03 03 ‘See you in court ?’
2011 02 23 ‘Spoor 1 naar Kortrijk...’
2011 01 23 ‘The Far Family Court ? Nein, Danke !’
Some links to earlier JW blog pages about Belgian reform projects on justice
2010 10 12 ‘Oops, stuck again !’
2010 09 29 ‘Too big, you get stuck’
2010 09 18 ‘Le rond point de la justice ?’
Some links to earlier JW blog pages about the costs of justice & poverty
2015 08 15 “Justitie anno 2084” (VRT De Redactie, Opinie)
2010 10 27 ‘Low cost recovery, high alert’
2010 10 18 ‘De armoede-toets van justitie’
2010 10 06 ‘Let them drink Spa Blue ?’
Some links to earlier JW pages about Justice of the Peace and conciliation
2011 05 30 ‘Lettre à Voltaire’
2011 01 28 ‘Hoeveel kost je vredegerecht of ...?’
2010 11 21 ‘Voiltaire Day: natural .... judges !’
2010 11 13 ‘Donkere wolken boven de vrederechters’
Jogging around Bruges:
Visits of Courtrooms:
Bruges, Huyse Die Caese (ancient courthouse of the Juges d’Instruction)
Lyon, Security in old & new courts
My favourite bridges of 2010: bridges as the symbol of Justice
Vind met uw cursor de links in de teksten. Trouvez avec votre curseur les liens dans les textes. Find with your curser the web links in the texts.
DE invorderingsindustrie op dieet !
3 december 2011
...daarmee de invorderingsindustrie haar énige sociale én economische legitimiteit verlenen: bewijzen dat schaalvergroting loont. Dat standaardisering kostprijsbesparend werkt. Zo is het in iedere échte, performante industrie, behalve tot nu toe in de invorderingsindustrie.