Questioning Justice
Questioning Justice
2024/25
In de vorige Law Blog (van 29 10 2024 - link hier) wezen we op de overbescherming, bij bewindvoering. De wet zelf, zit hier een beetje fout, omdat in art. 492/1 oud BW eerst de bescherming omtrent ‘de persoon’ aan bod komt, en pas daarna de bescherming omtrent ‘de goederen’. De eerste ‘laag’ van bescherming is nochtans die omtrent materiele (financiele) zaken, terwijl de eventuele onbekwaamverklaring in verband met de persoonlijke materie, een verdere stap is (en zeker niet de eerste).
We zagen in de cijfers en grafieken van onze survey van alle nieuwe bewindvoeringen, gepubliceerd in de maand september 2024 een meerderheid van beschermingen goederen + persoon. Dit is het resulaat van een evolutie tot overbescherming die we al sinds 2016 geduid hebben, en ook in het (nog niet officieel gepubliceerde) Evaluatierapport 2014-2024 bevestigd wordt.
De stijgende bijkomende bescherming van de ‘persoon’ (bovenop die van de goederen) maakt het ook - des te meer sinds de funeste sneltreinwet van 28 maart 2023 (uitgerekend in werking sinds de Internationale Dag van de Senioren op 01 10 2023…) - veel makkelijker mensen met een handicap hun stemrecht af te nemen.
Op jaarbasis raakt dit om een bij de 8.000 burgers, een volle gemeente dus, leerden onze cijfers uit de vorige blog.
We kondigden toen aan dat we dit ook concreet bekeken hebben: wat is de relatie tussen de onbekwaamverklaringen ‘persoon’, en de specifieke onbekwaamverklaring voor de uitoefening van de politieke rechten ?
We hebben een specifiek (geanonimiseerd) kanton onder de loep genomen, en de vergelijking gemaakt tussen de onbekwaamverklaring ‘persoon’, en de onbekwaamverklaring ‘stemrecht’, zowel voor als na de inwerkingtreding van de wet van 28 03 2023.
Daarnaast deden we daar nog enkele andere, opmerkelijke vaststellingen.
We zetten ze hierna op een rijtje, en ook in grafiek onderaan deze blog.
(1) Meer onbekwaamheden ‘stemrecht’ sinds 01 10 2023 ?
In het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet van 28 03 2023 (01 10 2022 - 30 09 2023), werden in de 95 nieuwe dossiers, 71 onbekwaamverklaringen voor zowel goederen als persoon uitgesproken (=75%).
In 37 van die 71 gevallen werd de onbekwaamheid tot het uitoefenen van de politieke rechten uitgesproken (=52%).
Over het jaar sinds de inwerkingtreding van de wet (van 01 10 2023 tot 30 09 2024), noteerden we in dat kanton op 119 nieuwe bewindvoeringen, 76 onbekwaamverklaringen voor zowel goederen als persoon (dus 64%).
In 52 van die 76 gevallen werd de onbekwaamheid tot het uitoefenen van de politieke rechten uitgesproken (=68%).
Vergelijken we dat alles in de tijd, dan stellen we iets opmerkeljks vast.
Het aantal bewindvoeringen sinds de ingangsdatum van de wet van 27 03 2023 (01 10 2023) is verhoogd (van 95 naar 119), maar de frequentie van de verhoogde onbekwaamverklaring (die niet alleen bescherming ‘goederen’, maar ook ‘persoon’ vergden) is gedaald (van 75 naar 64%).
Dat zijn echter normale schommelingen. Een vredegerecht ‘bestuurt’ de instroom van bewindvoeringen niet, noch het publiek (naar gradatie van handicap) dat daarbij hoort.
In het jaar sinds de inwerkingtreding van de wet van 27 03 2023 werden dus bewindvoeringen aangebracht die een relatief minder zware bescherming vergden (van 75 naar 64%) maar die (hoge) verhouding van de zwaardere bewindvoering zit in dat kanton nog vrij dicht bij de nationale en regionale gemiddelden (nationaal 59%, Nederlandstalige 63%, Franstalige uitspraken 54%).
Kantons verschillen inderdaad qua populatie, en ook de lokatie van medische zorgcentra (van WZC en ziekenhuizen tot psychiatrie) hebben hier een impact.
Wat we hier echter wel zien in dit kanton (en niet kunnen vergelijken met nationale of regionale gemiddelden) is hoe er daar - over die twee jaar - omgegaan wordt met het uitspreken van de onbekwaamheid voor de uitoefening van de politieke rechten, ten opzichte van de ‘versterkte bewindvoering’ (voor goederen en ook persoon).
Het is hier dat we na 01 10 2023 een stevige stijging ontwaren.
In het jaar voor die inwerkingtreding van de wet van 27 02 2023 gaven slechts 52% van de ‘versterkte bewindvoeringen’, ook aanleiding tot een uitspraak met onbekwaamheid tot het uitoefenen van de politieke rechten.
In het jaar na die inwerkingtreding, liep die 52% op tot niet minder dan 68%, dat is een stijging met 31%, die wel markant is, zodat we hier wel een indicatie vinden dat de wet hier wel als ‘turbo’ werkt.
(2) We bekeken ook welke leeftijdscategorie hier meest betrokken werd.
In die twee jaar sinds 1 oktober 2022 (dus vanaf een jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet per 1 oktober 2023) was de jongere categorie (van destijds de ‘verlengd minderjarigen’) daar bijna totaal afwezig: slechts 4 op de 89 onbekwaamverklaringen voor het stemrecht.
De grootste stijging vanaf 1 oktober 2023 (ten opzichte van het jaar daarvoor) gebeurde in de categorie 71-80 jaar, die opliep van 2 naar 12 onbekwaamverklaringen voor het stemrecht.
Die leeftijdscategorie maakt dan ook sinds de inwerkingtreding van de wet 23% uit van de onbekwaamverklaringen, wat het dubbele is van de iets minder oudere leeftijdscategorie 61-70 jaar (11%).
Alhoewel dit slechts een steekproef is, lijkt het er toch op dat de nieuwe wet de onbekwaamheid voor het stemrecht aanzwengelt in een leeftijdscategorie die normaliter nog maatschappelijk erg betrokken is (zie daarover de bijdragen ‘van M. Swyngedouw, K. Abts en D. Delespaul in ‘Vlaamse ouderen en democratisch burgerschap’, in ‘Ongehoord en ongezien. Hoe Vlaanderen vergrijst’, evenals J. Lefevere en A. Verwee, ‘De politieke voorkeuren van Vlaamse ouderen’, in ’Recht op grijs. Bouwen aan ouderenbeleid’, uitgave J. Vranken, P. De Decker, D. Verté & R. Crivit (ed.) Gompel&Svacina 2023 en 2024, evenals M. Merrigan en P. Lemmens, ‘Hoe krijgen we grijs aan zet?’ bijdrage in ‘Grijs aan zet’, A. De Jaegere, M. Vanhee, N Van Leuven (red.) Maklu 2023, 157).
(3) Maar ook onbekwaamheid ‘kiesrecht’ zonder bescherming persoon !
De uitoefening van het stemrecht blijkt in twee beschikkingen (van september 2024) ontnomen, terwijl de betrokken ‘beschermde persoon’ enkel voor de goederen onbekwaam werd verklaard, en de vrederechter deze onbekwaamheid dus niet had kunnen aanvinken onder het nieuwe 15° van de checklist ‘persoon’.
Dat is (sinds 01 10 2023) wel verbazend, maar niet onwettig, want de vrederechter behoudt de bevoegdheid om die specifieke onbekwaamheid supplementair uit te spreken, zoals die mogelijkheid al voor de wetswijziging van 2023 bestond.
Het is evenwel moeilijk te begrijpen dat beschermde personen die onbekwaam geacht worden hun stemrecht uit te oefenen, verder niet beschermd worden voor hun ‘persoon’.
(4) Uitbreiding van onbekwaamheid ‘goederen’ tot onbekwaamheid ‘persoon’ leidt tot onbekwaamheid ‘politieke rechten’
in een andere uitspraak (van juni 2024) in hetzelfde kanton stelden we vast dat wanneer een bestaande bewindvoering inzake de goederen (anno 2019), naderhand uitgebreid werd tot de persoon, de onbekwaamheid inzake de politieke rechten in de uitspraak nopens ‘de persoon’ wel werd aangevinkt (en gepubliceerd).
Onafgezien de bedenking dat er uiteraard geen automatisme mag bestaan tussen het ene en het andere, is dat toch een meer logische stap, dan de ‘oude bevoegdheid’ inzake de uitoefening van de politieke rechten aan te wenden buiten enige bescherming qua persoon om (zie de voorgaande case).
(5) Toevallige aanleiding om onbekwaamheid ‘politieke rechten’ uit te spreken ?
Tot slot stelden we inderdaad de uiteenlopende rechtspraak op een nog andere manier vast. Wanneer een burger beschermd werd qua goederen en persoon in een ander kanton, en het dossier overgeheveld werd naar het bestudeerde kanton, gaf dat – ter gelegenheid van een vervanging van de ene familiale bewindvoerder door een andere – in februari 2024 aanleiding tot een onbekwaamverklaring omtrent de uitoefening van de politieke rechten.
De vrederechter die de bescherming oorspronkelijk instelde, had die onbekwaamheid voor de uitoefening van de politieke rechten (in 1997, dus vooraleer de bescherming ‘persoon’ in 2014 wettelijk geregeld werd) niet uitgesproken, alhoewel dat ook toen wel mogelijk was (maar eventueel niet concreet aan de orde).
Een dergelijke ingreep gebeurde echter evenmin, toen (in mei 2019) de opvolgende vrederechter (naar wie het dossier overgeheveld was) een evaluatiebeschikking had uitgesproken.
Enkel de aanstelling van een andere familiale bewindvoerder, gaf hier dus aanleiding tot een ingreep in de uitoefening van de politieke rechten. Uiteraard kan zich in die tussentijd ook een evolutie in de gezondheidstoestand van de beschermde persoon voorgedaan hebben (wat eerder vermoed kan worden bij oudere senioren – wat hier echter niet het geval was).
(6) Besluit van deze steekproef.
Vooraf toch dit voorbehoud.
We kennen in dit kanton de specifieke rechtspraak omtrent de graad van bewindvoering (omtrent goederen, of ook persoon), evenals het specifieke punt van de eventuele onbekwaamheid voor de uitoefening van de politieke rechten - en dit zowel voor als na de inwerkingtreding van de wet van 27 03 2023.
Uiteraard kent enkel de betreffende vrederechter de specificiteit van de individuele (95 + 119=) 214 ‘beschermde personen.
Lees deze louter cijfermatige analyse dus niet als een kritiek op de magistraat in kwestie (al is het raden naar het motief van de griffie, om stelselmatig ook de onbekwaamheid in verband met de politieke rechten ook in het BS te publiceren).
De nood aan meer onderzoek…
Het is jammer dat hier niet meer onderzoek naar gebeurde, en ook het (thans nog niet publieke) Evaluatierapport 2014-2024(*) dit niet onderzocht. Op onze navraag daarover, kregen we het volgende antwoord: “Deze wetswijziging dateert van na de start van onze opdracht (februari 2023) en viel buiten het bestek van het onderzoek. De wet van 8 november 2023 hebben we wel vermeld omdat deze beoogt tegemoet te komen aan eerder aangehaalde punten van kritiek”.
(*) T. WUYTS, N. DANDOY, F. SWENNEN, S. HENNAU, M. HACON en L. JEURISSEN, "Evaluatie van de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid", studie uitgevoerd in opdracht van de FOD Justitie, juni 2024, onuitg.
Voorlopig besluit…
Het minste wat kan gezegd worden is dat deze beperkte survey (in dit kanton dat we anonimiseren als kanton XT) zowel voorafgaand als sinds 1 oktober 2023, getuigt van een grote ‘waakzaamheid’ om mogelijk misbruik bij volmachten (verleend overeenkomstig de Kieswet) uit te sluiten.
De hier vastgestelde praktijk spreekt alvast compleet tegen wat als ‘ratio legis’ in de artikelsgewijze toelichting van de wet van 28 maart 2023 – duidelijk ten onrechte – voorgehouden werd, nl. dat vrederechters de politieke rechten uit het oog zouden verliezen bij de organisatie van een bewindvoering.
Wat we in september 2024 vaststelden bij onze monitoring, sluit goed aan bij onze waarschuwing op het Inclusie/Inclusion - congres van 19 02 2016 : “Vooreerst dient in gedachten gehouden te worden dat een verzoek voor bewindvoering – zoals in het verleden – in de meeste gevallen best beperkt kan blijven tot een bewindvoering voor de goederen. Het mag geen reflex worden telkens een bewindvoering voor de persoon te vragen. Wel wordt vastgesteld dat bepaalde vrederechters – ten onrechte – dergelijke verzoeken voor bewindvoering over de goederen ‘ambtshalve’ uitbreiden tot bewindvoering voor de persoon. (...) De checklist van de 19 minimaal te verifiëren punten wordt in veel gevallen ten onrechte aangevuld met ‘passe-partout’- onbekwaamverklaringen voor bv. “alle andere dan de hoger aangeduide persoonsgebonden rechten” of het kiesrecht. Dit komt neer op een soort ‘burgerlijke dood’ en is fundamenteel in strijd met geest en letter van de nieuwe wetgeving”
U vindt de full text daarvan in mijn bijdrage Studiedag Inclusie/Inclusion van 19 februari 2016 ‘Hervorming van beschermingsstatuut. Een jaar na de toepassing van de wet: bevindingen en aanbevelingen’, p. 17 -23, inz. p. 21, raadpleegbaar via deze link hier.
Bovenstaande gegevens, vertaalden we in de grafieken hierna.
De wetswijziging van 27 03 2023 was overbodig en heeft een negatief impact.
Alles lijkt er bijgevolg wel al op te wijzen dat (1) de wet van 28 03 2023 totaal overbodig was, en (2) de wet een overbeschermend turbo-effect op de onbekwaamverklaringen ‘stemrecht’ veroorzaakt.
Ondertussen blijkt uit de – onthutsende – rechtspraktijk (ook sinds 1 oktober 2023) dat zelfs wanneer het punt 15° in het digitaal ingediend verzoekschrift niet aangevinkt werd door de verzoekende partijen, dit zonder de minste interpellatie toch voorkomt in de lijst van uitgesproken onbekwaamheden, volgens het beschikkende gedeelte van de uitspraak.
Dat alles staat helemaal haaks op de inclusie-gedachte van de UNCRPD van 2006, dat onze historische hervorming van 2013 inspireerde.
Blijkbaar nog steeds geen inzicht bij sommige vrederechters….
De huidige minister van Justitie verdient lof om deze problematiek onder de aandacht van de vrederechters te brengen.
Op 12 03 2024 schreef minister Paul Van Tigchelt immers terecht (aan de Conferentie van de korpschefs van de vrede- en politierechters:
“Nu de verkiezingen naderen, lijkt de kwestie van het stemrecht van beschermde personen veel vragen en zorgen op te roepen.
Zo heeft de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap een advies opgesteld op 15 januari 2024 (advies 2024/01 in bijlage). Een artikel verscheen in Knack op 18 januari 2024 (hier beschikbaar: https://www.knack.be/nieuws/belgie/politiek/duizenden-personen-met-een-handicap-dreigen-stemrecht-te- verliezen/). En op 17 februari ontving ik een e-mail van Unia, waarop op 21 februari een antwoord werd gestuurd (zie bijlage).
De uitoefening van politieke rechten is onmiskenbaar een grondrecht. Dit recht kan echter worden beperkt indien de omstandigheden dit vereisen. (…)
In het bijzonder twijfel ik er niet aan dat de beslissing over de onbekwaamheid van een persoon, nog meer met betrekking tot het uitoefenen van zijn politieke rechten, onderworpen is aan een omstandige beoordeling door de vrederechter afhankelijk van de werkelijke capaciteit van de beschermde persoon. Maar de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap kaart wel aan dat er klachten binnenkomen rond het soms automatisch afvinken van onbekwaamheid tot het stemrecht.
Ik vind het mijn plicht om deze vragen en zorgen door te geven, wat jullie leden zeker zullen waarderen.”
Volgens het antwoord van de korpschefs (op 27 03 2024) was er niets aan de hand: “Het is de Conferentie onbekend welke concrete klachten daarover geuit worden en we konden dit evenmin uit uw brief en de bijlage opmaken.
Het is dan ook niet evident, bij gebreke aan concrete voorbeelden, daarover standpunt in te nemen temeer de Conferentie vaststelt dat de vrederechters dit met de grootste zorgvuldigheid beoordelen voor alle beschermde en te beschermen personen”.
Kortom: “circulez, il n’y a rien à voir”.
Misschien zal het een nieuwe audit van de Hoge Raad voor de Justitie vergen, om ook dit oude pijnpunt (uit zowel de Driekoningenbrief van 2016 als het verslag van het Meldpunt bewindvoering (in de Kamercommissie Justitie van 06 11 2018 - Meldpunt verslag link hier ) voor het licht te houden. Of moeten de korpschefs eens de rechtsleer lezen van professor Tim Wuyts (UHasselt) in het (eigen) Tijdschrift voor de vrederechters (Rechtskroniek 2015, evenals Rechtskroniek 2019, en ook in Patrimonium 2020, uitg. De Keure), waar de ‘sterke beschermingscultuur’ telkens aangehaald wordt.
Of een nieuwe brief van Inclusion, zoals deze van 05 03 2021 aan de toenmalige minister van Justitie Vincent Van Quickenborne: “wij zijn fel gekant tegen dit project om minstens twee redenen. Ten eerste beschikt de rechter al over de mogelijkheid om de politieke rechten op te schorten indien noodzakelijk. Dit element in de ‘checklist’ invoegen zal tot gevolg hebben dat burgers quasi systematisch de uitoefening van hun politieke rechten verliezen. Ten tweede is dergelijke stap strijdig met het opzet van bescherming zelf”.
Inclusion waarschuwde met name voor een terugkeer naar de blinde onmondigheid vervat in de overbescherming van het al jaren (terecht) verlaten regime van de verlengde minderjarigheid.
Ondertussen toch het Evaluatierapport 2024 !
Volledig actueel is er ondertussen het besluit van het Evaluatierapport 2014-2024 dat ook al de besluiten van deze HRJ-audit van 2019 bevestigde.
Het Evaluatierapport 2024 (p. 212 nr 480) stelt ook nu vast dat “het maatwerk bij de organisatie van een rechterlijke bescherming veeleer de uitzondering blijft. Algemene bewindvoeringen over de persoon en de goederen met een vertegenwoordigingsregime zijn geen uitzondering. Daarbij wordt over het algemeen de onbekwaamverklaring uitgesproken voor alle handelingen opgesomd in de checklists opgenomen in art. 492/1 oud BW.”
Wat voor 1 oktober 2023 (inwerkingtreding van de sneltreinwet van 27 03 2023) waar was, zal dat ook sindsdien gebleven zijn.
En nogmaals ook dit - navrant - ter herinnering: bij Resolutie 45/106 van 14 december 1990 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, werd 1 oktober van ieder jaar aangewezen als ‘International Day of Older Persons’.
Allicht was ook die bijzondere dag aan onze wetgever ontgaan...
Scrol naar beneden voor de statistische gegevens in grafiek !
ONDERTUSSEN OOK LEESTIPS MET STIP !
Lees ook m’n recente bijdragen in De Juristenkrant over de dubbele nieuwe wetgeving omtrent bewindvoering anno 2023-2024:
- De Juristenkrant nr 487 van 10 04 2024 (p. 12-13) ‘Tweede jaarverslag Steunpunt Bewindvoering: tussen bottom-up en top-down’ (link via Law Blog Justwatch)
- De Juristenkrant nr 480 van 20 12 2023 (p. 12-13) ‘Hoe beschermd zijn de rechten van ‘beschermde personen’ nog ?’ (link via Law Blog Justwatch)
-De Juristenkrant nr 478 van 22 11 2023 (p. 12-13) ‘’De nieuwste wet bewindvoering: een sneltreinwet, met gemiste stations’ (link via Law Blog Justwatch)
en uiteraard dit nieuwe boek van 2024: ‘Recht op grijs’ (link hier)
Mee door m’n bijdrage anno 2023 met gelijkgestemde mede-auteurs aan dat àndere boekproject ‘Grijs aan zet’ liet ik me overtuigen om ook hier aan mee te schrijven, met een geactualiseerde juridische duiding omtrent bewindvoering - waar het afgelopen jaar 2023 voor wat verrassingen zorgde met twee ‘sneltreinwetten’.
M’n bijdrage van 2024 heet voorzichtig ‘Bewindvoering: spanningsveld van veel belangen - Wetgeving: waarborg en beperking van onze autonomie”.
U zal er ‘in fine’ ook 7 concrete voorstellen in ontdekken, hoe het beter kan: 7 keer huiswerk voor de (federale) wetgever.
grijze stemmen verstillen (2/2)
5 november 2024
Het boek ‘Recht op grijs. Bouwen aan ouderenbeleid’ (2024, 328 p.) waar #justitiewatcher aan meeschreef,
kan u bestellen via de uitgever, Gompel&Svacina, via deze link hier.
Meer informatie, ook voor lezingen, via robert.crivit@telenet.be